.
*
Heel
even en heel stilletjes voor een paar secondjes slechts de aandacht
voor een persoonlijke bekentenis. Neen, het gaat niet over
Vlaamsgezindheid of zo, want dat is eerder een gave dan een défaut.
Men is wat men is en daarmee doef.
We
zijn allemaal, van hoog tot laag, Vlamingen dien God ons Vlamingen
schep. En daar zal de kersverse nieuwe CVP-Haven Tsjeef niets aan
veranderen. Hij ook met zijn kontfederalislme van-ùijn-gat.
*
Deze keer dus niet één lettergreep commentaar bij onderstaand artikel. De lezer kan gerust zelf oordelen.
**
*
Neen
dus, geen polletiek deze keer. het gaat hier en nu over die vervelende
koptelefoon voor die sakkerse “Daisy’-Speler, on-ontbeerlijk om van de
scijfjes van de Luister Bibliotheek te genieten. Tenminste, dat geldt
voor iedereen die zijn husgenoten niet wil verplichten mee te genieten.
Daar zitten namelijk de laatste tijd meer en meer van die breed
beschreven bedgeheimen tussen, als U begrijpt wat ik bedoel. Ja Ja,
zelfs bij de Blinden en Slechtzienden, de doven en de lammen, staat de
tijd niet stil. Er wordt met zijn tijd echt meegegaan! Geef mij dan maar
die
**
Cyriel Buysse (18559-1932)
*
De diene had zijn volk moeten leren lezen. (**). Maar ik heb al zijn boeken heel mijn leven weten op de index staan. Verboden lectuur! Tot en met ‘Het Gezin van Paemel’ dat ooit in het Interbellum zefs weerd opgevoerd in Parijs. Nadat het in 34 talen werd vertaald.
Tussen
1887 en zijn dood schreef Cyriel Buysse bijna 100 boken en/of
theaterstukken. Rijk is hij erniet door geworden. Want dat was hij
reeds….
Even pauzeren.
Goed
om weten: toen bestonden er nog geen subsidies voor deze vorm van
Kunst. Om de eenvoudige reden dat goede Kunst zichzelf verkoopt.
*
(**)
Zelf publiceerde C. Buysse in 1900 zijn eigen versie van ‘De Leeuw van
Vlaanderen’, driekwart eeuw na Conscience. Ooit al wat van gehoord?
Ooit
al gehoord van de Gez. Rosalie en Virginie Loveling, zijn tantes, ook
uit Nevele? Maar ach ja, die stonden ook van meeet af aan op de
Kerkelijke Index… Vooral het oorlogsverhaal ’14-’18 van de hand van
Virginie Loveling (1836-1928) is wonderbaarlijk in al zijn gruwel.
**
*
Joachim Coens (CD&V) pleit voor confederalisme
*
**
*
22 NOVEMBER 2019
Nicolas Van Haecke
*
Tot
dusver was het met een vergrootglas zoeken naar inhoudelijke
verschillen tussen de CD&V-voorzitterskandidaten, maar nu de tweede
ronde ingegaan is komt er eindelijk toch een belangrijk onderscheid aan
de oppervlakte: terwijl Sammy Mahdi geen institutionele hervormingen
wil, pleit Joachim Coens voor confederalisme.
**
Hendrik Bogaert
zal Coens’pleidooi alleszins niet ongenegen zijn.
Of
om Coens in het dubbelinterview met Mahdi in De Standaard van 19
november letterlijk te citeren: ‘Er moet ook definitief uitgeklaard
worden hoe het nu verder moet met de NV België. Hoe kan ons land finaal
nog samenwerken? We moeten daarbij vertrekken vanuit de regio’s en
kijken wat we nog samen willen doen’.
En verder:
‘Ik
verwacht niet dat er plots een finale oplossing is, maar we moeten nu
het engagement aangaan om dat institutionele debat te voeren. Dat daar
gewoon iets over in het Vlaamse regeerakkoord staat, is niet voldoende.’
Communautaire standstill of verdere confederale evolutie
Coens’ visie sluit hiermee blijkbaar heel sterk aan bij die van de N-VA
Eerder
hield de Brugse havenvoorzitter in Het Laatste Nieuws zijdelings al een
gelijkaardig pleidooi: ‘Wellicht zal dan blijken dat dit land het best
confederaal wordt bestuurd, met een federale regering die de regionale
regeringen weerspiegelt.’ Coens’ visie sluit hiermee blijkbaar heel
sterk aan bij die van de N-VA: ‘De deelstaten beslissen samen wat ze nog
samen willen doen. Het woordje “willen” staat centraal in het
confederaal model. Nu is het van moeten.’ Al ziet Coens op vlak van
sociale zekerheid, in tegenstelling tot de N-VA, blijkbaar toch nog een
rol weggelegd voor het federale niveau. ‘De sociale zekerheid? Uiteraard
moet er nog onderlinge solidariteit zijn’ zegt hij hierover namelijk in
De Standaard.
Alleszins
heeft CD&V-jongerenvoorzitter Sammy Mahdi op institutioneel vlak
een heel ander standpunt, zo blijkt in datzelfde interview in De
Standaard: ‘We moeten ons vandaag niet bezighouden met institutionele
hervormingen, anders zijn we weer voor twee of drie jaar vertrokken
zonder federale regering. We moeten nu vooral werk maken van
sociaaleconomische en fiscale hervormingen en daar ambitieuzer in zijn.’
Hoewel het zeker interessant zou zijn om nu ook aan Coens de vraag te
stellen wat ‘we dan nog concreet samen gaan doen’, krijgen de
CD&V-leden straks dus alleszins een duidelijke keuze op communautair
vlak: een communautaire standstill of verdere stappen richting
confederalisme.
Sleutelrol voor toekomstige partijvoorzitter
Die
duidelijke keuze is een goede zaak want uiteindelijk wordt straks toch
de partijvoorzitter gekozen van de derde grootste Vlaamse partij, een
partij die bovendien ook heel vaak deel uitmaakt van de regering, zowel
Vlaams als federaal. Die partijvoorzitter vervult weldra dan ook een
sleutelrol. Hij voert bijvoorbeeld de federale regeringsonderhandelingen
voor zijn partij en bepaalt bij regeringsdeelname ook wie al dan niet
minister wordt voor CD&V. Hij bepaalt ook verder in belangrijke mate
mee de koers van de partij, in de oppositie en/of in de regering.
Ivan
De Vadder noemt de partijvoorzitter dan ook niet toevallig de
belangrijkste politieke functie. In die zin is het dan ook relevant dat
niet enkel de leden maar bij uitbreiding iedereen kan weten waarvoor de
toekomstige CD&V-voorzitter nu juist staat. En dan niet alleen over
hoe hij de partij intern wil organiseren, maar ook en vooral over welke
richting hij uit wil met de samenleving. Thema’s als asiel en migratie
of rechtvaardige fiscaliteit zijn hierbij bijvoorbeeld uiterst relevant
en actueel, alsook de Europese dimensie ervan, maar kwamen tot dusver
hoogstens oppervlakkig aan bod.
Vaagheid troef op inhoudelijk vlak
Want
het voorzittersdebat mag dan wel hoffelijk verlopen en in tegenstelling
tot wat bij andere partijen soms het geval is, hebben de leden straks
op zijn minst een keuze tussen twee kandidaten met een heel verschillend
profiel, die bovendien allebei nog echt kans lijken te maken. Maar los
daarvan was het op inhoudelijk vlak tot dusver toch vooral vaagheid
troef. Twee aspecten lijken hierbij een belangrijke rol te spelen.
Debat binnenskamers
Nochtans is de urgentie hoog
In
eerste instantie, en dat is zeker niet enkel bij CD&V het geval,
tracht de partij het inhoudelijk debat, als dat er al echt is (?),
zoveel mogelijk binnenkamers te houden. Niet toevallig werden de
voorzittersdebatten in de eerste ronde ook achter gesloten deuren
gehouden, exclusief voor de partijleden. Doctoraatsonderzoeker en
Doorbraak-auteur Lorenzo Terrière verwoordde het onlangs nog als volgt:
‘De indruk leeft dat men de interne campagne inhoudelijk angstvallig op
slot houdt in de hoop om versplintering te vermijden. Het is een
fenomeen dat we eerder al bij Groen zagen en heden ook bij Open VLD
opmerken. De inzetnota van “de twaalf apostelen” bevatte vooral
managementtaal en ook de huidige debatten tussen de kandidaten gaan
voornamelijk over partijstructuren. Een fundamentele discussie over de
inhoudelijke (her)positionering is er niet. Nochtans is de urgentie
hoog: in de laatste peiling midden september haalde CD&V nog slechts
11 procent.’
Journalistiek focus op imago en stijl
Maar
daarnaast, en die tendens is zeker niet nieuw, speelt ook de
journalistieke focus op imago en stijl mee. Zo wordt bijvoorbeeld in De
Standaard in het dubbelbladige interview veeleer de nadruk gelegd op
verschillen qua imago, aanpak en stijl dan op echt inhoudelijke
verschillen. De titel van het interview is dan ook niet toevallig: Van
de zeven voorzitterskandidaten bij CD&V blijven er twee over: de
ervaren, zakelijke bestuurder versus de jonge, bevlogen stadsmens. Dit
gebeurt door middel van zeven ‘dilemma’s’ (zoals ‘leiden of luisteren’,
‘begrijpen of veroordelen’, ‘tweeten of zwijgen’) die men de kandidaten
voorschotelt. Uiteindelijk komt pas helemaal onderaan onder het zevende
dilemma ‘paars-groen of paars-geel’, en dan nog eerder toevallig, het
institutionele aan bod.
Hendrik Bogaert
Hoewel
Hendrik Bogaert geen voorkeur uitspreekt voor één bepaalde kandidaat,
vindt Coens in streekgenoot Bogaert straks vermoedelijk ook een
bondgenoot. Want net, en nog meer uitgesproken, als Coens toont Bogaert
zich voorstander van confederalisme. Bovendien is ook voor Bogaert een
vlugge parlementaire stemming over de uitbreiding van euthanasie en
abortus absoluut een probleem, en zelfs een breekpunt voor het concept
België, zo bleek in Villa Politica. ‘Ik vraag mij af waarom wij België
nog ondersteunen als daar op budgettair of ethisch vlak bepaalde
fundamentele keuzes gebeuren die indruisen tegen het gezond verstand van
de meerderheid van de Vlamingen’, aldus Bogaert. Eerder verwees ook
politoloog Bart Maddens al naar de communautaire dimensie van het
ethisch debat.
Ik
en know het niet. Zelfs de President der Joenaitid Steets Donald Trump
hemzelf in hoogst eigen persoon, zou bij de vorming van een regering in
zo’n apenland als het onze, voor onmogelijk houden. Met dergelijke
vooruitzichten kan ik alleen maar uitroepen als .. “Zal ’t gaan, ja?”
**
*
Is
het dan zò erg, dat iemand om zijn geesteelijke honger te stillen,
alleen maar kan teruggrijpen naar de Middeleeuwen om daar ergens
‘Vaderlandsche Gevoelens terug te vinden? En men qua serieuze échte
literatuur van eigen bodem alleen maar kan teruggegrepen worden naar zaken van meer dan 1000 à 150 jaar terug?
Ja,
daar is Stijn Streuvels, Felix Timmermans, ERnes Claes en nog zoveel
anderen. Maar die zijn al decennia ad patres. Van anderen oem ik liever
geen namen. Al wol ik de eer niet onthouden om door mij hoofdschuddend
te worden bekeken: Tommeke Lanoye en Hermanneke Brusselmans.Ze reiken
nog niet tot de enkels van Willem Denys (Roeselare 1911-1983) die met
‘Peegie van de Nieuwmarkt’ genade vond in de ogen van mijn bejaarde
moeder, die dan toch nog iets liever Courts-Maler las.
**
*
“Peegie
es den ôofdpersôon uut de boekn van Willem Denys. Peegie ountstound in
de fantasie up de Nieuwmarkt in Roeseloare. Die veroalen wierden
overgedroagen van generatie up generatie.
Achiel
Denys, de voadre van Willem, schrêef vele van die vertellingen in zyn
"calpinske" en vertelde ze by veel gelegeneedn, ounder andre an
Roeseloarse vluchtelingn die binst 't endoffensief in 1918 de stad
moestn ountruumn en ier en toa ounderdak vounden. Willem Denys èt die
veroalen toen verder uutgewerkt.”
*
Tot
zover deze duik in de mijn omgeving. De rest van dit verhaal staat in
de volgende Blog (Nr 5313) waar hert gaat om … Staatshuishoukunde in de
hoofdstad van deze apenkooi.
*
*
Zondag 24 November 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten