maandag 30 mei 2016

3411

*
3412 - ZIET U MIJ NOG LACHEN?
*
O’Bama in Hiroshima.
*
Een uiltje vangen.
De uren kruipen traag en zeer uitdrukkelijk voorbij. Reeds 3 x 24 uur duurt die panne. Niet te geloven dat die zo lang kunnen duren in een land waar de Lente hoogtij viert. Ergens aan de overkant van de Luchtledige straalverbinding zit er ’n Signorina Italiana die van achter haar desk, naar mij kwettert dat er ’n grote algemene panne is. ‘Feel sorry’, zegt ze en probeert in te haken. ‘Heirkracht’ zegt ze nog, als ik al te heirkrachtige woorden bij mekaar scharrel, om in mijn beste Italiaans te zeggen dat ze de pot op kan. Maar Meneer, zegt ze, U moet dat begrijp. Mijn nagellak è finito en de winkels zijn nog dicht. Ja, begrepen. Erg is dat. Dat het kl-bedrijf van haar voor de zoveelste keer op rij niet deugt, doet er even niet toe. Het zet alleen de deur open voor flink gezaag. Ja, zegt ze, en precies daar kan ze niet tegen, tegen al dat gezaag van buitenlanders die niet eens haar moedertaal convenabel spreken. En of zij dan wel Fiaminghi spreekt?
Op de Teevee is er tennis. Zomertennis op een Zondaagse zomerdag. Met weeral een commentator die er de ballen van snapt. Of die in het net slaat. Over en uit. De volgende post is een reportage over Zuid-Amerika. Wist niet dat dat land grensde aan Afrika, want al even zwarte negers, die half gekleed, hoofdzakelijk uit noodzaak want ze hebben niets anders. Ze leven van jacht en visvangst. De gelukzakken. Die hebben geen last van Internet, en dus ook niet als het uitvalt. Niets om over naar huis te schrijven. Beter binnen blijven, want daarbuiten is de hel losgebroken. Gelukkig dat het stortregent, anders stond de wereld al lang in brand door al die blikseminslagen. De Goden zijn weer eens vergramd. Hebben de draadloze straalverbinding nog verbinding-lozer gemaakt dan ze al was. De wereld draait door, maar ik vrees hem niet meer te kunnen inhalen. ‘t Zal voor deze avond zijn om te weten te komen waar er nu weer aanslagen geweest zijn, hoeveel vliegtuigen in de lucht ontploft of vermist zijn. Misschien zelfs dat die O’Bama in Hiroshima het lot van Kennedy ondergaat: de 1ste Amerikaanse President die in het buitenland de kogel krijgt. Of maak ik me blij met een dode mus?
Nie mooi van mij, hé Ma? Yes, I knauw. Maar wat doe je er aan? Hoogstens hem een tweede kogel achterna sturen. Om hem daarna een zeemansgraf te bezorgen, ergens midden in Het Grote Niets, in de Grote of Stille Oceaan. Naast Osama Bin Landen, die even groot als de man zelf is geweest. O die Bama, nog zo jong en al moeten sterven…. Is niet aan iedereen gegeven.
*
Een half uurtje verder. Ook dàt is Italië. Daarnet was het buiten het einde van de Wereld, en nu is een nieuw begin aan gekomen. Zon, blauwe lucht, wuivende palmbomen, en opgewekt vogelgezang. Internet, hoe zou ’t ermee zijn? Maar nee, die ‘Server’ blijft nog altijd onvindbaar.
In het huis mijns vaders, waar de dagen trager waren, dichtte ooit Karel Vande Woestijne. Precies of zijn vader ooit hier had willen komen wonen, in dit godvergeten gat waar alleen vossen en slangen leven.
Daarnet nog mijn vrouw in huis zien lopen, wit van schrik. Man, Man, een ogenblik, ik moet naar Ispaghaan, want ik de tuin heb ik de Man met de Zeis ontmoet. Voor haar voeten vluchtte die de beplanting in, met grote kronkels van haar lijf, een armdikke gele adder van wel 2 meter lang.
Ja, ’t zijn maar beesten, maar die hebben ook hun gevoelens. En van mensen moeten die, sedert het verhaal van Adam en Eva, niets meer hebben. Non bis in idem, zullen we maar zeggen. Altijd voort sedertdien op Uwen buik moeten voortkruipen, en overal de schuld van krijgen. Erger dan een Neger in Plopsaland.
Digitakia
*

Geen opmerkingen: