woensdag 17 maart 2021

500560 - REEDS HALFWWEG DE WEEK MAAR NOG GEEN STAP VERDER WEG VAN DE UNITAIRE DWINGELANDIJ

 

. .


WOENSDAG 17 MAART 2021

 

500560 - REEDS HALFWWEG DE WEEK MAAR NOG GEEN STAP VERDER WEG VAN DE UNITAIRE DWINGELANDIJ

 

  1. INHOUD

*

VEEL GEBLAAT MAAR WEINIG WOL. ZELFS VERSLETEN VLIEGTUIGEN ALS AANTREKKINGSKRACHT VOOR LIEFHEBBBERS WORDEN ONS ONTSTOLEN

 &

*

André Maenhout leert voor dokteur, allee, hij doet pogingen in die richtinge maar ’t wil maar niet lukken. Hij kan de namen van de medicamenten slecht onthouden en hij verwisselt dikke darm altijd met de dunne. Arseen Maenhout, de vader, heeft hem al versast van de universiteit van Gent naar die van Leuven, met hetzelfde resultaat. Op nen zondagavond stond Arseen aan den toog van ‘de Kippe” en luchtte ne keer zijn herte aan boer Verscheure die daar aan zijn pijpe stond te lurken. “het is gelijk met dat kalf bij ons”, zegt Verscheure van achter een toebakwolke, “het zoog aan twee koeien en hoe meer dat ’t zoog, hoe groter kalf dat het wierd!”

http://blog.seniorennet.be/guvaal/

VLAAMSE ONMONDIGHEID

*

De Belgische luchtmacht vervangt de oude Lockheed C130 Hercules vrachtvliegtuigen met de A400M van Airbus. Een eerste exemplaar daarvan is al op de thuisbasis van de 15de Wing in Melsbroek aangekomen. Het was de bedoeling – ook van de legerstaf - dat de oudste C130 in diezelfde thuisbasis zou blijven, daar zou worden gerestaureerd en opengesteld voor bezoekers. Dat werkje gebeurt daar door de vzw Dakota, een vereniging die in feite het documentatie centrum van de 15de Wing uitmaakt. Vrijwilligers van de vzw Dakota restaureerden er al een C-119 Flying Boxcar*, de voorganger van de C130 en hebben dus al heel wat ervaring in huis. Daarenboven was Melsbroek de thuishaven van de C130 en kent men er het vliegtuig van binnen en van buiten. Daar kreeg het ook zijn onderhoud en herstellingen.

Die plannen gaan echter niet door, nu de kersverse federale minister van Defensie, Ludivine Dedonder (what’s in a name?), beslist heeft dat de laatste der C130-Mohikanen zijn laatste rustplaats krijgt op de luchthaven van Betekom (Beauvechain) in Waals Brabant. Iedereen ziet in die beslissing de hand van ex-defensie minister Flahaut – PS, net zoals Dedonder - die de beslissing al eerder zou genomen hebben en in Waals Brabant zijn kiesarrondissement heeft. Op die Waals-Brabantse luchthaven is er wel een War Heritage Institute, maar heeft men nooit een band gehad met de C130, laat staan enige ervaring met het toestel..

Kort samengevat: de Vlamingen bij Paarsgroen+ hebben zich nog maar eens laten rollen. Als puntje bij paaltje komt, beslist de PS.

---

De zaak van de C130 is trouwens niet de enige waarbij de Vlaamse meerderheid de facto een minderheid wordt en zal ze nog klein bier zijn als zo’n 60.000 burgers gelijk zouden krijgen in het proces dat ze tegen de federale overheid hebben aangespannen. Dat begon gisteren voor de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel, in het Frans dus en ‘pour les Flamands la même chose’, net als in WO I, meer dan 100 jaar geleden. Zoals ik ook al vermeldde in mijn blog van gisteren (‘België speelt cavalier seul’) hebben de Franstaligen het in dit land nog altijd voor het zeggen. Arm Vlaanderen dat er ook in de 21ste eeuw niet in slaagt haar numerieke en economische troeven uit te spelen.

Zoals ik eveneens schreef in mijn blog van gisteren, willen de groene Kmers geld zien – altijd hetzelfde liedje - in dit geval één miljoen euro per maand zolang de federale overheid het klimaatbeleid niet verstrengt, wat dat ook moge betekenen. Als ze van de Franstalige rechter(s) gelijk krijgen, zal Vlaanderen het weer mogen betalen. Met dank aan onze eigen Vlaamse traditionele partijen die een centrumlinkse federale regering zonder meerderheid in Vlaanderen blijven steunen.

---

*       Die naam, ‘Flying Boxcar’, doet me denken aan de Starfighter, de voorganger van de F16, welke nu vervangen wordt door de F35. Van die Starfighter stortten er zoveel neer, dat het toestel de bijnaam ‘Stortflyer’ kreeg.

*   

*

RUIM 40 MILJARD EURO ZWART GELD OP BELGISCHE BANKREKENINGEN

*

Het Rekenhof heeft voor het eerst een nauwkeurige berekening gemaakt van de kapitalen die niet zijn geregulariseerd in 2006 en 2013 en die toch op Belgische bankrekeningen zijn beland. ©BELGA

Lars Bové

Vandaag om 01:00

*

Bij de vorige fiscale regularisatierondes in België hebben belasting zondaars ruim 40 miljard euro zwart geld naar ons land teruggebracht zonder daar belasting en boetes op te betalen.

Dat heeft het Rekenhof voor het eerst berekend in een nieuw rapport over de fiscale regularisaties. Dat rapport is nog niet publiek gemaakt, maar De Tijd kon het al inkijken. Die oude zwarte kapitalen kunnen de staatskas miljarden euro’s opleveren.

Bij de huidige fiscale regularisatie, die sinds 2016 loopt, moeten belasting zondaars zowel de inkomsten als het achterliggende zwarte kapitaal regulariseren. Nu geldt een boetetarief van 25 procent voor de inkomsten en 40 procent voor het zwarte kapitaal. Bij de vorige drie fiscale regularisatierondes was het pijnpunt dat veel belasting zondaars alleen belasting en boetes betaalden op de intresten die ze de laatste vijf tot zeven jaar hadden opgestreken. De grote, achterliggende kapitalen werden niet geregulariseerd. Ze werden wel teruggebracht naar een Belgische rekening.

"We moet hiervoor een correcte oplossing vinden met een totale regularisatie en een nultolerantie. "

Axel Haelterman

Hoogleraar Fiscaal Recht

 

Het Rekenhof heeft nu voor het eerst een nauwkeurige berekening gemaakt van de kapitalen die niet zijn geregulariseerd bij de fiscale regularisatierondes van 2006 en 2013 en die toch op Belgische bankrekeningen zijn beland. Het maakte de berekening op basis van de inkomsten en kapitalen die zijn aangegeven tijdens de lopende fiscale regularisatie. Om een correcte inschatting te kunnen maken werden alle ingediende dossiers geanalyseerd.

‘Dit resulteert in een bedrag van 4,26 miljard euro roerende inkomsten, dat gerelateerd zou kunnen worden aan 44,7 miljard euro onderliggend kapitaal. Daarvan werd maar 2,51 miljard euro (5,6%) geregulariseerd’, besluit het Rekenhof.

Fiscaal verjaard

Kan de overheid die miljarden euro’s zwart geld nog aanpakken? Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) benadrukt dat de belasting administratie niet bevoegd is om de verjaarde kapitalen te onderzoeken of te vervolgen. ‘De feiten zijn fiscaal verjaard. Het parket kan dat wel doen omdat witwassen een voortdurend misdrijf is en er strafrechtelijk sowieso langere verjaringstermijnen gelden.’

De minister verwijst naar zijn voornemen om het Charter van de Belastingplichtige te moderniseren en de fiscus na decennia weer samen met het gerecht onderzoeken te laten voeren. ‘Dan kan het parket voor die strafdossiers de expertise van belasting ambtenaren inzetten.’

‘Dit probleem is al ontstaan bij de eerste fiscale regularisatieronde in 2004, toen massaal alleen inkomsten zijn geregulariseerd’, zegt Axel Haelterman, hoogleraar fiscaal recht aan de KU Leuven. ‘Het is al jaren een absolute vereiste ook de onderliggende kapitalen te regulariseren. Maar door de wijziging van aanpak in de loop der jaren is die situatie met de oude kapitalen moeilijk op te lossen. We moeten een correcte oplossing vinden met een totale regularisatie en een nultolerantie. Dit zijn als het ware ‘sitting ducks’, makkelijke doelwitten, voor de fiscus en het parket.’

*

WOKE-GENERATIE HEEFT DOMMERE FANATICI DAN DE ACHTENZESTIGERS’

Johan Sanctorums 'De Langste Mars' in herdruk

Interview - 17/03/2021 Christophe Degreef - Leestijd 12 minuten

*

Johan Sanctorums De Langste Mars introduceerde niet alleen begrippen als ‘poco cratie’ en ‘eco rexia’, het boek is ook nog eens aan een derde druk toe wegens groot succes. Reden genoeg om Sanctorum op te zoeken en hem enkele losse gedachten voor te leggen. ‘Polemiek is communicatie. En communicatie is er te weinig.’

 

Voor wie hem niet kent: Johan Sanctorum is filosoof, blogger en vaste columnist voor Doorbraak. Voor wie hem wel denkt te kennen: wist u dat Sanctorum eigenlijk niet echt van boeken houdt ‘omdat ze andermans ideeën aan mensen opdringen’, ‘omdat er leukere zaken te doen zijn’ en ‘omdat alle moderne intellectuelen – ik ook – eigenlijk lafaards zijn?’

Waar het armetierig, maar onafhankelijk toeven is

Dat laatste – laf zijn – introduceert meteen ook het onderwerp van zijn nieuwe boek, waar hij nog aan werkt: dissidenten die met humor het systeem uitdagen, en daarvoor veroordeeld worden tot de marginaliteit. Waar het armetierig, maar onafhankelijk toeven is.

Maar eerst: ‘De Langste Mars’.

Wie De Langste Mars aandachtig leest, ziet snel dat u met een zeker verdriet schrijft; verdriet dat de beloftes van 1968 niet echt vaste grond onder de voeten hebben gekregen, en de wereld niet hebben veranderd. Of niet?

Johan Sanctorum: ‘Daar hebt u gelijk in. Ik ben dan ook helemaal geen conservatief. Ik wil niet terug naar de tijd dat meneer pastoor het voor het zeggen had. Mei 68 is voor mij een typisch voorbeeld van een “revolutie die haar eigen kinderen opeet”, een revolutie die in haar tegendeel verzandt. Het vrijheids ideaal dat de revolutionairen eind jaren 60 kenden, dat is iets om te koesteren. Neem nu vrije meningsuiting, het “verboden te verbieden”. Dat is een ideaal dat me ligt. Het probleem is echter dat de achtenzestigers die vrijheid zelf hebben beknot. Zij hebben dat ideaal aangewend om een controle maatschappij op te bouwen, in naam van de politieke correctheid.’

Het volk is volgens cultuurmarxisten immers te dom om revolutionair te denken.

‘Paul Goossens is zo’n klassiek voorbeeld van een achtenzestiger die zijn idealen heeft verraden. Van grote linkse studentenleider, tot columnist in een burgerlijke krant als De Standaard, tot establishment figuur. Zo’n parcours is typisch voor die generatie, en het legt de “langste mars” concreet bloot. Die term komt van de Duitse studentenleider Rudi Dutschke, voortbouwend op het ideeëngoed van Antonio Gramsci, de cultuur-marxist die vond dat de revolutionairen de sleutelposten in de samenleving in handen moesten krijgen, omdat anders de revolutie nooit verwezenlijkt kon worden. Het volk is volgens cultuur marxisten immers te dom om revolutionair te denken.’

‘In 1968 hebben de revolutionairen in Parijs beseft dat ze niet op het volk konden rekenen, omdat het volk na enkele loonsverhogingen, ingevoerd door Frans president Charles De Gaulle en zijn eerste minister Georges Pompidou, gesust was en geen zin meer had in revolutie. Daarna kwam dus het idee dat er hoge positie moesten worden veroverd om echte veranderingen door te voeren.’

Naarmate de tijd vorderde, verwaterden de idealen.

‘Naarmate ze volwassen werden en door de instellingen aan het marcheren waren, ging er echter bij de revolutionairen een existentiële lamp branden. Ook revolutionairen stichten gezinnen, en willen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Plots stelden de achtenzestigers vast dat dat betekent dat ook zij veroordeeld werden om in het systeem te functioneren. Naarmate de tijd vorderde, verwaterden de idealen. Dat tot daaraan toe. Maar de achtenzestigers zijn zich gewoon aan hun macht beginnen vastklampen. Dat heeft tot gevolg gehad dat ze op de ideale positie zaten om met een bepaald idee van links moreel suprematisme, het “ware bewustzijn” – om een term van Gramsci te gebruiken, het volk allerhande dingen voor te schrijven, zeker als dat volk te “rechts” stemde.’

‘De waarheid is echter dat de achtenzestigers zich tijdens hun langste mars zelf hebben vervreemd van het volk, en dat zij zelf de kloof onoverbrugbaar hebben gemaakt. De achtenzestigers zijn er bovendien in geslaagd om deze machtsdoctrine aan hun kleinkinderen door te geven. De woke-beweging is immers een onrechtstreeks product van Mei 68. Zonder de vrijheidslievende aspiratie, en met ergere en dommere fanatici.’

U spreekt in uw boek van ‘de vadermoord’ die achtenzestigers pleegden op het gezag. Zijn verschijnselen zoals de woke-beweging dan een ‘grootouder moord’, een moord van millennials op de idealen van hun grootouders, op de idealen van 1968 zelf, in plaats van een rechtstreeks gevolg ervan?

‘De woke-generatie kent haar geschiedenis niet; volgens mij weet ze zelfs niet echt waar mei 68 werkelijk om ging. Er is bij haar een manifest gebrek aan vorming. Neem nu dat voorval met die Mohammedcartoon aan de Karel de Grote Hogeschool: als je de uitlatingen van die studenten leest, dan merk je hoe dun de spoeling eigenlijk is, hoe sterk het “slachtofferschap”, ook bij de communicatie dienst van de hogeschool zelf, die bij de minste commotie meteen in een politiek correcte kramp schiet en dan in een turbo taaltje de zaak denkt te kunnen afhandelen.’

Daartegenover is het woke-denken een gevoelsstroom, een golf die zichzelf als uitgangspunt neemt

‘Voor mij wijst dat erop dat die mensen bepaalde stations overgeslagen hebben tijdens hun vorming, laat staan dat ze zich ten volle bewust zijn van historische processen. Mei 68 ’ers kenden nog hun – linkse – geschiedenis. Zij beschikten over een historisch referentiekader. Daartegenover is het woke-denken een gevoels stroom, een golf die zichzelf als uitgangspunt neemt, zonder echte noemenswaardige leidersfiguren. Het gaat meer om hysterie dan om een duidelijk programma. Met mei 68’ers kon je tenminste nog discussiëren, met de wokers niet.’

Niet goed kunnen communiceren is in Vlaanderen niet alleen een probleem van de jongere generaties: het treft alle leeftijden. Is de verwachting tot hoge vorming van iedereen niet een beetje een elite-bekommernis?

‘Dat is de tragedie van de “Vlaming als volk zonder bovenlaag”, om Joost Ballegeer te parafraseren. We hebben een elite, maar een die fundamenteel Belgisch en politiek correct gezind is. Erger is dat er tussen de Vlaming en zijn elite geen harmonie is. Onze elite trekt de Vlaming niet uit het slijk om hem een beter, republikeinser en vrijer samenlevingsproject voor te schotelen, maar duwt hem in de cultuur marxistische geest van 68 naar beneden door zijn gevoelens te negeren, hem in een cordon op te sluiten als hij verkeerd stemt en hem als dom te brandmerken als hij een afwijkende mening heeft.’

De elite haat de Vlaming.

‘De elite moet de bevolking een gemeenschappelijk project voorhouden, maar moet ook de gevoelens van de gewone man kunnen capteren en er gehoor aan geven. Dat is een precair evenwicht. In Vlaanderen is er echter allesbehalve een evenwicht. De elite haat de Vlaming, en de Vlaming haat intellectuelen. En eigenlijk hebben de Vlamingen gelijk om hun intellectuelen te haten. Want de bevolking voelt het goed aan wanneer de elite betuttelt en haar niet verder brengt.’

 

‘Neem nu het carnaval van Aalst, en de radicale vrijheid van meningsuiting die daarmee gepaard gaat. Dat zou mei 68-intellectuelen moeten blij maken, want de bevolking durft daar dingen die volstrekt onburgerlijk zijn. De energie die daaruit voortkomt, dat zou de elite aan het denken moeten zetten. Zulke manifestaties van onderuit worden door de achtenzestigers echter genegeerd. Voor hen moet maatschappelijke verandering van bovenop worden opgelegd. De waarheid komt echter dikwijls van onderen. Door snel in een kramp te schieten, zoals de Karel de Grote Hogeschool gedaan heeft, communiceer je niet met de gewone man, maar leg je hem op hoe hij moet denken.’

Is wat de achtenzestigers hebben gedaan – De Langste Mars door de instellingen houden – voor u een moedwillige carrièreplanning om te kunnen heersen, of louter terug te voeren tot het feit dat men volwassen wordt, maatschappelijke posities bekleedt en zich dan maar zo goed mogelijk in het systeem probeert in te bedden uit lijfsbehoud?

‘Dat is een zeer goede vraag, gelijkaardig met de schuldvraag tijdens de collaboratie, of die van de IS-strijders. Achtenzestigers bevonden zich in een stroom van gebeurtenissen, mede veroorzaakt door het feit dat ze sociaal gezien veel vrije tijd ter beschikking hadden door de vooruitgang. In mijn boek haal ik aan dat verveling een belangrijke factor was in 1968, net zoals ik ervan overtuigd ben dat verveling voor de modernisten en de jonge generaties van de jaren 1920 en 1930 geleid hebben tot bepaalde ideologieën en masse. Zulke bewegingen zijn een generatiefenomeen, en niet louter een individueel gegeven.’

De jongeren van vandaag zijn eigenlijk een groot tegenstander van individualisme

‘Ik durf zelfs te zeggen dat ook het wokegebeuren een generationeel gegeven is. Ik merk zelf dat ik bijzonder moeilijk met mijn zoon van 17 over de samenleving kan discussiëren. Wij behoren tot andere universa. De jongeren van vandaag zijn eigenlijk een groot tegenstander van individualisme, van het idee dat je je als persoon moet ontwikkelen, en dat je als persoon tegen de stroom in mag gaan. Zij vinden tegen de stroom oproeien totaal zinloos, ja, zelfs moreel laakbaar. Zij vinden dat je moet proberen om in de juiste stroom terecht te komen.’

In veranderingen perspectief zien

 

‘Het probleem is dat vele stromingen op het internet geen echte leiders hebben. Zelfs daar is er met andere woorden geen manifestatie van persoonlijkheid, van individualiteit, van charisma. Als gevolg daarvan blijft de stroom altijd bestaan, en maakt ze dat je je zeer goed kan laten meevoeren. Want je hebt immers nooit een leider die afwijkt van het juiste pad, een leider die je bij de les moet houden.’

‘Nu, ik heb geen zin om de cultuur pessimist te zijn. We zullen wel ergens landen, cultuurvormen zijn er altijd. Over twintig jaar spreekt er niemand meer over Johan Sanctorum, en is de generatie van mijn zoon aan de macht. De wereld zal op zich niet vergaan. Maar als filosoof is het de aard van het beestje om in veranderingen perspectief te zien, en om ze proberen te begrijpen.’

U werkt ook aan een nieuw boek. Wie of wat neemt u daar op de korrel?

‘Mijn nieuw boek gaat over het verzet van intellectuelen, en hoe zij daardoor gedwongen worden om in de marge van de samenleving te leven. Humor heeft de naam om rebels te zijn, maar kan ook worden gebruikt als smeerolie van het systeem. Er moet gelachen worden, de druk moet van de ketel, en met af en toe een goed getimede grap aanvaarden mensen de samenleving waarin ze vertoeven. We zien dat door de wildgroei aan stand up comedy: het zijn dwazen in loondienst van de samenleving. Maar dit soort humoristen gaat zelden over de grens. De burger moet ’s anderendaags namelijk terug braaf gaan werken, en mag ook niet te veel gaan nadenken.’

In de Reinaert-legende spiegelt de auteur, die anoniem is gebleven, zich duidelijk aan zijn hoofdpersonage.

‘Daarnaast heb je de grappenmakers in de marginaliteit, zij die wel over de grens gaan, en onrust opwekken. Daarbij denk ik aan Charlie Hebdo. Zij gebruiken satire om het systeem zelf in vraag te stellen. Eigenlijk treden zij buiten de kaders van de satire, want zodra het etiket “satire” ergens wordt op gekleefd, is ze ongevaarlijk. Voorbij de satire bevindt zich het drijfzand, de donkerte, en die wereld vind ik uitermate fascinerend. In Vlaanderen hebben we een traditie van humor die over de grens gaat, zoals met het middeleeuwse epos van Reinaert de Vos. Dat is straffe kost hoor, zeker voor die tijd, een typevoorbeeld van satire die het systeem uitdaagt. De sluwe vos vermomt zich, bedriegt, hekelt, speelt woordspelletjes, en wordt uiteindelijk verbannen naar de “woestine”, dat is de marginaliteit, buiten het burgerlijke leven. In de Reinaert-legende spiegelt de auteur, die anoniem is gebleven, zich duidelijk aan zijn hoofdpersonage. Hij is dus zelf ook vogelvrij. Dit wordt het vertrekpunt van mijn boek.’

Humor moet stout zijn.

‘Humor moet dus stout zijn, politiek incorrect, anders is het banale kolder. Kijk ook maar eens naar de politieke linkerzijde: niemand lacht daar, want je beledigt altijd wel iemand en dat mag niet. Johan Anthierens was de laatste linksdrager die nog de kunst verstond slim met humor bezig te zijn en de grenzen van de politieke correctheid opzocht. Het feit dat de VRT zich echter genoodzaakt voelde om mindere goden als Joël De Ceulaer de lof over Anthierens te laten zwaaien in een documentaire over ’s mans leven, geeft aan dat vrijdenkers als Anthierens in deze tijd definitief begraven zijn.’

‘De lach wordt een kostbaar goed. Na mei 68 kon je met het geloof lachen, en dankzij Fawlty Towers kon je ook met de Tweede Wereldoorlog lachen. Sindsdien is lachen met beide thema’s moeilijker geworden. Ik vind dat een vorm van de geschiedenis miskennen. Als je ergens mee kan lachen, dan ben je ook bereid om conflicten te begraven, en dan kan je bepaalde dingen afsluiten. De kamer op slot doen en er niet meer binnenkomen.’

Het heeft geen zin om oude wonden niet te laten helen.

‘Neem bijvoorbeeld de verontwaardiging over de ‘Joden poppen’ tijdens het carnaval van Aalst. Waarom beseffen de Joden zelf niet dat ze beter stoppen met het cultiveren van dat Holocaust slachtofferschap? Waarom lachen ze niet gewoon met de grap van de Vismoo lj’n? Het heeft geen zin om oude wonden niet te laten helen, het leven is na de Tweede Wereldoorlog verder gegaan, lange tijd zelfs zonder het dagelijkse herdenken, want de Holocaust begon als collectief thema maar echt te leven na het proces van Adolf Eichmann begin jaren 1960.

iedereen, ook jongeren, mogen, moeten weten wat er in Auschwitz gebeurd is

Het is tijd voor loutering. We hebben alle analyses die nuttig zijn om de Holocaust te begrijpen, ze zitten netjes in onze bibliotheken, dus we kunnen erover lezen als we willen. Op die manier hoeven we er niet dagelijks mee bezig te zijn. Het geheugen dient ook om te vergeten. Niet als ontkenning: iedereen, ook jongeren, mogen, moeten weten wat er in Auschwitz gebeurd is. Maar maak daar geen religie van. Dat is ook voor elk individu zo: als je alles zou onthouden wat je hebt meegemaakt, word je gek. Pas het lachen met iets, met jezelf, met grote tragedies, werkt bevrijdend. Ook dat punt wil ik maken in mijn boek over humor.’

Wanneer mogen we dat boek dan verwachten?

‘Tegen het vallen van de blaren en de boekenbeurs. Ja, humor staat of valt met een goede timing. Af en toe laat ik in Doorbraak al wel een voorsmaakje op de lezer los.’

De langste mars | Johan Sanctorum

Christophe Degreef

CORONA & CENSUUR

VRIJE COMMENTAAR

*

Een slogan van ’t Pallieterke, zo oud als Bruno Dewinter, de Stichter, dat wat niet al lachende kan gezegd worden, de waarheid niet en is. Vandaar dat de politiek niet kan lachen, want dan zou die niet meer politiek-correct zijn.

Maar er is meer. Wie niet recht in zijn schoenen staat, kan niet lachen. Ooit al ’n lachende crimineel of parlement  riër aan het werk gezien?

Bedenk daarbij de ware aard van het Beestje van de gewone volksmens in Uw omgeving. Bezie de Vlaamse kermissen en stel daarbij vast, dat zelfs na de jaarlijkse miljarden transfers richting Francofonie, er nog leute en plezier kan gemaakt worden…

Hoelang nog? Zelfs de duivel, die het branden gewend is, wil uit de hel weg…

*

Digitalia

HOW TO HOLD THE WEST




Geen opmerkingen: