Heb
de voorbije week de maandag, de dinsdag en de woensdag, de 3 eerste
dagen van de week, doorgebracht met van dag tot dag, ja zelfs binan van
uur tot uur, het intensief beleven van slechts één enkel luisterboek.
Namelijk de Europese Wordingsgeschiedenis van 1789 tot 1914. Dat waren
nog eens tijden! Met Volkeren Bonden, Ententes Cordiales, Sissi’s,
Metternichen en Einzel- oder Bis Marcken.
**
Otto von Bismarck
*
En ja, ik moet het toegeven: dat was, achteraf gezien, iet of wat teveel van het goede. Wel vond ik er, zeer tot mijn grote spijt, heel veel feiten over de (uitdagende) suprematie van onze verdomd zeer hoogbegaafde Oosterburen. Ware daar niet die eeuwige ‘Sehnsucht’ naar Das Militär, waar de rest van de wereld dan telkens weer het slachtoffer van werd.
Eerlijk
gezegd, en buiten alle kortzichtigheid: hun stam-verwantheid met
sommige omringende kleinere buurvolkeren kan alleen maar positief
uitdraaien. Op voorwaarde natuurlijk dat ze stoppen met zich te gedragen
als een rotbende Julius Césaren boven op een zoveelste zwerm van deze
zoals de soort hieronder….
**
Agha Kahn
*
Mag
het aldus vanaf doe dagen wat gezelliger worden voor ons Oude
Vermoeiode Avondland. Door bijvoorbeeld de kromzwaard-invasie van uit
het brandend hete woestijnzand terug te draaien in een soort moderne
versie van de vroegere Spaanse Reconquista.
Vanzelfsprekend onder de hoede van de Almachtige, die we dan wel dringend terug uit de kast zouden moeten halen.
**
*
Algemeen Besluit.
Gezegde
Oosterburen, geleerd door een tweevoudige ervaring, gaan thans heel wat
bedachtzamer tewerk om hun megalomane dromen te verwezenlijken. Vervang
als OKW ‘Berlijn’ door ‘Brussel’ en het wordt U duidelijk. Wij
Vlamingen hebben daar zelfs een spreekwoord voor: zij laten a.k.w. de
kooltjes door anderen uit het vuur halen.
Met
zijn allen, de Verlichte Grote Verstaden op kop, doen wij daar dapper
aan mee. We (zij) worden dar zelfs koninklijk voor betaald. Zij het met
eigen geld, en niet in Marken. Deze al al te doorzichtige bedotterij
heeft zelfs een naam: de Europese Gemeenschap. Met Broeksèl als vroeg of
laat plat te bombarderen … Hoofdstad. Waarvan de Hoogste Führer in
functie (ad interim maar vooral als circusclown en wiebelende banaan) de persoon van onze bloedeigen Sjarel Premier is, die heen en weer danst tussen Broeksèl en Straatsburg.
**
*
PS
In
heel dat Euro-circus zijn echter wel de Hongaren, samen met de hen
omringende buutlanden de rots in de branding. Sjarel Premier, gewoonlijk
toch minder ‘onder invloed’ dan Zaan Cloot JU, zijn voorganger, zal dat
varkentje wel even wassen. Gewoon uit dankbaarheid voor M&M, de
voorzangers van de Unue.
**
*
Wereldoorlog
*
*
Admiraal-zonder-vloot MIklos Horthy, vader des vaderlands van de 'rompstaat' Hongarije.
**
*
Hongarije of de totale vernedering, 1918-1921
De eindeloze Eerste Wereldoorlog: omwentelingen in Oost-Europa, 1918-1923
*
Na
de wapenstilstand van 11 november 1918, was er aan het oostfront in
Midden- en Oost-Europa voorlopig van vrede nog geen sprake. De strijd
woedde verder. Veel perspectieven waren er niet. De toekomst was
onbestemd en angstaanjagend. Bij deze kriskras door elkaar lopende
oorlogen kwamen, in de periode 1918-1923, nog eens vier miljoen mensen
om het leven. Dat is meer dan het totale aantal gesneuvelden van
Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten samen tijdens de
Eerste Wereldoorlog.
In
deze zomerreeks willen we de onmiddellijke naoorlogse situatie
beschrijven in achtereenvolgens de Baltische landen, Finland, Polen en –
tot slot – Hongarije.
Asterrevolutie
De
dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije kwam niet alleen zwaar gehavend
uit de Eerste Wereldoorlog maar behoorde ook tot de verliezers van de
oorlog. Het was immers vanuit Wenen dat in juli 1914 een ultimatum
vertrok naar Belgrado, hoofdstad van het toenmalige koninkrijk Servië.
Hierdoor kwam een hele carrousel van geheime afspraken en
steunbetuigingen in beweging. Wat uiteindelijk leidde tot de
kanonschoten van augustus 1914.
De
oorlog liep catastrofaal uit voor Hongarije dat sinds 1867 door een
personele unie met het Habsburgse keizerrijk verbonden was. Lezers die
liefhebbers zijn van een lichtere vorm van geschiedenis kunnen hiervoor
naar de Sissi-films kijken. Tevens goed om een idee te krijgen van de
strenge regels aan het Habsburgse hof.
Door het Verdrag van Trianon
van 1920 verloor het land twee derde van zijn grondgebied en kwamen
drie miljoen Hongaren buiten de grenzen te wonen. Hongarije werd zonder
meer het hardst getroffen door de naoorlogse vredesverdragen. Hieronder
schetsen we een beeld van de onmiddellijke en bewogen naoorlogse jaren
in Hongarije en zijn hoofdstad Boedapest.
Op 31 oktober 1918 vond in Hongarije de zogenaamde Asterrevolutie plaats. Deze werd gepleegd door de links-liberale graaf Mihaly Karolyi
en de mee door hem opgerichte sociaaldemocratische Hongaarse Nationale
Raad. De coup verliep grotendeels geweldloos. De aanhangers van de
nieuwe premier
**
Mihaly Karolyi
waren
hoofdzakelijk burgers en gedemobiliseerde soldaten, die op hun hoeden
en petten een aster, de populaire herfstbloem, spelden. Zij stichtten de
Democratische Republiek Hongarije. De Hongaarse koning, tevens keizer
van Oostenrijk, Karl IV (zoon van Sissi…) kon niet anders dan de nieuwe
republiek erkennen. Hij werd meteen afgezet en diende het land te
verlaten. Een van Karolyis eerste beleidsdaden was op 16 november de
personele unie met Oostenrijk op te zeggen. Hij brak volledig met de
monarchale banden van weleer. Tegelijk schreef hij parlementaire
verkiezingen uit, en kondigde een grondhervorming aan. Hierdoor hoopte
hij dat de geallieerden zijn breuk met het verleden zouden erkennen, en
aan zijn land mildere vredesvoorwaarden zouden opleggen. Rekening die
evenwel niet opging.
**
Béla Kun
De
Democratische Republiek Hongarije was maar een kort leven beschoren.
Zij zwalpte van de ene naar de volgende crisis. Zo slaagde de
regering-Karolyi er maar niet in het voedseltekort in zijn land op te
lossen. De economische en sociale problemen waren in het land gigantisch
te noemen.
Midden maart 1919 kon de communistische leider Béla Kun (1886-1938)
vanuit zijn cel in Boedapest de sociaaldemocraten ervan overtuigen uit
de regering te stappen, en samen met de Hongaarse communistische partij
een regering te vormen. Wat uiteindelijk niet nodig bleek te zijn.
Immers op 21 maart bood Karolyi zelf zijn ontslag aan. Vanuit Parijs
hadden de ‘vredestichters’ de Roemenen toestemming gegeven om een flinke
strook Hongaars gebied in te palmen. Tegelijkertijd beval Parijs dat de
Hongaren hun troepen uit dat gebied dienden terug te trekken. Uit
protest hiertegen nam Karolyi ontslag. Trouwens Hongarije zag zich al in
de maanden november en december 1918 beroofd van heel wat terrein.
Béla
Kun was de zoon van een joodse notaris uit een dorp in Siebenbürgen
(Transsylvanië); tegenwoordig behoort dit gebied van oorspronkelijk
Duitse (‘Saksische’) kolonisten tot Roemenië. Als journalist en
links-radicaal publicist maakte hij al voor de oorlog naam. Vanaf 1914
streed hij in de rangen van het Habsburgse leger tot hij krijgsgevangen
werd gemaakt. In Russische gevangenschap evolueerde Kun tot een
overtuigd bolsjewist. Na de Oktoberrevolutie kwam hij terug op vrije
voeten te staan. In december werd hij door Lenin naar Boedapest gezonden
en richtte Het Rode Nieuwsop. In het roerige Boedapest agiteerde hij
tegen de Habsburgers en de regering. Gevolg was dat hij al enkele weken
na zijn aankomst, aangehouden werd en de binnenzijde van een
gevangeniscel te zien kreeg. Het deerde hem niet. Door ‘contacten’ en
steekpenningen kon hij zijn cel ombouwen tot een communistische
partijcentrale, van waaruit hij de touwtjes strak in handen hield.
De coalitie met de socialisten ontaardde in korte tijd in een bloedige rode dictatuur
Uit
angst voor een burgeroorlog gingen de Hongaarse sociaaldemocraten in op
het voorstel van Béla Kun. Op diezelfde 21 maart kwam een nieuwe
regering met de communisten tot stand. Algauw domineerde Kun als
minister van Buitenlandse Zaken de regering. De coalitie met de
socialisten ontaardde in korte tijd in een bloedige rode dictatuur. De
Hongaarse Radenrepubliek, die 133 dagen zou duren, werd uitgeroepen.
Revolutionaire terreur
In
de loop van zijn kortstondige regeerperiode kondigde Béla Kun steeds
maar weer nieuwe drastische hervormingen aan, die grotendeels gebakken
lucht bleken te zijn want niet door te voeren. Een losse greep: het
grootgrondbezit werd afgeschaft en de gronden werden onder de boeren
verdeeld, ondernemingen met meer dan 25 werknemers werden
staatseigendom, eigendommen van de Kerk werden in beslag genomen, het
schoolonderwijs werd grondig aangepakt en natuurwetenschappen en de
principes van de socialistische ‘heilstaat’ kwamen op de eerste plaats,
het gemeenschappelijk baden tijdens de schooluren diende aangemoedigd te
worden samen met seksuele voorlichting, alcohol werd verboden,
adellijke titels verdwenen en voedselvoorraden bij boeren werden in
beslag genomen en naar de hongerende hoofdstad gebracht. Op 1 mei 1919
werden alle ‘burgerlijke’ monumenten met (dure) rode lakens aan het
zicht onttrokken. De eigen rode soldaten bezaten op dat moment een
tekort aan laarzen en geweren.
Om in de steden en op het platteland de orde met harde hand te handhaven, werden de zogenaamde ‘Leninjongens’ opgericht.
Een troep van zowat vijfhonderd fanatieke rode jongeren. Ze reden in
kolonnes rond of maakten gebruik van gepantserde treinen. Als uniform
droegen deze terroristen in staatsdienst zwarte lederen jassen en dito
broeken. Overal ontwaardden ze contrarevolutionaire opstanden en maakten
maar al te graag gebruik van zinloos geweld. Voor martelingen en
veemmoorden schrokken ze niet terug. Zo’n zeshonderd moorden staan op
hun conto.
**
*
Op
buitenlands gebied werd de Radenrepubliek dadelijk met omvangrijke
gebiedsvorderingen geconfronteerd. De bezetting van grote delen van het
voormalige koninkrijk door Roemeense, Joegoslavische, Franse en
Tsjechoslowaakse troepen leidde tot grote verbittering. Deze gebiedsroof
riep onder Hongaarse burgers, patriotten, studenten en voormalige
soldaten van het keizerlijk en koninklijke leger wraakgevoelens op. Heel
wat vrijwilligers, ook officieren, sloten zich aan bij het nieuwe Rode
Leger van Béla Kun.
Onder
leiding van de volkscommissaris voor Militaire Zaken Tibor Szamuely
ging het leger in de tegenaanval, en slaagde erin de invasietroepen te
blokkeren. Meer zelfs, in het noorden van Hongarije slaagden Szamuelys
troepen erin om heel wat verloren gebied ter heroveren. Grote delen van
Slowakije konden bezet/bevrijd worden. Op hun beurt sloegen
Tsjechoslowaakse brigades op de vlucht voor het rode wraaklustige
geweld. Kun kon met trots aan Lenin melden dat hij een Slowaakse
Radenrepubliek opgericht had — ze bestond echter nauwelijks drie weken
van 16 juni tot 7 juli 1919.
Deze
plotse wending van de oorlog deed in Parijs alle alarmklokken afgaan.
De Hongaren vernamen dat ze onmiddellijk alle vijandelijkheden dienden
te staken, en zich moesten terugtrekken tot achter de afgesproken
demarcatielijn van november 1918. Ten slotte werd een akkoord bereikt.
De Hongaren zouden zich terugtrekken uit Slowakije waardoor een einde
kwam aan de aldaar heersende Radenrepubliek, en de Roemenen zouden hun
verdere opmars staken.
Inmiddels
nam na een mislukte socialistische coup de rode terreur in Boedapest
toe. Hierdoor nam het verzet tegen het terreurregime van Béla Kun
overhand toe; dat was in de eerste plaats te merken op het platteland
waar de gelovige boeren niets moesten hebben van de atheïstische
communisten. Vooral toen bleek dat de Roemenen — Roemenië was in 1917
totaal verslagen en bezet door de Centrale Mogendheden — geenszins van
plan waren om hun opmars richting Boedapest te stoppen.
Tevergeefs
deed de bolsjewiek Kun beroep op de aanbeden Lenin om militaire hulp te
verlenen. De reactie was negatief. Het overbelaste Rode Leger zat
verwikkeld in een burgeroorlog en voerde strijd met Polen. Een nieuw
front konden ze er niet nog eens bij nemen. Bovendien voerden ze al
oorlog met Roemenië omwille van het bezit van Bessarabië. Deze
Moldavische landstrook werd in 1920 definitief bij Roemenië gevoegd. Ten
einde raad probeerde Kun in de zomer van 1919 in Oostenrijk een
radenrepubliek te installeren om toch minstens één bondgenoot te hebben.
Ook bevonden er zich in het Alpenland nog aanzienlijke wapendepots.
Tevergeefs! De Oostenrijkse socialisten haalden hun neus op voor de
Hongaarse bolsjewisten. Een communistische machtsgreep in Wenen werd
bloedig neergeslagen.
Op
3 augustus 1919 capituleerde de zuidelijke Hongaarse legergroep en
konden de Roemenen de Hongaarse hoofdstad bezetten. Roemeense soldateska
gingen zich hierbij te buiten aan moorden, verkrachtingen en massale
plunderingen. Van het eens bruisende Boedapest bleef niets meer over.
Voor de Hongaarse bevolking des te vernederend daar zij tijdens de
Eerste Wereldoorlog mee Roemenië letterlijk van de kaart hadden geveegd.
Béla
Kun vluchtte na de Roemeense bezetting met enkele vertrouwelingen naar
Oostenrijk en vandaar naar Moskou. Hij werkte er onder meer voor de
Komintern. Op 29 augustus 1938 werd Kun op bevel van Stalin tijdens de
zuiveringsprocessen terechtgesteld.
*
Miklos Horthy
**
Op
30 mei 1919 hadden Hongaarse anticommunisten in de door de Fransen
bezette stad Szeged een contrarevolutionaire of Wit-Hongaarse regering
gevormd. Hun volksleger stond onder commando van voornoemde Horthy,
telg uit een familie van aristocraten en kleinere grootgrondbezitters.
Hij was de oorlogsheld van de Hongaren en de eerste en enige admiraal
van de Oostenrijks-Hongaarse zeemacht. De Dalmatische kust aan de
Adriatische Zee maakte tot 1918 deel uit van de Donaumonarchie. Na de
capitulatie lag Hongarije op ongeveer vierhonderd kilometer van de zee
verwijderd. De ijdele Horthy, monarch in hart en nieren, was een
tijdlang vleugeladjudant van keizer Franz Josef geweest, en stond op
goede voet met diens opvolger Karl. Toen hij in november 1918 afscheid
van de keizer nam bezwoer hij: ‘Ik zal niet rusten voordat Uwe Majesteit
weer op uw rechtmatige troon in Wenen en Boedapest zit.’
Horthy’s
leger telde in het begin 6568 vrijwilligers waarvan drieduizend
officieren uit het voormalige keizerlijk-koninklijke leger. Daarbij
kwamen nog eens achthonderd officieren uit de koninklijke Hongaarse
gendarmerie. Na het einde van de Radenrepubliek breidde het
officierenleger zich vlug uit. Horthy werd minister van Defensie van de
kortstondige Republiek Hongarije (1919-1920), die het machtsvacuüm na de
val van de 133 dagen durende Radenrepubliek diende op te vullen.
Witte terreur
Onder
druk van de Entente, vooral dan Frankrijk, ontruimden in november 1919
de Roemenen de Hongaarse hoofdstad. Op 16/11/1919 reed
admiraal-zonder-vloot Horthy, gezeten op een witte schimmel, aan het
hoofd van zijn volksleger triomfantelijk Boedapest binnen. Na de parade
raasde een ‘witte’ vloedgolf over de hoofdstad. Eenieder die ook maar
verdacht werd van linkse sympathieën werd opgepakt en in de gevangenis
geworpen. Anderen werden zonder vorm van proces geëxecuteerd.
Slachtoffers waren vooral joden, linkse intellectuelen, Leninjongens en
wie verdacht werd van collaboratie met de Roemenen. Het aantal dodelijke
slachtoffers van de witte terreur wordt op vijfduizend geschat, en
75.000 mannen en vrouwen verdwenen voor korte of langere periodes in de
gevangenissen waar ze blootstonden aan folteringen en harde
ondervragingen. Nog eens 100.000 mensen, vooral intellectuelen,
communisten, socialisten en joden, vluchtten het land uit en zochten
vooral in Wenen en Praag een nieuwe toekomst. De witte terreur maakte
meer slachtoffers dan de rode, die hij moest vergelden. De communisten
hadden ‘slechts’ zeshonderd doden op hun geweten.
Horthy
zou later ten stelligste ontkennen dat hij dergelijke ‘bloeddorstige’
orders gegeven had. Wel verdedigde hij de witte terreur als ‘uitingen
van patriottisch enthousiasme’.
Een
anticommunistische en rechtse regering nam het bewind in handen en
stond voor schier onoplosbare moeilijkheden. Werkloosheid, inflatie en
prijsstijgingen raasden door het land. Toch groeide Horthys populariteit
razendsnel, vooral dan op het platteland waar men toch al niets moest
hebben van communisten en joden. Horthy werd aanzien als de nieuwe
redder des vaderlands. In korte tijd groeide het volksleger of ‘witte’
leger uit tot 30.000 manschappen. Heel wat oudgedienden uit het Rode
Leger traden toe. Allen dienden ze vooraf aan Horthy persoonlijk trouw
te zweren, waarna ze amnestie kregen.
Trianon
De verdeling van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie na het verdrag van Trianon.
Schandvrede
In
januari 1920 werden er in een sfeer van intimidatie
parlementsverkiezingen gehouden. De twee rechtse partijen behaalden de
meerderheid. Op 29 februari 1920 werd het koninkrijk hersteld en kwam er
meteen een einde aan de republiek Hongarije. Een koninkrijk evenwel
zonder koning. In afwachting van zijn terugkomst werd er een regent
aangesteld die in zijn plaats regeerde: admiraal Horthy. Hij was de
enige geschikte kandidaat. Voor alle betrokken partijen, met
uitzondering van de linkse oppositie in het buitenland, was hij de
ideale compromisfiguur. In korte tijd veranderde Hongarije in een
militaire dictatuur. Er kwam een einde aan de witte terreur en recht en
orde werden hersteld. Zijn grote doel als regent kon hij evenwel niet
verwezenlijken: Karl IV terug op de koningstroon plaatsen.
Op
4 juni 1920 ondertekende een Hongaarse delegatie onder protest in het
kasteel van Grand Trianon nabij Parijs het door de geallieerden
opgelegde vredesverdrag. Hongarije verloor 70 procent van zijn
grondgebied en twee derde van zijn bevolking. Aanzienlijke Hongaarse
minderheden woonden in de nieuwe buurlanden Roemenië, Joegoslavië en
Tsjechoslowakije. Nog steeds staat ‘Trianon’ in Hongarije bekend als de
willekeur van de geallieerden. Aan alle openbare gebouwen in Hongarije
hingen de vlaggen halfstok en werden er drie dagen van nationale rouw
afgekondigd. Dat zou ieder jaar herhaald worden tot in 1940. Het land
was gedemoraliseerd door de grote territoriale verliezen —het land kromp
van 282.000 tot 93.000 vierkante kilometer— en getraumatiseerd door de
Roemenen, de rode en witte terreur. Nog steeds staat ‘Trianon’ in
Hongarije bekend als de willekeur van de geallieerden. Het buitenlands
beleid van de Horthy-dictatuur stond in het interbellum volledig in het
teken van het terugwinnen van de verloren gebieden. Hongarije werd zo in
de armen van de As-mogendheden gedreven. In de eerste helft van de
Tweede Wereldoorlog kreeg het land hierdoor heel wat verloren
grondgebied terug maar in 1945 kreeg het een tweede maal de rekening
gepresenteerd. Desalniettemin is het Groot-Hongaarse streven in bepaalde
middens in 2019 nog steeds levendig aanwezig, vooral op economisch
gebied al krijgen alle etnische Hongaren vandaag van Viktor Orbán het
recht op een Hongaars paspoort…
Literatuur:
Borodziej en M. Gorny, Der vergessene Weltkrieg: Band II: Nationen 1917-1923. Darmstadt, 2018
Conze, Die grosse Illusion: Versailles 1919 und die Neuordnung der Welt. München, 2018
Gerwarth, Die Besiegten: das blutige Erbe des Ersten Weltkriegs. München, 2017
van de Wijdeven, De spoken van Visegrad: de onbekende geschiedenis van Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije. Houten, 2018
PIETER JAN VERSTRAETE
**
In
mijn jeugdjaren uit een o zo ver veleden, stonden de bladen op zeker
moment vol van een zekere Hongaarse Aartsbisschop Midzenty, die in
Budapest, om erger te voorkomen, jarenlang was gevlucht naar de
Amerikaanse Ambassade. Dat was toen Vadertje Stalin letterlijk diens kop
eiste.
Ja
Ja Flavie, toen waren er nog Priesters in overvloed om de vuren
brandende te houden. En geloof me: dat werkte inspirerend. Tenminste tot
het Tweede Vaticaans Concilie er de bijl in zette. Midzsenty was vooral
praktisch voor mij wat betreft het Vak Aardrijkunde…
**
*
Een
Pan Europees Eenheidsleger kàn en mag, als ten minste de Führer ervan
genen Duitse Oostenrijker is! En wat de Britten op datzelfde moment
zouden doen, zullen we, als naar gewoonte, wel zien als het zover is.
**
*
Zaterdag 27 Juli 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten