Dinsdag 4 september 2018
04:46:52
04:46:52
Vandaag
ietske beter en dus ietske langer geslapen.. Op deze dag in 1944, dat
is dus dag-op-dag 74 jaar geleden, moesten de laatste ontmoedigde Duitse
eenheden, even oorlogsmoe als wij, bij ons on de streek
Roeselare-Ieper, meestal
(te voet of met de gestolen fiets, ja zelfs met kinderwagens om de lasten te dragen)
het
veld ruimen, als door horzels op de hielen gezeten door een kleine
horde mini-tankjes van slechts 2 man van het Pools ‘Bevrijdings’ Leger.
Er waren in die late namiddag wat schermutselingen geweest in de velden
van de omgeving, maar wij en de buren bleven zoveel mogelijk binnen.
Want her er der zaten groepjes Duitsers, - haast nog opgroeiende jongens
- met hun wapentuig, verscholen in de huizen. Volgens mijn eigen Grote
Broer, zaten die onder commando en dus in de greep van een of andere
SS-onderofficierdie nog altijd fgeloofde in de eind-overwinning. Grote
Broer had ’n paar dagen voordien nog gevoetbald met hen. Hij kende zelfs
hun namen…
De
buren zaten bij elkaar gekropen, verscholen in bijgebouwen en
alleenstaande schuren of schuurtjes.. Er werd wat geschoten en er werden
een paar kanonschoten van tussen de huizen op de naderende tanks
gelost. Er sneuvelden ’n Duitser en twee Poolse soldaten, die jarenlang
in ‘Het Jaargetijde’ voor de Overleden Parochianen, - waaronder ook onze
Pa - van op de preekstoel in de Hoogmis werden herdacht. Het waren ’n
zekere Thadeus Sarò en ’n Thades Magnikofski of zoiets. De Duitser werd
nadien ter plaatse door de buren als ’n hond in de grond gestopt aan de
slootkant. Om maanden later te worden her-opgegraven en overgebracht
naar Vladslo op de grote Duitse verzamel-begraafplaats. Het ‘Soldaten
Friedhof’ in het nabije Langemark was inderdaad voorbehouden voor d
helden van de vorige wereld oorlog…
Vervolgens
kwamen daarna dan hectische en ‘heldhaftige dagen’ van de Witte
Brigade. Waat ’n gast van 8 jaar zoveel mogelijk werd van weg gehouden.
Overal verschnenen ’s morgens plots hakenkruisen op sommige gevels…. Aan
andere gevels hingen even onverwachts ’s morgens op weg naar school,
ineens overal langs de grote Bruggesteenweg, driekleuren. Vaak bij
mensen waarvan de dochter ‘met dn Duits had gelopen’. Want het
straatjesvolk had heel het land overgenomen. De Ieperse toenmalige
‘Rijkswacht’ keek gewoon de kat uit de boom, en liet de ‘Witte Brigade’
gewoon begaan. In ons dorpje werd onze Beschermer, de
oorlogs-burgemeester en gewezen
(voor ons zeer milde werkgever van onze Pa),
door
het rapaille met witte armbaden midden in de nacht van zijn bed gelicht
en meegesleurd, stengun schietensklaar tegen het hart gedrukt.. Na een
paar dagen was die, zo onschuldig als een pas geboren baby, wel terug
thuis, maar de schrik zat er vanaf dan, definitief in. Datzelfde
spelletje herhaalde zich, toen in Mei ‘45 het nieuws kwam dat de eerste
concentratiekamp-gevangenen en weggevierde dorpsgenoten bevrijd waren en
zouden terugkomen.
Deze
keer kwam men hem halen in een tumultueuze optocht met veel nutteloos
mitraillieur-vuur in de nachtelijke lucht, want het ‘Gewapend Verzet’
was nà de oorlog pas in volle gang geckomen. Vooral de vrouwen vab de
overal weggevoerde ‘collaborateurs’ moesten het ontgelden…. Dat wisten
wij, klein mannen ook, oldat de Pasroor daarover predekte in de
Zondagsmis. Iedereen was plots verdacht, vooral zij die ondertussen,
desnoods al Lid van het Davidsfonds en dus hoogst verdacht, in een van
de vele ondertussen opgericht, deze keer Belgische ‘Hechtenuiskampen’
zaten. In naam van Het Vaderland, opgesloten als wilde beesten. Bij ons
in West-Vlaanderen was dat in Sinte Kruis of in de grote gevangeis van
Het Pandreitje in Brugge zelf. Ook daar zijn trieste verhalen bekend van
de vle ‘pakjesdragsters’ die tegen ‘betaling in natura’ aan de
Bewakers, ‘n voorraadje levensmiddelen voor de Geliefde mochten gaan
afgeven in de ‘corps de garde’ va die kampen..
Hechteniskamp Lokeren
*
Onze
Pa was nog maar anderhalf jaar daarvoor gestorven, en hoe ons Ma zich
in die tijd daar allemaal heeft doorgeslagen, kan ik mij zelfs vandaag
niet goed voorstellen.
Het
moet de tijd geweest zijn dat het VNV, voorlopers van het Vlaams
Belang, vogelvrij werd verklaard. Maar een arme weduwe met 5 kleine
kinderen werd met rust gelaten. Zelfs toen ik het voorjaar 1945 een
goede vriend van onze Pa op de binnenkoer van de Ieperse
Rijkswachtkazerne als op een kermis-attractie om zes uur in de morgen de
kogel kreeg. Uitspraak van de Krijgsraad te velde. Zijn laatste
doodskreet wasn ‘Leve Dietsland’, die natuurlijk in ‘Het Iepertje’ van
de dag zelf werden weergegeven als ‘Leve Duitsland…
Het
verhaal van deze terechtstelling werd mij jaren later, toen wij al in
Italië woonden, van naaldje tot draadje verteld door de bejaarde weduwe
va een van die toen dapper toekijkende verzetshelden…
*
Als de oorlog al iets was om niet over nar huis tee schrijven, was de Vrede nog veel verchrikkelijker.
Mijn
veel oudere buurjongen, pas tot onderwijzer benoemd in een naburig dorp
waar hij dagelijks met zijn mooie hoge Hollandse fiets naartoe reed,
liep ik na schooltijd door de velden iedere avond kilometers ver
tegemoet. 0m, naast hem lopend, uit zijn mond de ‘Vaderlandse
Geschiedenis’ van mijn échte ‘Vaderland’ te leren kennen. Het waren de
dagen van de dynamitering door ‘onbekenden’ van de Eerste IJzertoren in
Kaaskerke. Van hem kreeg ik de eerste bladen zwart-gele klevertjes om
die zoveel mogelijk in de school-omgeving, tegen een zacht prijsje, aan
de man te brengen…Met de opbrengst zouden de Vlamingen uit eigen zak een
Nieuwe en Hogere IJzertoren hher-bouwen.
O Ja, die dagen van weleer. Les jours d’Antan. Waar de dagen trager waren.
Waar
de dagelijkse ‘Taptoe-Clairons’ van de ‘Last Post’ van onder de
Menenpoort bij valavond nostalgisch tot ver in de naburige velden
weergalmden. Maar het verleden komt wel niet terug.
*
Enkele
jaren later zagen wij op de muren aan de straatklant van onze
voorvaderlijk college-muren nog de weggekrabde sporen van de letters in
zwarte teer, waar volgens het zeggen van de (nieuwe) Ieperse vriendjes
die het konden weten, had gestaan ‘Rome of Moskou’. De wervingszin voor
de Oostfrontrs…
Ja,
ik spreek van datzelfde Bisschoppelijk St Vincenetius College die vele
jaren later den Yves Leterminator heeft voortgebracht…
Mijn
eigen college-jaren daar liepen van 1948 tot1955. Daarna begon de
Militaire Dienst voor 24 (verlioren) maanden: Leuven, Sijssele,
Leopoldsburg, en kon ik het volle leven instappen. Met werken en
studeren. Of met studeren en werken, zoals U verkiest. Om later on het
Waregemse ‘Gezinshoofd’ te mogen worden van een levenslange
‘verbintenis’ die amper 26 jaar heeft geduurd….
En dat duurt tot in deze huidige velige haven tot de huidige dag, met vallen en opstaan, …
*
Digitaliaanse Hemelrijker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten