zondag 20 maart 2022

500495 – EN TOEN KWAM ER IN KIEV EEN VARKEN MET EEN LANGE SNUIT – MAAR DIE WAS BIJLANGE NIET LANG GENOEG

 

.

ZATERDAG 19 MAART 2022

19 Maart: St Jozef

*

500495 – EN TOEN KWAM ER IN KIEV EEN VARKEN MET EEN LANGE SNUIT – MAAR DIE WAS BIJLANGE NIET LANG GENOEG

*

I N H O U D

Verre van mij om de spot te drijven met de onmenselijjke ellende die de mensen daar in die vzalsttaat van het onmeteliijk grote Rusland is overkomenn, kan ik alleen nog maar rekenen op de gode wil van diegene die daar beslist over leven en dood.

En toch kunnen zowel onze eigen on-overtroffen politieke geniën als onze Grote Verlcihte Geesten het net nalaten die man om de seconde met Satan te vergelijken. Op basis waarvan, weten ze zelf wel niet, maar in deze Regeime Media slaat dit in als ’n bom. Zie je wel: zelfs de NV-A, om kiezerzs te lokken????huilt mee met de volven in het bos. Weten die dan niet dat uitgehongerde wolven altid er ten allen tijde alles verslinden wat die op hun weg tegenkomen?

Het treffendste verwijt is de Poet als FASCHIST ten tonele te voeren, waardoor die juist de Geschieedenis vervalsen. Het symbool der bijeengebonden pijlenbudel is imrrts de hoeksteen van elke Volksdemocratie. De VOLKSWIL namelijk staat voor al wie zich de herinnering wil aanmzwigen, zelfs nog altijd tot op de huidige dag in de gietijzren riooldeksels van iedere straat in Rome gegoten.

Maar daaraan dient te worden toegevoegd, dat die verwijtende deksels met de voeten getreden worden. ‘Volkswil’ is het meet verdraide woord ter wereld geworden. Vatbaar zelfs als uitgangspunt van de PTB en zelfs voor de Chinese Volks Republiek.

-

De echte oorlogsmisdadigers van het intern Russich drma in het Oosten, zij zowel de Wessterse Navo-Führers als de Hoogte Potentaten van de

(goed beeodle maar verworden) Europese Unie, beiden om ter gulzigst naar Eeuwge Roem.

Zie hieronder de rol van Napoleon II en de KRIM oorlog uit de jaren 1600….

 

   Geschiedenis

 

IS POETIN NU EEN NIEUWE HITLER OF EEN NIEUWE MUSSOLINI?

18 maart 2022 Silvius Brabo

*

Niks zo moeilijk als een historicus aanzetten tot bescheidenheid! Onverschrokken loeit hij luidkeels van de daken dat we “moeten leren uit de geschiedenis”, waarna hij niet zelden opgeruimd en zelfverzekerd diezelfde geschiedenis naar z’n eigen hand zet om er dan “zijn” particuliere lessen uit te trekken en die te verheffen tot rotsvaste zekerheden. Toch zijn die lessen van uitermate groot belang; niet omdat ze ons iedere keer weer wat bijleren over de geschiedenis, maar omdat ze ons vooral wat vertellen over de historicus in kwestie zelf. Met en onder historici valt het gesprek nooit stil; steeds is er het “vergeten” detail dat opstap wordt tot debat, maar dat vervolgens meestal verzeilt in een loopgraaf van onbegrip. En hoog boven die doffe mêlee van historische mediocriteit zweeft, onaantastbaar maar daarom niet minder collegiaal clement, de ware historicus die zich niet te snel laat betrappen op onweerlegbare waarheden en ons, meanderend tussen de pro’s en contra’s van zijn stelling en met kennis van zaken, uiteindelijk toch de juiste richting wijst.

De grootste valkuil voor de historicus blijft nochtans de actualiteit…

Van één vraag is de moderne historicus nochtans voor altijd verlost; en wel de vraag die zo vaak als uitgangspunt diende voor de vulgariserende en moraliserende geschiedenissen van de eerder middelmatige figuren uit het spectrum (om Marc Reynebeau maar niet te noemen): “Hoe bestaat het toch”, zo vragen ze zich steeds weer af, “dat zovele gewone mensen zich in de jaren ’20 en ’30 van vorige eeuw hebben laten meeslepen door de Hitlers en Mussolini’s van deze wereld?”, waarna de hand van de historicus werktuiglijk de lucht in gezwierd wordt, een vermanende vinger zich uit een verder gebalde vuist losrukt en het ethisch verbod om “rechts” te stemmen kracht wordt bijgezet. Welnu, deze vraag werd definitief beantwoord door de uniforme en totalitaire aanpak van de covid crisis en de strikt eendimensionaal gedoogde standpunten in de Oekraïnecrisis. Propaganda en massificatie heten de addertjes, klaarblijkelijk even zo eigen aan dictaturen als democratische regimes, welke laatsten veeleer regeren op grond van het getal (meerderheid versus minderheid) dan op grond van een waarheidsclaim.

Stefaan Marteel en Bart De Wever

De grootste valkuil voor de historicus blijft nochtans de actualiteit. Recent nieuws zit de historicus net zo gegoten als de kleren van de keizer, doch een pruts die ziet dat hij zonder bronnen naakt langs de menigte defileert. Hij hakt geblinddoekt met een bot zwaard in het rond maar raakt geen tak! Het is juist in die improvisatie dat de historicus meer van zichzelf etaleert dan van de geschiedenis. Bijvoorbeeld: in de queeste om Poetin dwingend te kazerneren bij het grootste kwaad op aarde vergelijkt Stefaan Marteel de Russische leider met Mussolini (DS 11/3), terwijl Bart De Wever overeenkomsten ziet met Hitler (HLN, 13/3). Let op, De Wever is een kei in zijn vak! Als onvolprezen historicus is hij specialist in zowat elke historische periode – van oudheid tot heden – en verdisconteert hij zonder verpinken feiten van tweeduizend jaar geleden in de politieke besluitvorming van vandaag. Vreemd toch, dat de actualiteitswaarde van Augustus’ tijdgenoot, geboren in een uithoek van het rijk zo rond het jaar 0, hem niet kan verlokken. Temeer daar iedereen stellig berust in de dood van de eerste Romeinse princeps, daar waar even stellig en voor even lang van de tijdgenoot beweerd wordt dat hij leeft!

 

We zijn voor Zelensky noch Poetin: teveel is daarvoor nog onbekend of ondergesneeuwd onder een dik pak wederzijdse propaganda.

 

Toch willen we weten waarom dan Poetin “een nieuwe Hitler” is. Volgens De Wever wordt de equatie in evenwicht gehouden door de “vernedering”. In het Duitsland van Hitler die van de Eerste Wereldoorlog, in het Rusland van Poetin die van de Koude Oorlog. Dit bekt makkelijk, is uitermate helder, maar is het ook waar? Geeft het Europa van nu Poetin dan werkelijk ook maar de minste reden om zich vernederd te voelen? Een Europa dat geleid wordt door passerende migranten en een krijsende minderheid transseksuelen? Dat zich schaamt voor zijn eigen huidskleur en zich aldoor verontschuldigt voor zijn roemrijke geschiedenis? Dat bipolaire geslachtelijkheid bagatelliseert tot er lucratieve benoemingen in de lucht hangen? Dat zijn talen gewillig zuivert en reduceert tot op de maat van de kleinste ongemene ergernis? Dat de laatste halve eeuw enthousiast en probaat zijn eigen onderwijs heeft gewurgd? Dat zijn eigen volk, omwille van een piepklein virus, economisch de verdoemenis in heeft geleid, inclusief omgekeerde quarantaine, maar zelfverwaand de lege beurs blijft opentrekken voor de rest van de wereld? Dat elke Amerikaanse regenbui bewatert tot het een Europese orkaan wordt, zelfs al moet het onbestaande problemen mee importeren? Dat een afgrijselijke oorlog revancheert door de gedoodverfde vijand uit te sluiten uit het jaarlijkse gala van de decadentie? Eerlijk? Wie zou zich daar vernederd door voelen? Is de reeds lange tijd geprofeteerde Oekraïense oorlog, zo kan men zich toch gewettigd afvragen, dan niet meer een zaak van geopolitieke serendipiteit?

William Howard Russell, de eerste oorlogscorrespondent

Nee, we zijn niet voor Poetin. Echt niet! Maar wie het over een Russische vernedering wil hebben, kijkt toch beter naar de zó monsterlijk onderschatte, maar zó zwaarwegende Krimoorlog (1853-1856), waarover Orlando Figes, met zijn “De Krimoorlog”, een niet te missen “must read” schreef; niet toevallig trouwens met de ondertitel: “De Vernedering van Rusland”. Het was een “moderne” oorlog, met voor het eerst het gebruik van stoomboten en gepantserde oorlogsbodems, de eerste oorlog met loopgraven en gifgas, de eerste slagveldfoto’s, de eerste telegraaf (van Von Siemens) en de eerste oorlogscorrespondent, William Howard Russell, waaraan de huidige verlopen specimen trouwens nog een vet punt kunnen zuigen! De vernedering van Rusland bestond hierin dat de oorlog niet eens nodig was; niks was nog te bevechten nadat Rusland zich uit de toenmalig Turkse gebieden Moldavië en Walachije (nu delen van Roemenië) had teruggetrokken, maar Frankrijk, onder leiding van Napoléon III, moest en zou – met Engelse, Sardijnse en Savoyardische steun – Rusland op de knieën krijgen. Dat lukte! Met dit gevolg dat Rusland zich van Europa afkeerde, Aziatisch en atheïstisch werd en Constantinopel (Istanbul) definitief Turks …

Georg Franz legde in zijn ‘Der Krimkrieg, ein Wendepunkt des Europaïschen Schicksals’ (De Krimoorlog, Keerpunt in het Europese lot) de vinger nog op de pijnlijk gapende wonde: “Der Jahrhundertlange Erzfeind des christlichen Abendlandes is jetzt Mitglied der europaïschen Staatenfamilie” (De eeuwenlange aartsvijand van het christelijke Avondland is nu lid van de Europese statenfamilie), met de gevolgen die ons allen bekend zijn. Hoofdschuldige was het door de schikkingen van het Congres van Wenen (1814-1815) gefrustreerde Frankrijk van Napoléon III dat het sterkere Rusland wilde raken waar het maar kon. Frankrijk blunderde hier trouwens niet eens voor de eerste, noch voor de laatste keer. Eerder reeds, tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), toen na de Boheems-Paltse fase (1618-1622) en de Noord-Duitse-Deense fase (1622-1630) het protestantisme goeddeels overwonnen was, had de katholieke kardinaal Richelieu immers gemeend het protestantse Zweden voluit te moeten steunen, met dit uiteindelijke resultaat dat in 1648 vrijwel geheel het Heilig Roomse Rijk verwoest was.

En later maakte de nog steeds door Sédan (1870) gebelgde en oorlogszuchtige president Raymond Poincaré er, tijdens zijn bezoek aan Sint-Petersburg van 20 tot 23 juli 1914, geen geheim van dat de Frans-Russische alliantie van 1912 enkel kon betekenen dat Rusland militair zou tussenkomen in geval van een “ongeoorloofde” maatregel van Oostenrijk tegen Servië. Toen was Rusland weer wel goed genoeg; Poincaré “vergat” zelfs nader te omschrijven wat verstaan moest worden onder “ongeoorloofd maatregel”. Zijn huik stond naar oorlog, waarmee de Franse president, meer dan wie ook, het pad effende voor de enthousiaste (Stefan Zweig), zeker “Verlichte” zelfmoord van het Oude Europa, die zich militair voltrok tussen 1914 en 1945 en nadien politiek tot op de dag van vandaag werd verdergezet.

Nog eerder had de genoemde Napoléon III zijn veldtocht door de Povlakte, ondanks militaire successen, al voortijdig gestaakt: het Franse nationalisme, gewis met het Duitse vergelijkbaar, was er op het Italiaanse gestoten. Frankrijk won de Italiaanse veldslagen, maar verloor de Italiaanse gratie; idem in Duitsland, waar zijn weigering zich met Beieren te verstaan, de Duitse eenmaking onder de Pruis Bismarck de wind in de zeilen gaf en Napoléon III het 19de eeuwse ontstaan van de latere as-mogendheden zelf faciliteerde. Terloops nog dit: in deze omstandigheden mag het trouwens behoorlijk potsierlijk heten dat uitgerekend Macron het diplomatieke peloton leidt in de huidige Oekraïnecrisis.

Van een Russische “vernedering” door de Koude Oorlog kan geen sprake zijn: die dateert van veel vroeger! Het argument van Bart De Wever (sic) strandt derhalve op de geschiedenis; dan ook zijn vergelijking met Hitler! En wat met neofiet Stefaan Marteel, die Poetin vergelijkt met Benito Mussolini? Marteel lijkt wel ontsnapt uit het nieuwste blik historici dat in woke tijden vrolijk wordt opengetrokken. Hij schreef twee boeken; één voor de peers en één voor het volk. “The Intellectual Origins of the Belgian Revolution”, het “peersboek”, is veel te duur en het “volksboek”: “Natiestaat contra Republiek”, verliest al meteen zijn aantrekkingskracht door de ondertitel: “De ‘Verloren Schat’ van het Republikeinse Universalisme”. Met “universalisme” hebben we het echt toch wel gehad! Niet dan? Als je vervolgens leest wie het boek aanprijst, is de “goesting” helemaal over. Als eerste passeert Bruno De Wever, die teveel moeite heeft moeten doen om als prof benoemd te geraken en daardoor als de beste weet wat hij moet zeggen, en vooral verzwijgen, om te mogen meespelen in het monotone “orkest der Wakkeren” en als ook stamelende en stotterende Annelien De Dijn zich vlot en gezwind in dithyrambische verzen over het boek uitlaat, worden plots alle klusjes in huis vermakelijker dan het lezen van het boek.

 

Dat geldt trouwens ook voor de opiniebijdrage van Marteel in De Standaard. Poetin als Mussolini, wie verzint dit toch? Na eerst de standvastigheid van Stalin te hebben bezongen (communisten zijn en blijven communisten, zo stelt Marteel, waarmee hij wil aangeven dat de klassenstrijd en wereldrevolutie zowel in het openbaar als achter gesloten deuren de kern en het wezen van het communistische discours uitmaken), stelt hij, als in een onwrikbare a contrario-redenering, Poetin gelijk aan Mussolini omdat in het fascisme “de ideologie nauwelijks een rol speelt”, terwijl die in het communisme van Stalin en zelfs in het nationaalsocialisme van de minder intelligente Hitler steeds centraal stond. Alstublieft!

Fascisme

 Marteel maakt hier de onvergeeflijke fout van elke beginner! In de meeste politieke termen zit namelijk de finaliteit van de strekking reeds verankerd: democratie (Gr. “dèmos kratein”: het volk regeert), liberalisme (Lat. ”Liber”: vrij), socialisme (Lat.: “Societas”: gemeenschap, ook doelend op de contractanten in het “sociaal contract”) of communisme (Lat. “Communis”, gemeenschappelijk, doelend op het gemeen bezit). Fascisme daarentegen gaat terug op het Latijnse “fascis” (meervoud fasces), wat “roedenbundel” beduidt, maar verder weinig zegt over de inhoud ervan. Daaruit enkel afleiden dat het fascisme niet maalt om een ideologie, is niet alleen intellectueel oneerlijk, het is bovendien onnodig te koop lopen met een vorm van onverbeterlijke dwaasheid; waarbij de zuivere vaststelling van het bestaan van een fascistische ideologie niet noodzakelijk de erkenning ervan betekent. Deze terminologische vaagheid heeft meermaals aanleiding gegeven tot politiek misprijzen en connotaties met geweld, brutaliteit, repressie of dictatoriale excessen, hoewel alle voorgaanden strekkingen, in meer of mindere mate en afhankelijk van de historische periode, dezelfde pejoratieve schoentjes passend en flatteus wisten aan te trekken.

Over de inhoud zelf van het fascisme is reeds veel inkt gevloeid, teveel om er hier dieper op in te gaan, maar dat hij bestaat, is zeker. Wellicht kan hier toch ook een ander misverstand uit de wereld geholpen worden. Vaak wordt gezegd dat het fascisme de denkbeelden van de Verlichting en de ideeën van 1789 (Franse revolutie) bestrijdt. Ook dat is foutief! In feite tapt het fascisme even gulzig uit de moderne en seculiere vaatjes als zowat alle verlichte zielen en bleken ook de prometheïsche concepten van de 19de eeuw aardig wat fascistische humus te bevatten; met dien verstande echter dat tegenover het reducerend rationalisme, het filosofisch vitalisme; tegenover het materialisme, het idealisme en tegenover het egalitarisme, de metafysica van de wil werden geplaatst; allen intrinsiek en pertinent behorend tot de moderniteit. De politiek van Mussolini slechts knellen in een onbehouwen machtsuitoefening, drijvend gehouden door de creatie van een fatale angstcultuur, zoals Marteel tracht te doen, is niet alleen behoorlijk bezijden de waarheid, het is daarenboven zichzelf en de anderen op het gevaarlijke af een eigen gefabriceerde blaas in de nek draaien.

Dan blijft tot slot de vraag waarom zowel Bart De Wever als Stefaan Marteel het kwaad, genaamd Poetin, mordicus willen vergelijken met het kwaad, genaamd Hitler of Mussolini. Bemerk toch reeds dat het grootste kwaad (zeker in slachtoffers), genaamd Stalin, alweer de dans geriefelijk lijkt te ontspringen, daar waar “de slager” voor een Rus als Poetin wellicht de meest logische keuze zou geweest zijn. Mag in deze laatste vaststelling toch al half het antwoord verzonken liggen? Bart De Wever wil zich, het is bekend, rechts van het politieke spectrum positioneren, net daar waar in extreme vorm ook het fascisme huist; althans in aanleg. Daarom kiest hij voor Hitler die, weliswaar in de nationale vorm, het “socialisme” in zijn strekking heeft gefixeerd. Marteel echter, die zijn carrière als historicus klaarblijkelijk in de onmiddellijke nabijheid van zijn politiek correcte broodheren wil slijten, is beter af met het “fascisme” van rechts te hekelen. Hij ziet het fascisme van Poetin graag een even zielige dood sterven als dat van de rechtse Mussolini, waarmee hij zich al gefêteerd ziet ter linker zijde …

Het Derde rijk van Hitler

Maar Marteel maakt hier een kapitale denkfout! De dubbele staatsgreep van 25 juli 1943, eerst voorbereid voor de Grote Fascistische Raad met een motie van graaf Dino Grandi, Giuseppe Bottai en Mussolini’s schoonzoon, graaf Galeazzo Ciano, wilde net dat rechtse fascisme van de ondergang redden. Het triumviraat, zoals trouwens velen, zag de koppeling van Italië aan het Derde rijk van Hitler (de as) niet meteen zitten: Italië vergleed teveel naar het (nationaal) socialisme, zo vonden ze. En ze kregen gelijk! Nadat Mussolini door Duitse troepen werd bevrijd uit de gevangenis (een hotel) van Gran Sasso (Abruzzen), werd hem door Hitler de fascistische rest-republiek van Salò (Gardameer) gegund. Die droeg de naam Italiaanse Sociale Republiek (RSI), waarvan de naam aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. De “zielige dood” van het fascisme in 1943, uiteindelijk in 1945, waarover Marteel het had, was de dood van het te “socialistisch” geworden fascisme. Dat is wellicht trouwens ook een van de redenen waarom Franco in Spanje (1975) en het Salazar-regime in Portugal (1973) het een stuk langer hebben uitgezongen: hun regimes voeren in minder modernistische, meer religieuze wateren, maar dit ter zijde. Opmerkelijk blijft in ieder geval toch weer het ontzien van Stalin. Zelfs als het over Rusland gaat! Raoul Hedebouw mag zich reeds verheugen! Zijn partij is daarmee politiek relevant geworden. Op naar 2024!

 

*

CENSUUR & BROUCKIE-VRIJE MAAR VRANKX ONAFWENDBARE

STRICT PERSOONLO-IJKE COMMENTAAR

 *

Eigenlijk valt er in onze Gewesten helemaal niets meer verteld te worden over Okraïne, tenzij de stilte van het kerkhof. Dat verschilt in niets met de doodse stilte op de IJzerblakte in Dikslmuide. Ook daar liggen hun lijken aks zaden in ’t zand – Hoop op den oogst, o Vlaandeerland.

*

 Digithalys

Geen opmerkingen: