zondag 9 augustus 2009

HET ENE SLACHTOFFER IS HET ANDERE NIET


HET ENE SLACHTOFFER IS HET ANDERE NIET

Media zonder ethische grenzen

Waar haalt het janhagel van de "gespecialiseerde bladen" het recht om de eer en de goede naam van de partner van Yasmine te bezwadderen? Werd voor de publicatie van foto's van het minderjarige kind toestemming bekomen van degene die de ouderlijke macht uitoefent?
Leo Neels stelt vast dat heel wat bladen over de schreef gaan bij de berichtgeving over Yasmines zelfdoding. Leo Neels is professor doctor mediarecht aan de KU Leuven en UAntwerpen. Professor mediarecht Leo Neels trekt van leer tegen de "gespecialiseerde pers" die de zelfdoding van Yasmine uitmelkt. "Macabere marketing van drukwerk", noemt hij het. "Dat is geen journalistiek, maar een vorm van aanmatigende vulgariteit die ver staat van de beschermde expressievrijheid."

Sedert de schokkende zelfdoding van Yasmine gaat een bepaalde pers totaal uit de bocht; het gaat om een nationale krant en de zogenaamde "gespecialiseerde bladen" die schaamteloos in andermans private leven spitten. "Exclusief. Drie dagen lang. Het echte verhaal achter de zelfmoord" en ga zo maar door. Met journalistiek heeft dat niets te maken, het is macabere marketing van drukwerk. Immers, journalistiek is het métier om maatschappelijk relevante informatie naar voor te brengen, de kunst van de verificatie van feiten rond grote publieke debatten, en ook de zorgvuldigheid om andermans rechten en reputatie te ontzien.

Het recht om met rust te worden gelaten, zo werd bijna honderd jaar geleden het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer omschreven. Elk individu heeft dit persoonlijkheidsrecht: ieder oordeelt voor zichzelf wat tot haar of zijn privacy behoort. Journalisten mogen en kunnen zulke beslissing niet nemen, tenzij voor zichzelf. Wie haar of zijn leven op een anonieme wijze wenst te organiseren, heeft daar recht op.

Zo zijn de basisregels inzake dit fundamentele recht, en die gelden uiteraard ook ten aanzien van de media. Hún publicatievrijheid ziet immers op maatschappelijke aangelegenheden van algemeen belang, zoals de grote politieke, sociale, economische, financiële, ethische, wetenschappelijke debatten met een werkelijke maatschappelijke relevantie. Voor de persoonlijke levenssfeer van ieder individu dienen zij halt te houden en dringen zich forse grenzen op aan de journalistieke ijver.

De grenslijn kan daar liggen waar het gaat om publiek bekende personen, zoals vedetten; zo was de zelfdoding van Yasmine - onvermijdelijk - een belangwekkend nieuwsfeit: dat vloeit voort uit haar statuut van presentatrice en mediafiguur.

Maar. Er is een maar. In Yasmines relatie was er een partner en een kleine dochter. Haar partner heeft een eigen zakelijke loopbaan buiten de media; het kindje werd grootgebracht zonder mediabelangstelling. Ook dat kind had en heeft daar recht op. Daar liggen ethische en deontologische grenzen waarvoor professionele journalistiek respect opbrengt; enkel waardeloze schrijvelarij miskent die grenzen.

Waar haalt het janhagel van die zogenaamde gespecialiseerde bladen het recht om de eer en de goede naam van de partner van Yasmine te bezwadderen? Werd voor de publicatie van foto"s van het minderjarige kind toestemming bekomen van degene die de ouderlijke macht uitoefent? Is er geldige toestemming - dit is van de afgebeelde personen - voor publicatie van de foto's uit het privéleven van Yasmine en haar partner? Zou het antwoord kunnen schuilen in de omstandigheid dat sommigen dat materiaal met allerlei eenzijdige wetenswaardigheden aan de media vertellen? Neen toch! Een beetje behoorlijke journalist weet toch dat de immuniteit die interviews onder omstandigheden zouden kunnen verschaffen niet geldt in zaken die voor de volle 100 procent tot het beschermde privéleven van een niet-mediafiguur en van een minderjarig kind behoren?

In de recente Aanbeveling voor verantwoorde berichtgeving over zelfdoding van de Raad voor de Journalistiek wordt respect voor de privacy terecht vooropgesteld. "Schaamte, onbegrip of schuld. Veel nabestaanden hebben met dergelijke gevoelens te maken. Meestal hebben ze niet veel nood aan contact met journalisten. Ze willen graag dat hun privacy evenals die van de betrokkene gerespecteerd wordt. Vraag je ook af of het vrijgeven van onnodige details de pijn en het lijden van de directe omgeving niet kan vergroten." Zo staat het er.

Zouden de auteurs van Het Laatste Nieuws, Dag Allemaal, Story e tutti quanti daarover hebben nagedacht voor ze hun "exclusieve" verhalen in onderlinge wedijver om ter grootst en ter wildst brachten? "De pers houdt steeds rekening met het recht op privacy en met de menselijke waardigheid. (...) De pers is terughoudend (...) bij het verspreiden van beelden (...). Bij het zoeken naar informatie oefent de pers geen ongepaste druk uit op de slachtoffers of hun omgeving.

Zo onthoudt de pers zich van intimidatie en valt ze betrokkenen niet aanhoudend lastig. Zowel mediadirecties, hoofdredacteurs en eindredacteurs als journalisten hebben de bijzondere plicht te waken over de correcte naleving van de beginselen van de privacy in het algemeen en deze beginselen in het bijzonder." Zo formuleerde de Raad voor de Journalistiek het al in 2003, in een richtlijn over de omgang van de pers met de slachtoffers. Is iemand die haar partner verliest door zelfdoding dan niet in zo'n positie? Gaat het op haar te belagen en te bestoken en tot een stomme polemiek uit te dagen, buren en familie te onderscheppen, en de private omgeving van haar woning te bezetten?

Neen dus, dat is geen journalistiek, dat is een vorm van aanmatigende vulgariteit die ver staat van de beschermde expressievrijheid. De redacties die er zich mee inlaten, zijn niet dom, zij doen zulks uit weloverwogen verkoopsdrang, en profiteren daarbij van de sensatiezucht van hun publiek. Op korte termijn misbruiken zij andermans leed voor hun theatrale verkoopsdrang, en op langere termijn maken zij het journalistieke vak kapot. Pennenprostitutie die slachtoffers creëert op respectloze wijze. Zou daar in álle redacties over worden nagedacht en zouden de directies van mediabedrijven, behalve met hun jaarrekening, ook met díé vragen bezig zijn?
08/08/09 10u34 in ’t Gazetje van Smetje

Boeketje Digitalis

Enig onbehagen gevoeld bij het lezen van dit artikel? Ik ook. Niet omdat de rol van ‘De Pers’ daarin degelijk en goed op zijn plaats belicht wordt, maar omdat de hoofdrolspelers van dit menselijk drama bijna de hemel in geprezen worden.
Vraag mij af wat de geleerde Perfesser ‘mediarecht’ dan wel mag geschreven hebben na de zaak Hans Van Themssche, waar de pers ook daar niet alleen ontspoord was, maar inzake het sensatie-zoeken nog met vele lengten geklopt werd door de politiek.. Door met voorbedachten rade het publiek te misleiden van neurose-handelingen, opgefokt door de wreedaardige videaospelletjes naar ‘racistische moorden’.
Zelfmoord is de lafste daad die men zijn geliefden of de samenleving kan aandoen. Omdat het schuldgevoel bij zij die achterblijven levenslang als een Kaïns-teken op het voorhoofd gebrand blijft. De Antwerpse schutter integendeel kan, na het uitboeten van zijn straf, terug in de maatschappij komen om misschien te proberen het onrecht dat hij heeft aangericht, ZOVEEL MOGELIJK te herstellen.

Geen opmerkingen: