***
Vrijdag 7 juni
Zon 5u33-21u49
Deel
II.
1417 - HET SPOOK VAN BIN
LADEN ZWEEFT OVER EUROPA
°°°
°°°
De Heren E.J. Bron & Xander
zijn ‘volksgenoten’ van boven de Moerdijk, zoals men dat zo afgrijselijk mooi doch
zonder enige betekenis terzake, kan zeggen. Ze zijn als de felle zoeklichten achter
de roterende spiegels van een vuurtoren : iedereen op zee weet zonder precies te beseffen hoe dat komt, dat
dààr in die richting de veilige haven ligt. Iedereen weet trouwens ook, dat die
vuurtoren geen bordpapieren onding is, maar een reus die serieus gegrondvest
is, zodat die zelfs bij de ergste stormen niet omver geblazen wordt. Kennis,
weet U wel, is op een bescheiden wijze, macht. En veel kennis, staat gelijk met
grote macht.
Mij volstaat het, om op
een uiterst bescheiden wijze, af en toe een soort ‘relais-zender’ te kunnen
spelen, om zeker te zijn dat nog andere geïnteresseerden hun voordeel kunnen
doen, gewoon door ingelicht te zijn. Net als de briefdrager niet
verantwoordelijk is, dat de brief die hij zojuist in de brievenbus gedopt
heeft, gelezen wordt, zo ben ook ik niet zeker dat de boodschap aankomt.
Vandaar het toegevoegd sarcasme en/of de galgenhumor, omdat dat het kleefmiddeltje
is, die de materie beter doet ‘pakken’.
*
De Oriënt Express hieronder
van vandaag is gewoon een soort koortsthermometer, die de waanzin van de elkaar
bevechtende Jihadisten in de Oriënt aanwijst en op meet. En daarbij telkens de
rol belicht die de haat voor het Joodse Volk aanricht.
Wij zijn dus gewaarschuwd.
Alles wat zich daar afspeelt, kan binnen een paar maanden, lees weken, naar
onze gewesten overslaan. De ordewoorden kunnen op hetzelfde ogenblik ontvangen
worden kruiselings en diagonaal over gans Europa, van Portugal tot IJsland, en
van aan de Oeral tot in Rome. Waar wij vandaag ‘Damascus’ lezen, staat voor de
mensen in Amerika morgen Colmar, of de Limburgse Hoogvlakte, waar de raketten
uit de Elzas inslaan.
Vooral van én ding zullen
we morgen zeker zijn : de aanvalstroepen zullen niet die der Christenen zijn….
*
Ter zake :
'Op
Arabische lente volgt de zomer van al-Qaeda'
De vreugde
over de marginalisering van al-Qaeda is voorbarig gebleken: in het kielzog van
de Arabische Lente maakt ze op veel plaatsen een comeback. Dat schrijft Arabist
Martin Janssen.
'al-Qaeda 1.0' blijkt de afgelopen twee decennia
echter een aantal buitengewoon gevaarlijke kinderen te hebben gebaard
Nadat Osama bin Laden in mei 2011 was gedood in het
Pakistaanse Abbottabad voorspelde de Amerikaanse president Obama dat al-Qaeda
bezig was met haar zwanezang en dat de War on Terror zijn voltooiing naderde.
Deze visie werd nog versterkt door het feit dat de dood van Bin Laden
plaatsvond tijdens de eerste maanden van de Arabische Revolutie, die vooral
werd gezien als een volksbeweging die, in naam van de idealen van de Franse
Revolutie, Arabische despoten ten val bracht. Terwijl de Verenigde Staten bezig
waren kopstukken van al-Qaeda met hun drones te elimineren, hadden Arabische
volkeren met hun - aanvankelijk - geweldloze revolutie het failliet van de
gewelddadige ideologie van al-Qaeda aangetoond.
Of de Arabische Lente inderdaad een gevoelige klap
betekende voor al-Qaeda hangt samen met de vraag hoe we deze terreurorganisatie
definiëren. Toen in de 20ste eeuw overal in de islamitische wereld moderne
natiestaten ontstonden, leek er in hun meer seculier georiënteerde wetgevingen
geen plaats meer voor het oude islamitische concept van de jihad. Het idee van
de jihad is echter een integraal onderdeel van de islamitische theologie en
werd daarom door islamitische geleerden nooit geannuleerd of inhoudelijk gewijzigd.
Icoon nieuwe wereld
In de nasleep van de Afghaanse oorlog tegen de
voormalige Sovjet-Unie werd al-Qaeda geboren als icoon van een nieuwe wereld
omspannende jihadistische beweging. Dat al-Qaeda van het eerste uur was vooral
een monolitische organisatie met een duidelijke piramide-achtige
gezagsstructuur. Westerse experts op het gebied van contraterrorisme duiden
deze organisatie wel aan als 'al-Qaeda 1.0' of 'de moederorganisatie'. Deze
moeder blijkt de afgelopen twee decennia echter een aantal buitengewoon
gevaarlijke kinderen te hebben gebaard.
De tweede generatie van al-Qaeda zag het licht na
de Amerikaanse inval in 2003 in Irak en voegde als nieuwe ideologische dimensie
vooral een dodelijke haat toe tegen sjiitische moslims. al-Qaeda richtte in deze
jaren in de soennitische provincies van Irak de 'Islamic State of Iraq' (ISI)
op wat sindsdien de naam zou blijven van de al-Qaeda-tak in het
Tweestromenland. In tegenstelling tot wat de Amerikaanse generaal Petraeus
beweerde, werd al-Qaeda in Irak na 2008 niet zozeer verslagen, maar trok zij
zich eerder om tactische redenen terug in afwachting van het geschikte moment
om opnieuw toe te slaan.
Syrische conflict
Deze kans deed zich voor na het uitbreken, in maart
2011, van het Syrische conflict, dat zich zou ontwikkelen tot een totale
sektarische oorlog - de specialiteit van de ISI. Abu Bakr al-Bagdadi, de
huidige leider van de ISI veranderde deze naam in de 'Islamic State of Iraq and
Sham (Syrië)' en verklaarde 'dat de strijd tegen het regime in Damascus en de
regering in Bagdad dezelfde is omdat we vechten tegen de Safavidische
dominantie' oftewel tegen Iran en de shia islam.
Een kenmerk van al-Qaeda is haar flexibiliteit qua
methodologie en haar vermogen in te spelen op onverwachte ontwikkelingen, zoals
de Arabische Lente. Alhoewel ze hier aanvankelijk door werd verrast, ontdekte
al-Qaeda al snel de ongekende mogelijkheden die de Arabische Revolutie bood.
Allereerst werden in landen als Tunesië, Egypte en Libië presidenten ten val
gebracht die radicale islamisten altijd actief hadden vervolgd. De islamitische
partijen die vervolgens overal aan de macht kwamen, schiepen een nieuw politiek
klimaat dat gunstig uitpakte voor radicale salafisten, van wier verhoogd
activisme de regerende partijen van de politieke islam op hun beurt weer
profiteerden. De voormalige Egyptisch president Mbarak had altijd de dreiging
van politieke islamisten gebruikt om westerse steun te verwerven. Zijn opvolger
Morsi bewandelt dezelfde weg door de activiteiten van gewelddadige salafisten
te instrumentaliseren om de Moslimbroeders voor te stellen als het gematigde
alternatief dat de westerse steun verdient.
Amnestie islamisten
Een neveneffect van de politieke omwentelingen in
de Arabische wereld was de amnestie en vervolgens de vrijlating van duizenden
radicale islamisten uit gevangenissen. In de meeste gevallen keerden die
onmiddellijk terug in hun oude professie. Op die manier kreeg al-Qaeda
plotseling een enorm potentieel aan nieuwe leiders tot haar beschikking, die
nieuwe organisaties oprichtten waarbij de naam al-Qaeda echter zorgvuldig werd
gemeden. Hiermee werd voorkomen dat de nieuw gevormde islamitische regeringen
door het Westen onder druk gezet zouden worden om deze Al-Qaeda-takken te
bestrijden. Naar het voorbeeld van Jemen kozen de nieuwe leiders bijvoorbeeld
voor de naam 'Ansar al-sharia', wat bovendien aansloot bij de nieuwe politieke
situatie waarin partijen van de politieke islam de invoering van de sharia
nastreven.
Ahmad Ashush, die na de Februari Revolutie van 2011
vrijkwam, is de leider van de Egyptische Ansar al-sharia. Tijdens
televisie-interviews prijst en verdedigt hij al-Qaeda, maar waakt hij ervoor
zich onderdeel van al-Qaeda te noemen. In de formulering van Ashush 'maken de
Ansar al-sharia bewegingen deel uit van de jihadistisch-salafistische beweging
die op haar beurt weer een extensie vormt van al-Qaeda'. Hiermee bevestigend
dat de War on Terror gericht is tegen een theologisch gefundeerde ideologie die
zich niet uitsluitend onder de naam van al-Qaeda manifesteert.
Veiligheidsdiensten
Westerse landen waren in hun strijd tegen het
terrorisme trouwens vooral afhankelijk van de informatie en medewerking van
Arabische inlichtingendiensten. In een aantal Arabische staten blijken deze
veiligheidsdiensten als gevolg van de algemene politieke malaise nauwelijks nog
te functioneren, wat het herboren al-Qaeda slechts in de kaart speelt.
De leiders van dat nieuwe al-Qaeda hebben bovendien
lessen getrokken uit de in het verleden begane fouten en zijn begonnen zich te
identificeren met lokale problemen en grieven. In Jemen sloot al-Qaeda zich aan
bij de zuidelijke afscheidingsbeweging, net zoals in Azawad bij de politieke
frustraties van de Toearegs. In de Sinaï maakte al-Qaeda zich de grieven van de
plaatselijke bedoeïenen eigen.
Hiermee wist al-Qaeda haar basis in belangrijke
mate te verbreden. Daarvan heeft ze baat bij het huidige pr- offensief in
Syrië. Daar heeft de door de vrijwel voltallige Syrische oppositie geprezen
Jabhat al-Nusra zich bijna salonfähig gemaakt.
°°°
Uit
onze ogen kijken zal dus niet voldoende zijn. Waarschuwen tegen de inval der
Boedhisten of der Brahmakücken ook niet. Zoeloes of Hottentotten vormen trouwens
ook geen bedreiging. Een mens moet zijn regenscherm alleen richten langs de
kant waar het druppelt… Al is dat natuurlijk niet naar de zin van het CGKR…
*
Zelf
iets doen is de boodschap. En dat kan best door van meet af aan, de kiesstrijd
aan te binden met de Linkx-Hoofdigen en de Rechts Gehanden, die bij ons te
lande dansen naar de pijpen van de raddraaiers van bezuiden de Armoegrens.
Alleen een vrij welvarend Vlaanderen kan het tij keren. Het is van op de barricaden,
dat de strijd wordt gestreden, niet van uit de schuilkelders.
Daarom
laten wij hier op deze blog de lichtstraal door van twee goed ingelichte
vrienden, onder toevoeging van dat streepje Flamingantisme dat wonderen kan
verrichten.
Geschreven door AABEE via
Digitalia
°°°
°°°
Geen opmerkingen:
Een reactie posten