1022 – ESSAY
*
*
In 100 jaar een WERELDRIJK
De snelle expansie van de islam (deel 2)
*
Na
de snelle en gemakkelijke veroveringen van de moslims die werden
geschetst in deel 1, verliepen hun verdere gebiedsuitbreidingen die in
dit deel 2 worden geschetst, trager en moeilijker.
*
Veroveringen van de Maghreb, Spanje, Centraal-Azië en Indus-vallei
De Profeet Mohammed
(570-632)
Echte naam Muḥammad ibn ʿAbdullāh
Bijnaam Al-Amin (de betrouwbare)
*
Deze
gebieden liggen veel verder van Medina en Damascus dan de tot A.D. 650
veroverde gebieden. Damascus was sedert 661 de hoofdstad van de Umayyaden dynastie. Deze nieuwe veroveringen waren moeilijker en langduriger. De Maghreb ligt ten westen van Egypte en bestrijkt de hele noordkust van Afrika of het huidige Libië, Tunesië, Algerije en Marokko.
*
Centraal-Azië
behelst het gebied tussen de oostgrens van het huidige Iran tot de
meest westelijke provincie in het huidige China, Sinkiang. Dat gebied
omvat de volgende huidige landen of delen ervan, volgens de klok: Turkmenistan, Oezbekistan, Kazakhstan, Kirgizië, Tajikistan, Afghanistan en Pakistan. De gouverneurs van de kaliefen in respectievelijk Fustat, het latere Caïro, en Merv, organiseerden die veroveringen.
De Maghreb en Spanje
Na
de inname van Egypte rond 650 zullen een 60 jaar nodig zijn om de
Maghreb in te nemen. De taaie Berbers zorgen er voor tegenwind, meer dan
de Byzantijnen. De val van Carthago, de belangrijkste Byzantijnse stad
in de Maghreb, in 698, en wat later de bouw van de buitenpost Tanger in
het uiterste westen tegenover Gibraltar, voltooiden de verovering van de
Maghreb.
De overtocht naar Spanje in 711 door de islamitische Berberleider Tariq
in dienst van de Arabieren was waarschijnlijk bedoeld als rooftocht ter
compensatie van het gebrek aan soldij. Maar deze plundertocht werd het
begin van de Arabische aanwezigheid in Al Andalus gedurende 800 jaar.
Er
was wrevel tegen de uitbuiting door de islamitische veroveraars van de
Berbers als slaven. Er volgden vele Berberse opstanden. Ook als
bekeerlingen tot de islam werden de Berbers lang als onbetrouwbaar
beschouwd. Zij apostaseerden vaak.
In 698 werd een grote opstand onderdrukt die onder leiding stond van
de Berbervrouw Kahina
in het Aurèsgebergte. Vanuit deze bergen in het oosten van het huidige Algerije startte ook de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Fransen in 1954.
*
Dat
was niet het laatste Berbers verzet. Hun grote opstand in de Maghreb in
740-741 zou er mede voor zorgen dat na de nederlaag van de Spaanse
islamieten tegen de Franken in 732 in midden-Frankrijk, geen nieuwe
pogingen werden ondernomen om ten noorden van de Pyreneeën door te
stoten.
Potiers
*
In de 11de eeuw, na het verval van het Cordoba-kalifaat van de Umayyaden in de 10de eeuw, namen de islamitische Berberse Almoraviden
de leiding van het islamitische Spanje van de Arabieren over. In de
12de eeuw grijpen eveneens islamitische Berbers, de Almohaden, de macht.
Die waren puriteinser, intoleranter en wreder dan de eerste
veroveraars.
Centraal-Azië en de Indusvallei
Na
de verovering van Merv in 651 zou de onderwerping van het toch niet zo
omvangrijke Transoxanië, dat grotendeels samenvalt met het huidige
Oezbekistan, met de legendarische steden Bukhara en Samarkand op de zijderoute,
nog 100 jaar duren. Deze veroveringen werden brutaler. Die volkeren
waren reeds lang zelfstandig. Ze lieten zich niet gemakkelijk
onderwerpen. De rijkdom van de streek prikkelde de plunderzucht. De
zijderoute liep erdoor. Vóór de islamieten kregen de Perzen er slechts
moeilijk voet aan wal, maar hun culturele invloed was er groot. Velen
spraken er Perzisch of Perzisch-getinte dialecten of talen zoals in het
huidige Tajikistan en Afghanistan.
Deze
veroveringen werden ook vertraagd en bemoeilijkt door twisten tussen de
verschillende Arabische stammen, een oud zeer dat moeilijker kon
bestreden worden door de 4000 km afstand van Damascus, de zetel van het
kalifaat. In dit verre gebied lag de broeihaard van de burgeroorlog van
743 tot 750, waarna de Abbasiden vanuit Bagdad de plaats innamen van de
Umayyaden in Damascus.
De
invloed van de Perzische cultuur, die zelf reeds was bevrucht door de
Griekse, werd dominanter. De ‘perzificatie’ van de islam zette zich
door. Gedurende eeuwen was de Perzische cultuur een unicum. Die werd dan
ook snel geassimileerd door zowel de Arabieren als door latere Turkse
dynastieën die over Perzië regeerden. Ook de Spaanse Umayyaden lieten
zich beïnvloeden door de Perzische cultuurelementen van hun
aartsvijanden, de Abassiden. Naast beïnvloeding is er ook beïnvloed
worden. Zo was de Perzische dynastie van de Achaemeniden (559-330 v.C.)
een welwillende voedingsbodem geweest voor assimilatie van de cultuur
van overwonnen of aangrenzende volkeren zoals de Griekse, Egyptische,
Mesopotamische, hindoeïstische en boeddhistische. Een ingesteldheid die
vaak leidt tot grote culturen.
Op de grens met het Verre Oosten
In
Transoxanië bestonden vele vorstendommen met hoofse, ridderlijke
gewoonten en een sterke onafhankelijkheidsdrang. Die drang werd ook
gedeeld door de nomadenstammen van Turken, volkeren die eeuwenlang
vanuit het Altaï gebergte, ten noorden van Mongolië, zuid- en
zuidwestwaarts waren getrokken. Ook Mongolen zijn ten dele een
Turkenvolk. Het Oezbeeks en het Turkmeens zijn Turkse talen.
Toch werd China door Arabische en autochtone moslims verslagen in 751 in Talas, in het zuidoosten van het huidige Kazakhstan
Die
grensgebieden hadden trouw gezworen aan de Chinese keizers van de
Tang-dynastie (618-907). Door plaatselijke vorsten en nomadische Turken
werden de Chinezen aangezocht mee te strijden tegen de Arabieren. Maar
de Chinezen hielden de boot af. Die gebieden lagen te ver af van hun
belangencentrum. Toch werd China door Arabische en autochtone moslims
verslagen in 751 in Talas, in het zuidoosten van het huidige Kazakhstan.
Een nederlaag die zonder gevolg bleef omdat de moslims nooit verder
naar het oosten optrokken.
De
benedenloop van de Indus in het huidige Pakistan was reeds in 711-712
veroverd. Ook tot daar had de Perzische invloed gegolden. Een aanleiding
voor deze verovering zou de piraterij zijn geweest vanuit dit gebied op
Arabische handelsschepen.
Indusvallei
lag op de zeeweg die een alternatief vormde voor de Zijderoute over
land om handel te drijven met het Oosten. Ook hier profiteerden de
veroveraars van de verdeeldheid tussen hindoekrijgers en pacifistische
boeddhisten.
Snelle verovering is soms duurzaam…
De
islamitische veroveringen zijn uitzonderlijk zowel wat betreft hun
snelheid als hun duurzaamheid. Deze veroveringen van Spanje tot de Indus
en Sinkiang, een 9.000 km, voltrokken zich over iets meer dan één eeuw
en de blijvende invloed ervan is groot, niet op politiek, maar op
godsdienstig vlak.
Enkele historische voorbeelden ter vergelijking brengen dit in perspectief.
We
starten met een voorbeeld dat enigszins analoog is aan het
islamitische. Vanaf de 8ste eeuw v. C. koloniseerden de Grieken, toen
een 150 stadstaten, de kust rond quasi de hele Zwarte Zee en grote
stukken van de kust van de Middellandse Zee, namelijk in het huidige
Oost-Spanje, Frankrijk, Zuid-Italië, Sicilië, Albanië en Libië. Andere
kustgebieden van wat de Romeinen de Mare Nostrum noemden, stonden onder
de invloed van de Carthagers, zoals Zuid-Spanje en de Maghreb, en van de
Feniciërs, zoals het huidige Libanon, Syrië en Israël.
Roets 2019
Met
de campagne van Alexander de Grote van Macedonië tussen 336 en 323 v.
C. werd wellicht een historisch snelheidsrecord van territoriale
uitbreiding gevestigd: van Klein-Azië en Egypte, over Perzië tot in
Centraal-Azië, of tot in het huidige Turkmenistan, Oezbekistan,
Kazachstan, Tadzjikistan, Kirgizië, Afghanistan en Pakistan. Maar na
Alexanders dood verdween zijn rijk snel. Zijn generaals verdeelden het
onder elkaar. Maar haar invloed bleef nazinderen, niet politiek, maar
cultureel: de hellenisering, de verspreiding van de Griekse cultuur, via
onder meer de Ptolemaeën in Egypte en de Seleuciden in Perzië, tot in
Indië en China.
maar zeker niet altijd
De
volgende drie voorbeelden illustreren de basisregel: snelle
veroveringen hebben geen of weinig blijvende invloed, trage veroveringen
hebben langdurige invloeden.
Rome
deed er vier eeuwen over om haar maximale gebiedsuitbreiding te
bereiken onder keizer Trajanus bij de aanvang van de 2de eeuw, een
gebied grosso modo gelijk aan dat van de islam in 750 en dat van de
Perzische Achaemeniden rond 500 v.C. De blijvende invloed van Rome was
groot.
De Mongolen onder
Genghis Khan
hadden
er slechts de eerste helft van de 13de eeuw voor nodig om, weliswaar
met grote wreedheid, een veel grotere oppervlakte in te palmen dan de
Romeinen in 400 jaar en de Arabieren in 100 jaar: van de Zwarte Zee tot
de Stille Oceaan. Maar na verval rond 1335 en een opflakkering in de
tweede helft van de 14de eeuw onder de nog brutalere Mongool Timur, met
meer dan een halvering van het voorheen veroverde gebied, bleef het
bergaf gaan. Met weinig blijvende invloed.
Een
recenter voorbeeld van een snelle verovering waar niet zoveel van
overbleef, was die van Napoleon, althans niet buiten Frankrijk, en met
uitzondering van zijn Code. Op het hoogtepunt in 1812 was het onder zijn
voogdij staande Europa iets groter dan de Europese gemeenschap bij haar
stichting in 1957.
Het
lijkt logisch dat snelle veroveringen vaak gepaard gingen met het snel
wegebben van hun invloed. Maar niet die van de Arabieren. Die invloed
bleef lang nazinderen, vooral religieus. En dit tot vandaag. Ook
Alexander de Grotes veroveringen waren een uitzondering op de regel: een
snelle verovering met een langdurige invloed, niet politiek, maar
cultureel.
De Arabieren en de islam vandaag
Tussen
750 en ongeveer 1000 bleven de grenzen van de islamitische wereld
ongeveer dezelfde. Rond 1000 vond de verovering van Voor-Indië plaats.
Daarna vond de islam verder ingang in Klein-Azië, Azië, Afrika en
Zuid-Oost-Europa. Maar de Arabische eenheid en hun politieke gewicht
verzwakte geleidelijk tijdens de Abbasidendynastie. Die duurde van 750
tot formeel 1258. Maar reeds vanaf circa 800 namen regionale dynastieën
over. Die waren overwegend niet Arabisch, maar van Perzische, Berberse,
Turkse en Mongoolse oorsprong.
Vandaag bestaan nog drie dynastieën van Arabische oorsprong: de Hasjemieten in Jordanië, de Alavieten in Marokko en de Saoudis in Saoudi Arabië.
De
langst durende en belangrijkste dynastie was die van de Turkse
Ottomanen die aanving in de 14de eeuw in het huidige Turkije. Die
bereikte een hoogtepunt in de 16de eeuw, na de verovering van Constantinopel in 1453, om dan te verzwakken tot haar opheffing na de eerste wereldoorlog. Daarna kwam het seculiere Turkije van Ataturk (1881-1938).
*
Op
een wereldbevolking van 7,3 miljard in 2015 waren 1,8 miljard islamiet,
een 24%. Slechts een 5% daarvan zijn Arabieren. Op de eerste plaats
stonden de christenen met 31%. Hindoes, boeddhisten en joden hadden
aandelen van respectievelijk 15%, 7% en 0,2%. Bij extrapolatie van
huidige trends in fertiliteit en mortaliteit zouden in de volgende halve
eeuw de islamieten de christenen voorbijsteken.
21 DECEMBER 2018
*
FRANK BOLL
Geen opmerkingen:
Een reactie posten