8/1847 * - “Les Flamands sont de retour” - Klaagzang 1STE
dag zonder elektriciteit en 5de dag zonder Internet – Vals
terreur-alarm door Iranees ‘student‘ in de stralingstechniek in Bx rond Koninklijk
Warande Park – Trump vast benoemd in Amerika – Terugblik op Houyet s/Meuse –
***
Donderdag 21 juli 2016
Zon 5u54-21u43
H Victor
Als het regent op Sint-Victor, de oogst brengt op
geen lor.
*
3542 - LES FLAMANDS SONT DE RETOUR !!!! Où EST
MON FUSIL ?
*
Houyet s/Lesse
Le Château d’Ardenne….
*
*
Dit is een van die dagen om alle andere dagen uit- of af te dagen!
Vandaag is het donderdag 21 juli 2016. Tot vier uur in de
namiddag al de hele dag geen pierelke elektriciteit gehad. De vorige dagen
schimmelde de voltmeter tussen de 180 en de 250, op en neer. Nu is het nul,
niente, zero Volt. Men kan met zijn bloot gat op de draden gaan zitten. Of die
zelf in zijn neus steken. Sinds maandag ook geen sikkepit Internet. De
temperatuur is al dagenlang tegen de 50°. De zenuwen zijn gespannen, als lijden
we allemaal onder een verdovende tandpijn.
Alle luiken zijn al dagenland dicht en ons huis lijkt van buiten af
gezien, precies een verlaten vesting ergens gewonnen-verloren tussen de
omringende olijfgaarden.
Onze drie Duitse Herders hebben het opgegeven om te waken.
Ook zij zoeken overal het kleinste koele plekje om er te slapen. Sorry, geen
ongewenst bezoek in deze moordende hitte!
Is het dan te verwonderen, dat toen ik de WC hoorde ‘chassen’
terwijl ik na de siësta nukkig boven op bed lag te rusten, dat mijn gedachten
direct gingen naar die hoopvolle Kerstavond ergens in Wallonië, toen ineens de
lichten in huis weer aansprongen, water uit de kraan kwam en er na lange tijd
terug gas was om op te koken. Toen het Vrouwtje al die heerlijkheden naar de
slaapkamer riep, kwam de man daar meteen vloekend en sakkerend uit gelopen, en
tierde de woorden, die U in de titel hierboven vindt.
Ja, ik weet het. We leven in de heuvels op het platte van de
platte boerenbuiten in landelijk Italië. We zijn de laatsten op het elektriciteitsnet
dat kilometers ver door veld en bos tot hier geraakt. De stroom is er altijd onstandvastig,
ja zelfs zeer wispelturig. Net hetzelfde als met de Internet-Straalverbinding.
’s Zomers zijn er dus veel hoge boomtakken die alle luchtverkeer in de war
sturen.
En ja, we kennen uit het hoofd de antwoorden van de Goden-Almachtig
van beide ‘Net-beheerders’. Want verder dan de telefoniste geraken we toch
niet. Italië is, moet U weten, op en top ge-automatiseerd, en na uren proberen,
worden we te woord gestaan ergens in een grootstad vele honderden kilometer
ver. Waar we aan de telefoon iedere keer de naam van ons piepklein dorpje zelfs
letter per letter moeten spellen. En telkens is het dan hetzelfde refrein. Is
te warm. Of te koud. Te nat. Of te droog. Het gebeurt zelfs dat het ‘een extra grote
panne is’, deze keer. En dat we dus heel veel geduld zullen moeten hebben. Spreken
met de directie? Gaat niet. Want die is iedere keer ‘in vergadering’. Gegarandeerd
zijn die socialisten die telkens met elkaar ‘in debat’ zijn gegaan. Ze doen hun
uiterste best. En neen, ze zijn geen amateurs, maar echte professionelen. U
zult het wel merken aan hun facturen. Hulp is onderweg! Maar ‘when
of where’, dat weten ze niet.
Ja de streek hier is inderdaad achterlijk en elk ogenblik denken
we hier de Romeinse Legioenen te horen voorbij marcheren in hun rinkelende wapenuitrusting,
op de heirweg van het nog Zuidelijker Rome naar onze streken aan de Noordzee. Van
waar komen anders al die stofwolken op de onverharde ‘strada bianca’, zoals in
de Giro d’Italia?’ Daar bovenuit klinkt schel toeterend op de verre ‘Cassia’ (Heirweg)
dan de sirene van een ambulance onderweg in de stroom toeristen van het ene ongeval
naar het andere.
Zeker. De hele streek is achterlijk. 3 à 4.000 jaar geleden
kwamen de half-wilde nakomelingen van Romulus & Remis hier bij de
hoog-ontwikkelde Etrusken hun en ook onze
beschaving halen. Deze tijd is hier namelijk blijven stilstaan. Dat ziet men
best op de wekelijkse marktdag waar de zaken nog verlopen zoals honderden jaren
terug. De mensen zijn arm maar proper. Ze gaan hier zelfs de Zondag nog naar de
Mis. En in de jaarlijkse processie ter ere van Maria Magdalena, draagt de
socialistische burgemeesters zelfs de handgrepen van de draagberrie van de
Heilige. Iedereen knielt zelfs in het stof , als het Allerheiligste voorbij gaat.
Het is dus een soort achterlijkheid die meer naar
authenticiteit neigt. Dat klein laagje stads-vernis dat me dat woordje ‘achterlijkheid’
in de mond legt, is hier vlug weg. Omdat men – en dit zonder de Groenen - dicht
bij de Natuur leeft. Waar men de wijd verspreide stilte haast over zijn eigen hoofd
kan trekken in dit heerlijk door God gezegend nieuwe vervang-vaderland.
Beneden aan het Meer loopt kronkelend door de velden, de
eeuwenoude pelgrimsweg van Kantelberg (Canterbury) naar Rome, zoals hij daar al
eeuwen loopt. Somtijds trekken we er met heimwee naartoe, naar die bewegwijzering,
bang afwachtend wanneer onze terugweg naar Vlaanderen vanaf deze Via
Francigena noodzakelijkerwijze zal beginnen.
*
*
*
GEPLUKT UIT DE WOLKEN
v/d Staatszender in Coburgia.
*
De bron van deze inspiratie zult U wel allemaal gezien
hebben, hetzij op de VRT of op de VTM. Het was op de vooravond van de Bête
Nationale dat de Wereldpers in Bruxelabla-bla storm liep om ‘life’ de
ontknoping mee te maken van een aangekondigd wereldgebeuren zoals in Nice. Een
attente Wijkagent had een verdacht getint individu opgemerkt, en gepakt
en gezakt om in volle publiek de zoveelste moordende terreur-aanslag te plegen.
Plaats-delict: het Koninklijk Warande Park. De 19 Burgemeesters van de
Agglomeratie kwamen in ijltempo in spoedberaad bijeen, zodat binnen het uur de
hele politiemacht te land ter zee en in de lucht kon opgetrommeld worden. De in
alle haast bij-geroepen ‘Onderhandelaars’ trokken zich vervolgens de haren uit
het hoofd: de man verstond zelfs geen woord Koeterwaals!
De onderhandelingen liepen dus uit. Tot tien voor zes
en toen was het – met een zucht van verlichting - afgelopen. De ‘verdachte’ was
een Iranees (?) Gents (?) Hoogstudent die er Stralingstechniek’ (?) studeerde.
Daarbij droeg die in de brandende hitte van ‘de Warmste dag van het Jaar’ een
stevige winterjas van waaruit witte elektrische draden duidelijk zichtbaar
waren. Een nieuw soort explosieven, had men gedacht, bestaande uit stalen platen.
Urenlang werd de man door scherpschutters belegerd, de Ontmijningsdienst van
het ABL werd erbij gesleurd, tot de man eindelijk kon overtuigd worden, zich
tot op zijn onderbroek uit te kleden.
Einde verhaal. Hoogst waarschijnlijk zit daar stof in
voor een nieuwe komische film bestemd voor de Islam-landen. Het zit er zelfs
dik in, dat deze geschiedenis een lichtje, ondertiteld ‘Hoe cloot men Frederik’ heeft doen branden bij ISIS…
Kort daarop kregen we – bij uittreksel deze keer – de Koninklijke
Boodschap voor de volgende dag daarna te horen. Gene bang hebben en vooral de
verschillen tussen de onderscheiden religies niet ten top drijven.
Tiens, Tiens. Dus eindelijk wordt uit onverdachte bron
impliciet toegegeven, dat er ‘religies’ zijn die aanslagen plegen….
*
En dat precies op de dag waarop Donald Buffalo Bill in
Amerika op het Republikeinse wapenschild werd geheven.
De sprekende evidentie tussen deze twee feiten (de
Koninklijke Bekentenis en het officieel aangaan van de open strijd) leken mij
belangrijk genoeg om op onze blogs voor altijd ‘Buchstabiert‘ (vereeuwigd)
te worden. Alleen storend was de Canossa-gang van de Engelse First Lady naar de
Duitse First Lady in Berlijn. Ik meende Winston Churchill tot hier te hoeren
vloeken van uit zijn potdicht gemetseld graf.
*
*
Om af te ronden, en helemaal in de lijn van de titel bovenaan
dit stukje, nu het verhaal van het Waalse dorpje Houyet s/Meuse
bij Dinant. Het ligt op de ondiepe wildschuimende Lesse en is (was?) een oord
van toerisme voor kanovaarders van daar tot in Dinant. We kwamen er langs op de
vaderlandse heenreis, op zondag 3 juli, en in het enig ‘restaurant’, enfin een
inrichting die eten verschaft (!) dat nog open bleek, vlak voor het beroemde
spoorstation, doken we binnen en zochten ons een tafeltje zo ver mogelijk van
de toog. We waren er na een paar minuten, de enige bezoekers. En toch duurde
het veel te lang voor de gevraagde 'jambonneau’ op ons bord kwam. De ‘Chef’ in
de keuken was zeker geen hoogvlieger, ofwel was het varkensknuistje van een
overjaarse beer. Handen wassen ging niet: er was niet eens zeep en al evenmin
een handdoek. ‘Armen schudden’ gebaarde lachend de rondborstige waardin, die
net uit een ander toiletdeurtje stapte.
Enfin, we hadden op die winderige dag, te beginnen vanaf GIVET, waar de Maas dat land
binnenstroomt, genoeg van de streek gezien. We zagen de overwoekerde ruïnes van
een domein waar een van ons twee vroeger
regelmatig kwam en waarvan geen kat zich daar nog de naam van herinnerde. Op het
winderig terrasje, naast de geparkeerde wagen, zat een soort donkergekleurde vagebond
te dromen, eenzaam en alleen, maar zonder consummatie.
Toen ontdekte ik naast me een soort staander met
folkloristische informatie, uitgegeven door de Region Walonne. Een en al advertenties
voor kleine ambachtelijke ondernemingen uit de buurt, die meenden het van de
toeristen – die er niet waren - te moeten hebben..
Daar vonden wij o.a. deze beschrijving:
Koning Léopold II laat het Château
Royal d’Ardenne optrekken in 1874, in het prachtige park van het domein
Ardenne. Vervolgens laat Léopold II het kasteel ombouwen tot een luxueus
hotel met de bedoeling koningen en
andere rijken uit de hele wereld naar Houyet te lokken. Hij wilde dat België, in ’t bijzonder Houyet
het toeristische centrum van Europa zou worden.
Die wens werd bewaarheid in de periode van 1899 tot 1949, toen dit
luxueuze tophotel gouden tijden beleefde, tot 1911 onder leiding van de
Compagnie des Wagons-lits en tot 1949 onder het bewind van de familie Marquet.
Vanwege de schade die tijdens de 2
wereldoorlogen werd aangericht, gingen de deuren van het Château Royal
d’Ardenne. Definitief dicht in 1950. Het
kasteel stond leeg en ging in 1968 in vlammen op, om vervolgens tot de grond te
worden afgebroken.
Meer informatie op www.chateaudardenne.be
*
Tja, in een vorige bijdrage over onze ‘Reisperikelen’ had ik
beloofd op deze zaak terug te komen. Een beetje tijd beschikbaar krijgen was de
enige voorwaarde.
Wel, zoals de titel hierboven zegt: de gedwongen afzondering,
weerspiegeld in de titel was de directe aanleiding om de stier bij de horens te
vatten.
Vraag: wij, Vlamingen moesten vanaf de paplepel Frans leren
op school. ‘Goed zijn Frans kennen’ was immers de enige voorwaarde om in de
Ambtenarij of het Zakenleven te geraken. Waarom moesten de Franstaligen geen
Vlaams leren? De ‘Union’ moest toch zorgen voor de ‘Force’?
Voor iedereen die zoekt waarom Coburgia altijd al een
doodgeboren kind is gewees, ligt daar de stof voor meer dan een hoogstudenten-thesis
om in het Vlaanderen van vandaag ‘cum laude’ te slagen.
Gelukkig is dat straks allemaal niet meer nodig, als de
Vlaming eindelijk thuis is in eigen land…..
*
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten