dinsdag 12 januari 2021

500485 DE TOEKOMST VAN HET AVONDLAND WERD REEDS UITGESTIPPELD DOOR DE ANTTIEKEN

 

.

500485 DE TOEKOMST VAN HET AVONDLAND WERD REEDS UITGESTIPPELD DOOR DE ANTTIEKEN

DINSDAG 29 DECEMBER 2020

INHOUD

HT EERSTE FRANSE STAATSHIOOFD – IN DE GESCHIEDENIS HIJ PRSOONLIJK DEZE BLOG VOLGT? DAT DIE DAARDOOR DE MOSLIMBRODERSHAP VIJANDIG GEZIND WPRDT EN NU NIG DE OOOIT VAN VLAANDEREN GEROOFDE GEBIEEN TERTIG WIL VERVLAAMSEN: MAVROn, TEKEN AN DE WAND?

*

TWEETALIGE PLAATSNAMEN WORDEN IN FRANS-VLAANDEREN WERKELIJKHEID

foto: ©pixabay.com

Neem de trein naar Lille en ontdek Rijsel

*

Een vriend vertelde me een bezoek aan Lille te willen brengen. Hij voegde er aan toe: ‘Ik neem de trein naar Lille’. Ik: ‘Hoezo, er is geen station in Lille’. Hij bedoelde Rijsel in Frans-Vlaanderen. En ik verstond Lille, een gemeente in de niet meer zo stille Kempen, waar ik woon.

U raadt het beste lezer : ik wil het even hebben over de hopeloze kakofonie waarmee Vlamingen en Nederlanders omgaan met Nederlandstalige plaatsnamen in mijn geboortestreek en elders. Een actueel onderwerp in Frans-Vlaanderen, weet je wel.

Rijsel ofte Lille en Flandre

Lille, dat is in het Nederlands de Frans-Vlaamse hoofdstad Rijsel. Altijd zo geweest. En als je graag een woordje Frans spreekt: zeg dan niet Lille, maar Lille en Flandre. Want dat is de enige officiële naam van deze stad met een Vlaams hart.

 

Noodlijdend Lille komt in Nederlandse handen

In Het Laatste Nieuws lees ik ook recent: ‘Noodlijdend Lille komt in Nederlandse handen’. Ik hoop dat de Nederlanders niet alleen de Rijselse voetbalclub redden, maar ook de naam Rijsel gebruiken in hun communicatie.

Chaos in Calais

Het Nieuwsblad titelt vervolgens: ‘Chaos in Calais door nakende brexit’. Vlaamse media berichtten ons overvloedig in vlekkig Nederlands over de ‘jungle van Calais’. En ik schrok van het nieuws dat ‘vluchtelingen uit het Noord-Franse Calais de oversteek van het… Nauw van Kales’ waagden. De Pas-de-Calais tussen Kales en Dover, weet je wel.

Van Kales naar Londen: exoniemen noemt men buitenlandse plaatsnamen met een specifieke Nederlandse naam: bijvoorbeeld Londen, Parijs of Berlijn. Op info borden in de luchthaven van Zaventem stel je vast dat ze niet meer worden gebruikt. ‘Internationale afspraken’, heet zo’n excuus.

De schuld van de geschiedenis


Jean Bart door Alexis Grimou

Graf van Jan Baert/Jean Bart

Standbeeld ter ere van Jean Bart in het plein Jean Bart in Duinkerken. Gemaakt door David d'Angers in 1845

Jan Baert, ook bekend onder zijn Franse naam Jean Bart,[1] (Duinkerke21 oktober 1650[2] - aldaar, 27 april 1702)[3] was een Vlaamse Duinkerker kaper in Franse dienst.

Baert was beroemd om zijn moed en behendigheid. Hij slaagde erin 386 schepen te veroveren, en bracht een groot aantal vaartuigen tot zinken of stak ze in brand. Om die reden werd hij ook "de schrik van de Noordzee' genoemd.

Hij diende een tijdlang onder admiraal Michiel de Ruyter, en behaalde zijn grootste successen tijdens de Negenjarige Oorlog.

Jansen. Zijn overgrootvader Michiel Jacobsen was viceadmiraal voor de Spaanse koning van de Lage Landen. Jan Baert was Nederlandstalig, evenals zijn familie. In 1689 trouwde hij met Marie Tugghe.

Engels onderdaan[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog bleef Duinkerke in Spaanse handen. Bij de Slag bij Duinkerke op 23 juni 1658 veroverde het Franse leger van Henri Turenne Duinkerke op de Spanjaarden. Diezelfde avond overhandigde Lodewijk XIV de stad aan de Engelsen, zijn toenmalige bondgenoten. Baert is 12 jaar en meldt zich als Engels onderdaan aan op een schip.

Kaper voor de Republiek[bewerken | brontekst bewerken]

In 1666 verbond Frankrijk zich met de Verenigde Provinciën tegen Engeland. Cornil Baert, de vader van Jan, vond de dood in Nederlandse dienst bij de aanval van een Engels schip. Baert werd ingescheept als luitenant van het "Vette Varken", welks bemanning werd verzocht de Engelsen in het oog te houden. In de zomer monsterde Baert aan als matroos op de "Zeven Provinciën", het vlaggenschip van de Nederlandse vloot, onder bevel van admiraal Michiel de Ruyter.

Na de Tocht naar Chatham in 1667 werd de Vrede van Breda ondertekend. De Ruyter gaf Baert het bevel over de brigantijn "De Gouden Eend".

Negenjarige Oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Negenjarige Oorlog leed de Franse vloot in 1692 een nederlaag tegen de Engelsen, en bleef daardoor in Toulon voor anker liggen.

Na de Slag bij Texel op 29 juni 1694 was Baert in heel Frankrijk bekend. Aan het eind van de 17e eeuw heerste in Frankrijk hongersnood. Er werd besloten om graan aan te kopen in de Scandinavische landen. Het konvooi van 96 Franse graanschepen viel in de handen van Hollanders. Baert slaagde erin de Hollanders het graan afhandig te maken. Hij nam het met zes kleine fregatten op tegen zes grotere Hollandse schepen. Als gevolg hiervan daalde de graanprijs in Frankrijk met 90% (van 30 tot 3 pond per schepel). Lodewijk XIV sloeg Baert daarop tot ridder en benoemde hem tot commandant van de zeemacht van Duinkerke.

In de Slag bij de Doggersbank in 1696 wist hij weer een flink aantal Noord-Nederlandse koopvaardijschepen en hun begeleiders te veroveren en te verbranden, vlak voor de neus van een veel grotere Engelse vloot.

De Engelsen en de Republiek probeerden samen Duinkerke te veroveren, zowel over land (1692) als van op zee (1694 en 1695), om de activiteit van de Duinkerker Kapers te stoppen, maar zonder succes.

**

Plaatsnamen die ooit behoorden tot de Nederlanden hebben een specifieke Nederlandstalige naam: Duinkerke, thuishaven van vrijbuiter Jan Baert, Armentiers, zoals in het Engels soldatenliedje. Of plaatsnamen met een bijzondere historische betekenis: Atrecht, denk aan de vrede van Atrecht; Valencijn, denk aan het beleg van Valencijn; Kamerijk, eeuwenlang een invloedrijk bisdom tot aan de poorten van Antwerpen; of Dowaai, gewezen universiteitsstad.

Je zou denken dat ook voor deze historische steden dezelfde regels gelden als pakweg plaatsnamen aan de taalgrens of in Wallonië

Als onze media de Nederlandstalige namen van historische Vlaamse en Artesische steden en gemeenten niet meer gebruiken, wie dan wel? Je zou denken dat ook voor deze historische steden dezelfde regels gelden als pakweg plaatsnamen aan de taalgrens of in Wallonië. In Vlaanderen komt — voorlopig althans — niemand tot de dwaze gedachte om te spreken over Mouscron voor Moeskroen, Comines voor Komen, Liège voor Luik, enz. Waarom dan Arras, Calais en Lille?

De verloren eer van de taalkundigen

Over dit onderwerp heb ik in het voorbije decennium mijn licht opgestoken bij de Taalunie, en de taaladviseurs van De Standaard en de VRT.

De Taalunie bezit een lijst van Frans-Vlaamse plaatsnamen. Ik stuurde toen op haar vraag mijn opmerkingen en paar suggesties. Deze werden even vriendelijk als prompt weerlegd door naamloze deskundigen. En zo bleven bepaalde Frans-Vlaamse gemeenten, zoals Malo-les-Bains en Bray-Dunes, eentalig Frans, tenminste volgens de lijst van de Taalunie. Waarom weet niemand.

Ludo Parmentier van de krant De Standaard pakte het op dezelfde wijze aan. Ook deze krant was toen in het bezit van een lijst van plaatsnamen in Frans-Vlaanderen. Hij stuurde ze me eenvoudig op met de vraag om ze te verbeteren. Dit deed ik ook en sindsdien van De Standaard geen nieuws.

VRT-taal

Taaladviseur Ruud Hendrickx wist me in zijn antwoord de taalregels van de VRT te verduidelijken: ‘In principe gebruikt de VRT de Nederlandstalige naam bij grotere plaatsen die geregeld genoemd worden en bij Franstalige gemeenten met taalfaciliteiten voor Nederlandstaligen. We zeggen: Aarlen, Bastenaken, Bergen, Doornik, Hoei, Luik, Nijvel, Waver; Edingen, Komen-Waasten, Moeskroen, Vloesberg. (…) Bij minder bekende taalgrensgemeenten gebruiken we de Franse naam. Voorbeelden: Genappe (niet Genepiën), Grez-Doiceau (niet Graven), Lessines (niet Lessen), Lincent (niet Lijsem).’

Zo weet u, beste sportliefhebber, hoe ‘Parijs-Roubaix’ aan zo een halfslachtige naam komt

Voor zogenaamde ‘buitenlandse plaatsnamen’ wordt een vergelijkbaar principe aangenomen, vervolgt Hendrickx. ‘We zeggen dus Parijs (niet Paris) en Duinkerke (niet Dunkerque), maar wel Boulogne (en niet Bonen/Beunen), Calais (niet Kales) en Roubaix (niet Robeke/Robaais)’. Zo weet u, beste sportliefhebber, hoe ‘Parijs-Roubaix’ aan zo een halfslachtige naam komt.

Namen noemen

Over namen die ‘minder bekend zijn’ of ‘minder genoemd’ worden: dat is dan weer even subjectief als onnauwkeurig. Ik doe een poging: is Calais/Kales de afgelopen tijd met de vluchtelingen, de tunnel en de brexit minder genoemd? Is Arras/Atrecht niet voldoende bekend van de geschiedenisboeken? Als dat geen belletje doet rinkelen, denk dan aan de losplaats voor de duiven op zondag.

En waarom toeristische folders Saint-Omer melden voor de door en door Vlaamse stad Sint-Omaars? Je staat dan in de Sint-Omaarsstraat of op de Rijselseweg van een West-Vlaamse gemeente, met een folder in de hand, op weg naar… Saint-Omer of Lille. Il faut le faire, dames en heren van de toeristische sector.

Dringend inspanning gevraagd

Er is nog een andere reden waarom dit onderwerp actueel blijft. In Frankrijk, stel je voor, komt er een nieuwe wet waardoor tweetalige bewegwijzering een feit wordt. Bretoense, Corsicaanse, Elzassische, Frans-Vlaamse gemeenten, noem maar op, krijgen officiële tweetalige borden. In de Franse Westhoek is men er nu al mee begonnen. Een twintigtal gemeenten keurden de tweetalige signalisatie goed. En zo is Bailleul nu officieel ook Belle; Cassel, Kassel; en Sercus, Zerkel.

Zullen wij binnenkort meemaken dat de Frans-Vlamingen zeggen en schrijven ‘Je vais à Belle’ en de Vlamingen aan deze kant van de schreve : Ik ga naar Bailleul?

Nu ben ik benieuwd wat onze taaladviseurs en cartografen in Vlaanderen en Nederland hiermee gaan doen. Zullen wij binnenkort meemaken dat de Frans-Vlamingen zeggen en schrijven ‘Je vais à Belle’ en de Vlamingen aan deze kant van de schreve : Ik ga naar Bailleul?

Andries Stevenkring

Welke excuses zal men nog verzinnen om geen voorrang te geven aan de Nederlandstalige namen in Frans-Vlaanderen, nu ze in Frankrijk een officieel karakter krijgen? En uiteraard horen historische namen en exoniemen bij dit dossier.

Mag ik als Frans-Vlaming de Taalunie, de Nederlandse en Vlaamse Regeringen uitnodigen werk te maken van deze problematiek? De Frans-Vlaamse Andries Stevenkring gaat binnenkort de lijst van alle Nederlandstalige plaatsnamen in Frans-Vlaanderen en daarbuiten actualiseren en verspreiden. Zal ik ook een folder sturen naar onze officiële instanties?

Wido Bourel

 CORONA & CENSUURVRIJE

COMMENTAAR

Mijn familie langs Vaders kant is gepokt en gemazeld weerszij ‘De Schreve’ zo breed mogelijk te verstaan. Als er daar maar goed kon verdiend worden. 7/7 en als het moest 24/24 Er werd in ons gezin, zonder veel nadenken onder elkaar de ne keer in ht Iepers, da, weer in ’t Fransoos gekout met elkaar. Naar ’t Franche trekken, was synoniem van zwoegen in de textiel fabrieken, de eindeloze bietenvelden of in het het vlas.

Mijn kinderjaren waren dus navenant, God zij dank.

-

Hierbij een lijstje met plaatsnamen die stuk voor stuik de aanloop zijn, op het Eigen Land, thans in Frankrijk, om daar beter te leren In afwachting dat, we daar even thuis zijn als in … Voeren

-

vanaf het Kanaal (westen) tot aan de Rijn (oosten): Boulogne-sur-Mer (Bonen), Therouanne (Terwaan), Arras (Atrecht), Cambrai (Kamerijk), Bavay (Bavik), Liberchies, Tongeren, Maastricht, Heerlen, Julich (Gullik) en Keulen

 

 Digitalia

HOW TO HOLD THE WEST













Geen opmerkingen: