zondag 7 maart 2021

500546 - WEERAL DE ZEVENDE DAG MAAR WAAR NU DE WET ONS INEENS WEER MET TIENEN BIJEEN TOELAAT

 

*

ZONDAG 7 MAART 2021


*

500546 - WEERAL DE ZEVENDE DAG MAAR WAAR NU DE WET ONS INEENS WEER MET TIENEN BIJEEN TOELAAT

 

INHOUD

*

‘KOESTER JE HERINNERINGEN, ZE ZIJN HET ENIGE DAT NIEMAND JE OOIT KAN AFPAKKEN’.

*


*

Caroline Hergodts gaat naar den dokteur en vertelt hem dat ze zo ongerust is, bijkans niet slaapt en op de rand van een depressie zit. “Dokteur, ge moet mij helpen. Geef mij een briefje voor den apotheker met een voorschrift voor de anticonceptiepil!” – “Maar madamtje, die pillen bevatten geen producten met een kalmerend effect. En al zie je er nog heel fit uit… aan joen ouderdom…” – “Het kan mij niets schelen wat er in die pillen zit, maar ‘k wete zeker dat ik wel zal kunnen slapen als elke nuchtend zo een pille in de yoghurt van mijn oudste dochter kan doen.”

http://blog.seniorennet.be/guvaal/






 


HET CAPACITEITSTARIEF

   

Vlaams minister van Energie zijn is geen leuke job. Zie maar wat Annemie Turtelboom is overkomen met haar erfenis van Freia Vanden Bossche, die de eerste miljarden voor de zonnepanelen had weggegeven via de groenestroom certificaten. Haar opvolgers, Bart Tommelein en Lydia Peeters deden het, ondanks de waarschuwingen die ze kregen, niet veel beter met hun terugdraaiende teller en nu zit Zuhal Demir ermee opgezadeld. Die laatste ziet de bui al hangen en vreest dat ze straks ook mag opdraaien voor de ontelbare kemels, die er i.v.m. de zonnepanelen al geschoten zijn door de Vlaamse regeringen van Peeters tot en met Jambon.

Bovenop de schade vergoedingen aan de mensen die zonnepanelen, al dan niet gekoppeld aan warmtepompen, plaatsten, is er dan nog het voornemen van de VREG, de Vlaamse energieregulator, om vanaf 2022 het zgn ‘capaciteits-tarief’ in te voeren. Daardoor zal het duurder worden om plots veel stroom te gebruiken, bv om tegelijkertijd de elektrische wagen – waar iedereen straks mee zou moeten rijden – op te laden, een kookwas te draaien, de oven aan te zetten en dergelijke meer. Voor sommige groepen, bv kleine verbruikers, mensen met een buitenverblijf, wie elektrisch verwarmt met accumulatie, kunnen de net tarieven op die manier zelfs verdubbelen.

Heel dit verhaal wordt dan nog eens doorkruist door de invoering van de digitale meters, wat nog enkele jaren in beslag kan nemen. Zuhalleke probeert nu tijd te winnen en vraagt de VREG te wachten tot bv iedereen zo’n nieuwe meter zal hebben. Probleem daarbij is dan weer dat de minister als het er op aan komt niets te zeggen heeft over de berekening van de elektriciteitstarieven. Daarvoor is alleen die VREG bevoegd.

Kortom, we gaan nog e.e.a. meemaken vóór het zover is.

 ---  

 En dan nog dit:

Onze psychologen slaan alarm. Ze kunnen de toevloed van klanten niet meer aan. Er zijn er al die hun wachtlijsten afsluiten omdat ze de aantallen niet meer baas kunnen. E.e.a. heeft natuurlijk te maken met de corona crisis, de lockdowns die er het gevolg van zijn en de ellenlange lijst van wat burgers niet meer mogen doen. Wat daarbij wel vergeten wordt, is dat er reeds vóór de uitbraak van het coronavirus in onze samenleving veel meer dan vroeger mensen waren die het niet meer zagen zitten, die een burn-out of iets dergelijks hadden. Dat kwam toen niet van corona, maar van het overdreven gebruik van de smartphones, waarbij bij velen de hersenen niet meer tot rust kwamen. De coronacrisis daar bovenop is voor velen wel de druppel die de emmer doet overlopen.


*

‘ISOLEMENT MOET JE NIET VERWARREN MET EENZAAMHEID’

*

Rik Van Puymbroeck

06 maart 2021 02:00

-

Ze bestonden al voor in Europa de pest uitbrak en leven in lockdown is voor de Karmelieten in Brugge een keuze. Drie dagen bij zes mannen in stilte en eenzaamheid leren hoe snel je de wereld kan vergeten als niet een nieuws alert maar een klokje het ritme van de dag aangeeft.

 

‘Ja, dat kan. Wanneer zou u willen aankomen en hoelang zou u bij ons willen verblijven?’

Het was 11.28 uur, op een maandag, toen pater Martin antwoordde. Ik wist toen nog niet dat 32 minuten later het klokje zou slaan voor de Eucharistie. Ook niet dat hij die ochtend om 7.30 uur al in de kapel zat voor de lauden. Ik wist niets.

-

Zij weten ook niets. De stellige zekerheid over leven en dood, wat nadien zal komen, wie de antwoorden geeft en wat met de wereld zal gebeuren. ‘We weten er niets van’, zal pater Carlos aan het einde van drie stille dagen zeggen. ‘Maar we geloven dat het goed zal zijn voor wie goed was.’

Het is net donker in de binnenstad van Brugge, de zware deur is achter onze rug dichtgevallen, en via een doolhof van gangen en trappen is kamer 15 toegewezen voor deze korte tijd in afzondering. Hoe relatief die ook is. ‘Uiteraard hebben we draadloos internet (wifi)’, staat op de site van het stiltecentrum Sarephta, genoemd naar een bijbels dorpje dat Sarefat heette.

-

Ook hier is het de 21ste eeuw en dat merk je aan details. Het netwerk ‘gastenverblijf’ verbindt je met de buitenwereld, er is een aanbod voor een digitale retraite, in de kapel wordt gevraagd je gsm af te zetten: ‘Het is mogelijk dat je bij het binnengaan van deze kapel ‘de roep van God’ zou horen, het is echter onwaarschijnlijk dat Hij telefonisch contact met je opneemt.’

 

Nog details van de tijd? Overal staat handgel, in de kapel moet je een mondmasker dragen en in de kleine gastenkeuken zijn bestek en borden van IKEA. Zo ben je in een Vlaamse familie.

" Na zestig jaar vind ik dit leven nog altijd niet monotoon. Het heeft een structuur waar ik van houd. "

Pater Carlos

-

Nu horen we de stem van pater Martin. Het is 20.30 uur, tijd voor de dagsluiting. In wat klinkt als een monotone mantra leest en zingt hij voor. Drie andere paters en twee broeders vallen in. Zinnetjes van zeven lettergrepen, verzen met afgesproken klemtonen, eenvoudige lijntjes van gebed. Eentje ontroert: ‘Bescherm ons als wij slapen.’ Nu gaat de nacht in.

Natuurlijk is het hier rustig, vermoedelijk altijd in deze straatjes van de binnenstad, maar de kleine gemeenschap van karmelieten heeft de avondklok om middernacht niet nodig om achter de muren stil te zijn. En als enige gast die een van de 15 kamers betrekt, laat je die stilte gemakkelijk binnen.

De kamer is eenvoudig: bed, bureau, stoel, een kastje en een kast waarin een lavabo verborgen zit. Twee ingelijste reproducties aan de muur, een kruisbeeld, en een lang touwtje waarmee je het licht kan aan- en uitknippen. ‘Veeg je voeten en wees welkom’, komt plots dat ene zinnetje van Eddy Van Vliet in mijn hoofd, maar dat ging over de dood en laat die nu alstublieft nog maar weer lang wachten.

Goedkope psychiaters

Nog voor het ontbijt met brood van bakker Sint-Paulus, choco van Klero en een appelsien in een Papillon-papiertje is er nieuw gebed. Zo gaan de dagen en pater Carlos, 78 en op zijn 18de ingetreden, vertelt na het ontbijt over hoe dat ging.

Hij was de derde zoon van een beenhouwer in de Gentse Noordstraat, ‘in de Brugsche Puurte’, ze woonden dicht bij de karmelieten in de Burgstraat, de pastoor was een ‘zeer goede mens’. ‘Ik zat op het Sint-Barbaracollege, maar de jezuïeten trokken me niet erg aan’, zegt hij. ‘Ik bewonderde ze wel, het waren flinke figuren, maar mijn moeder kende iemand in Brugge en toen ik hier voor het eerst kwam, leek het meteen mijn plaats. Ik heb naar niets anders meer gezocht.’

 

Eerst werd hij priester, na zeven jaar studie in Leuven en Rome. ‘Dat was mijn eerste roeping.’ Maar de karmelieten lieten hem niet los. ‘Parochiepriester worden trok me niet zo aan. Wel dit monastieke leven van stilte, bezinning, verdieping, contemplatie. (lacht) Vandaag noemen ze dat meditatie: zen of mindfulness. Dat is eigenlijk heel actueel. Mensen zoeken enorm naar zingeving.’

©Rik Van Puymbroeck

-

‘Wat doe ik hier’ is een boek van de betreurde Bruce Chatwin, maar het is vooral de juiste vraag. De vraag om drie dagen in afzondering mee te leven had ik naar een paar ordes gestuurd. Vrees voor corona bleek de wegversperring. Of het idee dat een buitenstaander binnenlaten in een gemeenschap ‘volledig tegengesteld aan onze traditie van stilte en teruggetrokkenheid’ is, en dat is zeker juist. ‘Hartelijke groeten in de Heer’, was een prachtige afsluiter.

Dan toch dit stiltecentrum. Dat in ‘normale’ tijden zo’n duizend overnachtingen per jaar telt, maar dat op 13 maart 2020 alle boekingen moest annuleren. ‘Twee dagen voordien was ik nog bij mijn huisarts’, herinnert pater Carlos zich. ‘Ik vroeg hem wat hij van corona vond. Hij zei, zoals iedereen wellicht: ‘Ach, maak je maar niet te veel zorgen.’ Dezelfde avond kwam het bericht van de eerste dode in België en twee dagen later was er de lockdown. Ook mijn huisarts zei later dat hij het onderschat had.’

Zelf bleef pater Carlos voor het eerst sinds lang gespaard van de griep. ‘Omdat er geen contact is.’ Maar wie denkt dat dat voor een orde als de karmelieten, in de 13de eeuw als kluizenaars gemeenschap gesticht in het Karmel gebergte in het Israëlische Haïfa, een cadeau is, heeft het mis.

‘Ik heb contact nodig. Wie aanklopt voor een gesprek is welkom. Soms mensen die we niet eens kennen. Soms zijn we goedkope psychiaters. Soms kan je helpen. Soms niet. Ik geef ook conferenties. Ik heb gereisd, naar Italië, Spanje, Zweden, Israël. En dat moet. Je moet je horizon opentrekken. Dus een superstreng isolement is dit niet. Maar altijd kom ik graag terug thuis in dit leven met naast de vastgelegde gebedstijden ook twee uur stil gebed. Dat is belangrijk.’

 

We lopen door de gangen. We stappen de bibliotheek binnen. Op kasten waarop ‘Biographica’, ‘Historica’ en ‘Polemica’ staan, zijn 12.000 ritmisch gerangschikte boekenruggen verzameld: ‘Carmelite’, ‘Biblia sacra com scholis’ - ‘een pocketbijbel uit 1624, hij weegt kilo’s’-, ‘La vie des hommes’. Maar ook ‘Vloeken’.

We passeren langs de deuren van de kamers waar de zes karmelieten leven en overnachten en die hebben Latijnse namen. In 1633 betrokken ze dit klooster en ze overleefden alles. ‘Zelfs de Franse Revolutie. Door een trucje. De overste was van Ieper en kende een bankier. Hij verkocht het klooster net op tijd en toen de Fransen hier aankwamen, zei die: ‘Een klooster? Nee, dit is privé.’ Zo bleef het gespaard. Nadien verkocht de bankier het terug aan de orde. (lacht) Met winst, natuurlijk. Anders zou hij geen bankier zijn.’

"Mijn echte guilty pleasure zijn young adult boeken. Harry Potter. Ja, ik ben van die generatie. "

Broeder Henrik-Maria

Die (lacht) staat er niet zomaar. Pater Carlos, die een leven lang wijdt aan gebed, studie van de bijbel, lezen en schrijven over mystica Teresa van Avila die de Karmel mee vormde, is een goede gids en een fijne verteller. Hoe ver is de wereld weg? ‘Soms kijken we samen tv en natuurlijk kijk je met bezorgdheid naar de pandemie. Ik heb meer dan eens gedacht: ‘Waar gaat de wereld naartoe als Donald Trump herverkozen wordt? Het is meer dan vijf voor twaalf en wij zijn ons daarvan bewust. We bannen hier zo veel mogelijk plastic, we doen de open haard niet meer aan. Het moet van de mensen komen.’

 

‘Maar ik ben ook een groot wielerliefhebber. Al weet ik dat er veel geld omgaat, zaterdag keek ik toch graag naar de Omloop Het Nieuwsblad. En zag je zondag hoe Mathieu (Van der Poel, red.) reed? Hij stak dat spel nogal aan!’

Rondjes draaien

Er is Eucharistie op de middag, een halfuur.

 Nadien wordt het eten geserveerd. Ik krijg frieten, gebraad met peperroomsaus, groenten en ‘huisgemaakte mayonaise’. De Karmelieten eten onder hun zessen. In stilte. Er wordt geen woord gezegd. ’s middags en ’s avonds wordt wel voorgelezen uit de Bijbel of een ander boek.

In kamer 15 ga ik even op bed liggen en het volgende moment zijn we anderhalf uur verder. De zon schijnt en de tuin roept met zijn oude bomen, twee kleine gebouwtjes die als kluis voor afzondering kunnen worden gehuurd, een vijver, voorjaars bloemen. Er staat geen bankje en kronkelend, altijd datzelfde pad volgend, draai ik rondjes. Ja, Brugge ligt aan de andere kant van de muur, drie hoogtekranen zijn daar in de weer en pater Carlos gaat op zijn elektrische fiets even de wind opsnuiven. Maar ik blijf binnen en hoe meer ik wandel en toertjes maak, hoe verder die wereld lijkt. 2 maart is het. Voor altijd een weggeknipte bladzijde uit de wereld geschiedenis.

 

Iets voor 18 uur klepelt de klok en de zes karmelieten verzamelen in de kapel. Zoals ze dat om halfnegen nog eens doen. ‘Bescherm ons als wij slapen.’ Ooit was er nog een nachtgebed. Dat begon om middernacht en duurde een halfuur. ‘Dan mochten we uitslapen tot kwart voor vijf’, glimlacht pater Carlos. ‘Dat was bijna niet vol te houden. Het is afgeschaft.’

In mijn notitieboekje schrijf ik details op. Over een bordje dat in grote letters ‘STILTE’ vraagt en in kleine letters: ‘Omdat stilte de taal van het Ultieme is...’ Over kasten waarop Dymo-woord reepjes kleven die aangeven wat erin zit: broodmandjes, opdien gerei, bidbankjes. Over een brief die ad valvas hangt en die vertelt hoe Lourdes weerspiegelt wat mensen doormaken als gevolg van de pandemie: een gevoel van onzekerheid, kwetsbaarheid, vrees voor de dood. Over het schilderij van Servaes in de gangen en het licht dat door de glasramen in kloostergangen valt. De spreuk boven de deur van de vroegere eetzaal van de paters: ‘Niet van brood alleen leeft de mens, maar van ieder woord uit de mond van God.’

Pater Carlos, 78 en op zijn 18de ingetreden in het karmelietenklooster. ©Rik Van Puymbroeck

Nu ze maar met zes meer zijn, eten ze in een kleinere zaal. Toen pater Carlos intrad, waren ze met 22. ‘De laatste dertig jaar zijn er 15 die het geprobeerd hebben, slechts één is er gebleven.’ Dat is pater Martin, hij is 54, de jongste Belgische karmeliet, hier dus nu prior. Broeder Jozef is 89, pater Reimond 84. En dan zijn er pater Isidore en broeder Henrik-Maria. De eerste 38, de tweede 32.

Dat is jong en waarom zij niet de ‘jongste Belgische karmelieten’ zijn, zie je. Isidore komt uit India, Henrik-Maria heeft Filipijnse roots, maar verhuisde als kind van vier met zijn ouders naar Zweden. Hun verhalen zijn anders en toch gelijk.

Isidore Soreng komt uit Ranchi, een stad in India waar de Vlaamse jezuïet Constant Lievens uit Moorslede in de 19de eeuw als missionaris ging werken. Een klein deel van de bevolking werd katholiek en uit zo’n familie stamt deze man. In 2000 trad hij in, in 2009 ging hij in Rome studeren, in 2015 werd hem gevraagd op missie naar België te komen. De omgekeerde beweging van Constant Lievens.

-

‘Het is niet altijd gemakkelijk geweest’, zegt hij. ‘Het verschil tussen Italië en België is groot. Mensen zijn hier veel geslotener. Maar als ik het moeilijk had, dacht ik aan de missionarissen die ooit naar Ranchi waren gekomen. Dat zal ook niet gemakkelijk geweest zijn. Nu ben ik gelukkig in deze familie.’

Dat woord gebruikt hij: familie. Ook broeder Henrik-Maria - ‘ik ben broeder, nog geen pater, mijn priesterstudies duren wat langer omdat ik al eens gebuisd was, maar priester worden blijft wel een droom’ - gebruikt dat woord. ‘Ik ben sociaal’, zegt hij in bijzonder goed Nederlands. ‘Alleen West-Vlaams versta ik nog altijd niet. Ik ben de babbelaar van de groep. Dat is geen contradictie. Dat je alleen introverte mensen in een contemplatief klooster vindt, klopt niet. Contemplatief zijn is geen vlucht. Het is vechten. Voor God, tegen zelfzucht, tegen het kwade in ons en in de wereld. Dat gebeurt via gebed en door zelfverloochening. Door anderen meer te beminnen dan uzelf.’

Isidore zegt het zo: ‘Het nieuws van buiten komt hier binnen via kranten, televisie en sociale media. Maar door het ritme van onze dag filter je dat weg. Als ik iets gehoord of gelezen heb dat me zorgen baart, verdwijnt dat helemaal zodra we weer in dat gebed gaan.’

"Het is onwaarschijnlijk dat Hij telefonisch contact met je opneemt. "

Op een bordje aan de kapel

Henrik-Maria: ‘Het is niet zo dat wij weg van de wereld zijn. Ik denk net dat we dieper in het hart van de wereld gaan. Contempleren is niet over je eigen navel contempleren. Ik las net iets over rellen in Myanmar. In gebed kan ik dat dan dragen en op hulp aandringen. Het klinkt als een cliché en ik weet niet hoe ontkerstende mensen dat zullen lezen. Maar ik kan alleen zeggen: probeer met God te leven.’

 

We moeten het vragen: is het soms niet saai? ‘Ja’, lacht Henrik-Maria, die drie was - ‘mijn eerste herinnering, ik wilde als Jezus zijn’ - toen hij eraan dacht priester te willen worden. ‘Soms kan het saai zijn. Maar dan zal ik wel te ver van de weg afgedwaald zijn zeker? In het gebed vind ik de vereniging met de kerk dan terug.’

Ze spreken van ontspanning. Isidore houdt van Indiase muziek en films - ‘soms een Bollywoodp roductie, al duren die veel te lang’. Henrik-Maria houdt van de Filipijnse zangeres Lea Salonga, van de Amerikaanse boysband *NSYNC en van Lady Gaga. ‘Niet aan te raden voor mijn medebroeders’, lacht hij. ‘Mijn echte guilty pleasure zijn young adult boeken. Harry Potter. Ja, ik ben van die generatie.’

Niet op vliegtuigmodus

Daar is de klok en daar weer de stilte. Nee, ik moet niet zeggen dat de smartphone al twee dagen op vliegtuigmodus staat. Ik heb gelezen dat Club Brugge inderdaad naar de beurs gaat, dat de vaccinatie campagne nog altijd sputtert en dat een boer in Meigem zich zorgen maakt over het stikstofbeleid. De mail gelezen van de chef met de vraag voor een reportage volgende week. Binnen het halfuur beantwoord zelfs, kijk mij eens plichtbewust zijn!

En toch. Opnieuw lijkt het moeten wat minder. Dat is niet zo raar, ook op vakantie met uitzicht op mijn favoriete boom in de Luberon voelt die neiging naar nieuws en betrachting naar de wereld lichter aan. Alsof onthechting komt van de plek waar je verblijft. In dat dorpje, tussen muren die je van de zon afschermen, in dit klooster. Met geloof heeft het niets te maken. Misschien wel met wat pater Carlos zei over zen.

Is dat isolement? Is alleen zijn synoniem voor eenzaamheid? En wat leren wij daar dan van? Eenzaam voelt pater Isidore zich vooral in dagen dat hij ziek is. ‘Dan blijf je op je kamer, de andere paters komen je daar wel helpen, maar toch: je gaat meer denken aan je familie en vrienden thuis.’

Broeder Henrik-Maria: ‘In een contemplatief klooster zitten niet alleen introverten’. ©Rik Van Puymbroeck

 

Broeder Henrik-Maria heeft er zijn eigen woorden voor. ‘Mensen verwarren isolement met eenzaamheid. Dat moet je niet doen. Voor mij is eenzaamheid alleen zijn met iemand, met God. Het is zoals iemand anders smoorverliefd kan zijn op een vrouw en er pas mee samen is. Die mensen willen zo veel mogelijk onder hun tweetjes alleen zijn. Zo voelt dat bij mij aan. Niet in de fysieke zin, maar ik bouw echt aan die relatie met God. Zonder hem kan ik me geen leven voorstellen.’

Pater Carlos leeft al zestig jaar zo. Hij herhaalt de vraag. ‘Eenzaam? Ja, het celibaat leidt tot een vorm van eenzaamheid, hè. Je kiest daar vrijwillig voor, maar soms weegt dit leven. Al hebben we echt een goede groep, we zijn natuurlijk geen echte familie. Toen mijn broer enkele maanden geleden overleed, kon ik dat wel vertellen. Maar ik moest het alleen verwerken.’

Dan zegt hij dit: ‘Na zestig jaar vind ik dit leven nog altijd niet monotoon. Het heeft een structuur waar ik van houd. Ik ga niet zeggen dat er geen routine sluipt als je teksten, die je al duizend keer hebt opgezegd en bijna van buiten kent, opnieuw hoort. Toch gebeurt het nog heel vaak dat één woord je aandacht trekt en waarin je voelt: dat is de nagel op de kop, daar zit veel wijsheid in.’

‘Het meditatieve en de stilte maken me bewust van de echte menselijke waarden van het leven. Toen ik 16 was, lazen we in de klas ‘De kleine Johannes’ van Frederik van Eeden. Daarin stond één zinnetje dat me erg trof: ‘Het is een mooi ding om een goed mens te zijn.’ Daar gaat het om. Paus Johannes XXIII las aan het einde van zijn leven maar één boek meer, de bijbel. Die verstilling brengt me rust. (glimlacht) Blijkbaar verandert de mens niet zoveel in tweeduizend jaar.’

Voor nu en altijd

7.30 uur, de laatste ochtend. Opnieuw zit ik achteraan in de kapel en volg ik vanop een afstand het ochtendritueel van de zes karmelieten. Pater Martin herhaalt wat ik de voorbije dagen tientallen keren hoorde: ‘Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.’

Straks zal pater Carlos de poort openmaken en rijd ik, via Brugse straatjes, de eigen werkelijkheid weer in. De poort sluit zich, en zo het luikje naar deze wereld, die voor hen het leven is. Straks om 12 uur de mis, om 18 uur de vespers, om 20.30 uur de completen. Vandaag, morgen, de rest van dit jaar, voor nu en altijd.

Net voor het vertrek toon ik pater Carlos één foto, gemaakt toen hij met zijn elektrische fiets het tuinpad af reed. Hij kijkt en lacht: ‘Schoon voor op mijn doodsprentje. Daar kunnen ze dan bij schrijven: ‘Hij is vertrokken.’’

Met een helm op zijn hoofd de hemel tegemoet? ‘Je weet maar nooit wat je tegenkomt.’

*


IN MEMORIAM FRANCIS VAN DEN EYNDE (1946-2021)

*

Portret - 07/03/2021 Luc Pauwels - Leestijd 4 minuten

*

Tussen Francis de onstuimige, Brusselse jongen uit de Marollen, en Francis de bevlogen spreker in het Belgische parlement en de Gentse gemeenteraad liggen meer dan een halve eeuw onafgebroken engagement voor Vlaanderen, voor het hele Nederland en voor het Europa der volkeren.

Ik leerde Francis kennen in die eerste periode en zag hem door de jaren heen evolueren – en dezelfde blijven. We waren zelden van dezelfde verenigingen lid, behalve van de beginnende Volksunie en een jaar of zo van de Vlaamse Volkspartij (Lode Claes). Dat leverde bij iedere ontmoeting spetterende discussie op bij pot en pint. Pinten, meervoud, om eerlijk te zijn.

Vlaanderen is armer geworden

Omdat het brave Vlaanderen een taaie voorvechter minder heeft, iemand die inzet uitstraalde en inzet wàs. Het engagement van een Uilenspiegel, altijd fris bij de zaak, met open vizier en meer humor dan zijn tegenstanders vaak aankonden. Strijdend met de glimlach op de lippen, principieel, vasthoudend, maar nooit bits. Het meest heb ik genoten van zijn replieken in het Frans (hij was perfect tweetalig) die hij in het parlement adresseerde aan Onkelinx en de haren.

Niet bitsig, en nooit persoonlijk, maar altijd wel ‘ad rem’. Toen hij in de Gentse gemeenteraad voor de zoveelste keer ‘de collaboratie’ voor de voeten kreeg geworpen, vroeg hij eerst waarom het stadsbestuur een straatnaam en een standbeeld voor Lieven Bauwens (1769-1822) in stand hield. Vraagtekens op vele gezichten. Wel, herinnerde Francis er de gemeenteraadsleden aan, die Bauwens was een collaborateur met de Franse bezetter, oorlogsburgemeester van Gent, chou-chou van Napoleon…

 

En verder verwonderde Francis – die zelf uit een ‘sneeuwwitte’ familie kwam – zich over het miserabel korte geheugen van een aantal groene, blauwe en rode collega’s die zich beter met de verwerking van hun eigen familiaal oorlogsverleden zouden bezighouden. Na de gemeenteraadszitting kwam in de wandelgangen, zoals dat heet, van elke genoemde fractie minstens één lid hem bedanken omdat hij hun naam niet had genoemd.

historische anekdotes zijn schatkamer aan

Zo maakte Francis vrienden of toch minstens respectvolle tegenstanders – door zelf het voorbeeld te geven. Klinkt schools, maar het werkte. Hij werd daarbij geholpen door zijn fenomenaal geheugen en zijn schatkamer aan historische anekdotes. En zijn vele reizen, letterlijk de wereld rond. Ik had hem graag gehoord over Myanmar, waar hij natuurlijk geweest was en had rondgeneusd, maar dat heeft niet mogen zijn.

Toen ik in 2018 na een kleine tien jaar Frankrijk naar Vlaanderen terugkeerde, en wel naar het mij grotendeels onbekende Gent, bood Francis zich aan als ‘natuurlijk aanloop punt’ (zijn woorden). Hij leerde me Gent (ver)kennen en liefhebben. Samen stichtten we de Bond der Brabanders in Ballingschap (BBB) met twee leden, hij de voorzitter, ik de secretaris. Iedere eerste maandag van de maand hielden we een statutaire vergadering in het Vrijdaggevoel op de Vrijdagmarkt. Van de wijnkaart tot de wereldvrede, niets bleef onbesproken, alles werd ter stemming gebracht. Het meeste heb ik genoten van zijn Ierse verhalen. Ik denk niet dat Vlaanderen een betere Ierlandkenner heeft gehad. Daar woont trouwens zijn oudste zoon, getrouwd met een Ierse: ‘Het enige buitenland aan wie ik een kind wilde afstaan’…

Vlaanderen is rijker geworden

Francis behoorde tot die unieke soort mensen die de wereld, en vooral Vlaanderen, mooier en beter achterlaten dan ze haar hebben gevonden. Dat dit mogelijk was, is de bij uitstek troostende gedacht die Francis ons nalaat.

eerlijke warmte en de diepe bezieling

Ieder overlijden roept vragen op, vragen waarvan we ons afvragen of ze wel mogen worden gesteld: zijn wij, de levenden, niet de doden die op deze wereld even met vakantie zijn? Hoe dan ook, Vlaanderen is een voorbeeld rijker geworden van, wij zijn met z’n allen een herinnering rijker geworden aan een unieke man, waarvan de eerlijke warmte en de diepe bezieling ons allemaal helpen verder te leven en te ijveren.

 

Francis maakte letterlijk waar wat de goden, bij monde van Walter Flex, hem hadden opgedragen:

 

Wat niemand durft, moet jij wagen,

Wat niemand uitspreekt, zeg het vrank en luid,

Wat niemand betwist, moet jij bevragen,

Wat niemand aanvat, voer jij best uit.

 

Als niemand toezegt, kan men op jou bouwen

Als niemand scepsis toont, dan jij meteen,

Als allen twijfelen, durf te vertrouwen,

Als allen meelopen, blijf dan stil alleen.

 

Waar allen loven, wacht liefst even,

Waar allen spotten, hou je mond mooi dicht,

Waar allen gierig blijken, durf gul te geven,

Waar alles donker is, ontsteek het licht!

 

Hem op het lijf geschreven.

 

Zijn lieve vrouw en vier kinderen bieden wij onze genegen deelneming aan, met een advies dat van Francis zelf komt: ‘Koester je herinneringen, ze zijn het enige dat niemand je ooit kan afpakken’.

 

Vaarwel Francis, jij ontwapenend eerlijke vriend, vaarwel. En dank voor alles.

CORONA & CENSUUR

VRIJE COMMENTAAR

*

2 maart is het. Voor altijd een weggeknipte bladzijde uit de wereld- geschiedenis.

-

U las het. Het stond er. Ook in het eigen aller persoonlijkste leven van Digitalia kwam het voor. Heel toevallig? Neen, toeval bestaat niet.

Zoiets opent de og”n, vooraleer de Eeuwigheid ze sluit, zoals met Francis vanden Eynde. Tien jaar jonger, veel harder geleefd en nu al, nog zo jong, tot stof vergaan

Daar past maar één enkel ‘item’ op, passend als een koppel zomersandalen.


      CARPE DIEM

*

Digitalia

HOW TO HOLD THE WEST




Geen opmerkingen: