***
Dinsdag 4 juni
Zon 5u33-21u49
.
1411 - DE VROEGERE
ZOTTEN VAN GEEL HUIZEN NU IN BRUSSEL
°°°
Hansje
& Grietje in de Kamer
‘tLanduyt
in volle vorm!
°°°
Ik dacht : ”Te gek om los
te lopen”, en kijk, daar opent ‘tSCHELDT, het satirisch weekbladje uit
Antwerpen, een rubriekje waar de gekken werkelijk over elkaar dartelen.
Dr Bob Smalhoutdezelfde
die we een paar dagen geleden ontmoet hebben bij E.J. Bron, schrijft bij
definitie over NL-toestanden, waarbij de man zich gelukkig mag prijzen alles
wat waait te mogen laten waaien van wat ‘beneden de Moerdijk’ ligt. Wij dus.
Is hij meteen ook gespaard
van veel en lastig vertaalwerk. Want voor hen van beneden de armoe-grens moet
men driedubbel opletten. Het zijn gevaarlijke zotten; niet alleen behept met
het virus van de regelneverij, maar aangaande
de losse graaihandjes werel0lberoemd. Hun leider echter is verre van
slonzig : hij komt altijd als uit een doosje. Een homo-doosje en precies door
die dames-gebaartjes brengt hij de veiligste sociale vangnetten ter wereld onder
de kontjes van zijn landgenoten. Als Vriend des Konings mag hij gezien worden,
zodanig veel camera-lessen heeft achter de rug.
*
Eerst dacht ik de
zienswijze van deze fijne man (Dr. Smalhout, niet Elio di Jeanetto) uit te
breiden met een Vlaams Aanhangsel, vooral omdat mijn partij-bazen ten allen
tijde fijn afgeborsteld voor de dag komen. Al maken de kleren nog altijd niet
de man, wat bewezen wordt door bepaalde blauwe en oranje kwaliteits-graaiers.
Maar de ingewikkelde oefening van het overzetten naar ons woongebied laat ik
over aan de verbeelding van de lezer.
°°°
Ter zake :
WAAR IS DE DORPSGEK?
® TSCHELDT
**
Er was eens
een tijd in ons land dat allerlei zaken, met uitzondering van seks, nog
vrijelijk in het openbaar genoemd mochten worden. Iemand die geestelijk
gestoord was, werd door iedereen ‘gek’ verklaard. Daar deed ook de geneeskunde
aan mee, en zulk een psychiatrisch patiënt kon dan opgenomen worden in een
‘gekkenhuis’, zoals vroeger klinieken voor geestelijk gestoorden werden
genoemd.
Het waren vaak vreselijke inrichtingen waar grove
middelen werden gebruikt om lastige patiënten rustig of minder gevaarlijk te
maken. In onze taal zijn daarvan onder meer nog de begrippen ‘dwangbuis’ en
‘spanlaken’ behouden gebleven.
In kleine gemeenten, en vooral in
plattelandsdorpen, was er lang geleden al zo veel menselijke compassie dat
gestoorde inwoners konden rekenen op een soort collectieve sociale aandacht van
de ‘normale’ burgers. Er werd naar de patiënten omgekeken, ze kregen te eten en
te drinken, warme kleding in de winter en vaak ook werden ze gewoon bij een
gezin in huis genomen. Ze waren de ‘dorpsgek’ en konden als zodanig rekenen op
een soort collectieve bescherming. Dat systeem bestaat in sommige landen nog
steeds. Maar naarmate onze samenleving zogenaamd beschaafder en meer ontwikkeld
raakte, mocht het allemaal niet meer.
De gek werd niet eens meer een psychiatrische
patiënt maar ‘een cliënt met alternatieve mogelijkheden’, die door
overheidsinstanties levenslang onder controle kwam te staan. Dat echter wil nog
niet zeggen dat wij ze nooit meer te zien krijgen. Wij zien ze thans terug in
een heel andere vorm, namelijk als politicus of als manager. En alleen aan hun
kleding en optreden is nog te zien door wat voor soort partijdisciplinaire
afwijking de vroegere dorpsgek eigenlijk getroffen is. Zo zijn er de ‘open
overhemd gekken’, de ‘dasloze neuroten’, de ‘gymschoenmaniakken’ en de
‘microfoonspuwers’.
De moderne psychiatrie is er niet in geslaagd het
aantal geciviliseerde dorpsgekken te verminderen. Erger nog, hun aantal neemt
toe, in de vorm van bestuurders en managers. Vaak van wie wij de functies niet
dan met de grootste moeite kunnen onderscheiden. Meestal alleen op basis van
hun woordgebruik. Dit alles speelt zich thans al enige jaren af op het gebied
van de fusieplannen voor onze landelijke provincies.
Napoleon
Zoals bekend heeft de vroegere wetenschapper in de
ontwikkelingsgenetica prof. dr. Ronald Plasterk zich als minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geworpen op een reeds uit de tijd van
Napoleon stammend plan, namelijk de fusie van onze huidige twaalf provincies
tot vijf grote eenheden, die dan ‘landsdelen’ moeten worden genoemd. En waarom
moet dat dan? Op dit soort vragen heeft onze nationale managementclub Nijenrode
aan de Vecht uiteraard het nietszeggende antwoord al jarenlang klaarliggen,
namelijk ‘omdat de omvang van onze provincies niet meer past bij het huidige
takenpakket’.
Maar ook ‘omdat de nieuw ontstane landsdelen dan
beter kunnen excelleren op het gebied van hun kerntaken’
Deze opgeblazen taal is tegenwoordig aan bijna
iedere vergadertafel te horen. Het betekent helemaal niets, maar het schrikt
gewone burgers geweldig af, want die denken dat je heel veel gestudeerd moet
hebben om zulke uitzonderlijke zinnen te kunnen bedenken.
Maar troost u en word niet zenuwachtig, want ook de
managers, de politici en de bestuurders weten drommels goed dat dit alles
alleen maar luchtballonnen zijn die spontaan barsten als ze hoog genoeg in de
lucht opstijgen.
Het is de moderne variant van het gebazel van de
vroegere dorpsgek die tot honderd jaar geleden, sjofel gekleed door de kerkdiaconie,
door de samenleving een beetje in bescherming werd genomen. Maar die thans,
gekleed in een maatkostuum van Oger uit de P.C. Hooftstraat te Amsterdam, zijn
nonsens op grote schaal ten gehore mag brengen.
Plezieriger
Iedere normale burger weet dat kleinschalige
organisaties beter functioneren, betere en snellere besluiten nemen, geld
uitsparen door te bezuinigen op managers en plezieriger zijn voor de mensen die
er moeten werken. Dat geldt zowel voor het onderwijs als voor de
gezondheidszorg, zowel voor de posterijen als voor de spoorwegen.
Het klassieke voorbeeld is Zwitserland, met acht
miljoen inwoners, een oppervlakte van ± 41 000 km², 23 kantons (provincies) en
± 2500 gemeenten. Nederland daarentegen heeft 17 miljoen (!) inwoners, een
oppervlakte van slechts 37 000 km² en twaalf provincies met meer dan 400
gemeenten. Volgens Plasterk moeten die ook nog eens teruggebracht worden tot
vijf zogenaamde ‘landsdelen’ met hoogstens 150 gemeenten. Het is duidelijk dat
onder die omstandigheden de gewone burger geheel uit beeld verdwijnt en dat er
een gigantische kapitaalvernietiging op gang komt (alle provinciehuizen zullen
vermoedelijk worden afgebroken) en dat er een paradijs wordt geschapen voor
alles wat hoofdzakelijk vergadert.
De burger, om wie het tenslotte allemaal gaat,
heeft allang in de gaten dat hij of zij geen enkele vorm van inspraak meer
heeft en zal vermoedelijk niets meer van zich laten horen. Om dat gevaar voor
te zijn is er het voorstel gedaan het plan-Plasterk via een volksreferendum te
laten beoordelen. Maar nadat wij nu reeds tweemaal op vrijwel criminele wijze
door onze politici via een referendumtoneelstuk zijn opgelicht (de laatste maal
was in 2005 bij het referendum over de zogenaamde ‘Grondwet van de EU’), zal
vermoedelijk geen enkele medeburger daar nog enig vertrouwen in hebben.
De sigaar
Iedereen weet thans waar het op uitdraait: alles
wordt duurder, veel bureaucratischer, onmenselijker en slechter toegankelijk.
En als het systeem ten slotte in elkaar stort, is de burger op ieder gebied de
sigaar, terwijl de aanstichters van al die ellende reeds van een ruim pensioen
genieten of een riante baan hebben gekregen bij het internationale asiel voor
politici: de EU in Brussel.
***
Wij danken Prof. dr. Bob Smalhout en de krant De
Telegraaf voor hun toestemming tot overname van de column
°°°
Vrijetijdskledij
waar het geen pas geeft, is het kenmerk van het wegvallen van alle normen, de
wellevendheid op kop. Men gedraagt zich in de sjiekste salons als bandeloze
straatjeugd, die als kwajongens van minder dan 14 jaar, alles mogen waar de
ergste anomalieën thans wel ‘beloond’ kunnen worden met een GAS-boete. Het
scheelt niet veel, of die gasten als ze bij hun Directeur op de koffie gevraagd
worden, gaan op de leuning van hun stoel zitten, met de gymsletsen op de
zitting waar de vrouw des huizes juist is opgestaan om de koekjes aan te
reiken. Beleefdheid, ziet U, wordt noch in het ASO, noch in het BSO noch in het
TSO onderwezen. Het beetje kennis dat daarover nog bestaat, komt uit de TV of
is opgeraapt op straat….
Bij
ons, Meneer Smalhout, wordt thans het onmogelijke geprobeerd om ons onderwijs
naar beneden te halen, om het in het
bereik van de ongeletterde import-jeugd te brengen, in de valse hoop daarmee
het aantal bekwame en gediplomeerde afgestudeerden te verhogen. Zoals U dus
samen met mij kunt vaststellen, is de degeneratie in de kledij van onze ‘Bestierders’
reeds doorgedrongen tot hun hersens.
Met
de dag moet ik bij mezelf vaststellen, meer en meer Italiaans te voelen. Die
indruk heb ik iedere keer dat hier een uniform in beeld komt op straat. De
politiemensen in eigen land open op straat als vogelverkopers, verloren in de
massa. Hier ontmoet U een Guardia di Financa (Belastingsontroleur) of een
Guardia Forestiere (Boswachter) en U voelt neiging om in de houding te
springen. Zelfs de snit van een Italiaans herenkostuum dwingt respect af bij
ons : men noemt het ‘Italiaanse design’. Waarbij men achteloos voorbijgaat aan
de inhoud van dat kostuum : de galante cavaliere die altijd en overal de deur
voor de dame openhoudt, en pas gaat zitten aan tafel, als de dame heeft plaats
genomen.
Meneer
Smalhout, dan is er nog iets. De taal! Ook daar moet het Onderwijs dringend aan
werken! Neem nu Renaat ‘tLanduit van Brugghe. De man is advocaat, dus socialist.
Hij is sedert kort Burgemeester van Brugghe en loopt gekleed als een dure straatloper
zonder middelen van bestaan, en hij spreekt
als een stilgevallen pletwals die haperend probeert weer op gang te
komen. Zelf is hij overtuigd daarbij Nederlands te praten, maar zelfs daarin
moeten wij de man tegenspreken…..
Hij
is dan nog het product van een niet-hervormd Onderwijs. Ik hou mijn hart vast
voor de soort ‘Bestierders’ die gaan worden afgeleverd nà de Hervorming!
Geschreven door AABEE via
Digitalia
°°°
°°°
Geen opmerkingen:
Een reactie posten