BART DIKKE VIS EN DE PAUS
'De huidige Paus is geen nazi, maar wel een sentimenteel conservatief. Mensen van dat slag zullen zelden zelf gaskamers installeren, maar ze zijn evenmin ongevaarlijk.' Het is de conclusie van Rik Torfs in deze krant (DS 5 februari) naar aanleiding van de domme beslissing van het Vaticaan om de excommunicatie op te heffen van een bisschop die niet alleen het traditionele geloof, maar ook het negationisme predikt. Torfs voegt eraan toe dat we ons moeten hoeden voor het conservatisme, ook al oogt het goedmoedig want 'weemoed kan meedogenloos zijn, en schijnbare verfijning scherper dan een scheermesje'.
Dat laatste kon Adolf Hitler getuigen toen men hem na de bomaanslag van 20 juli 1944 levend onder het puin van zijn hoofdkwartier de Wolfsschanze haalde. De verfijnde aristocraat Claus Von Stauffenberg had er een bom onder Hitlers vergadertafel geplaatst, weemoedig als hij was naar het pre-nazistische Duitsland. De man herleeft dezer dagen in de gedaante van Tom Cruise op het witte doek. Es lebe unser heiliges Deutschland, waren volgens de overlevering de laatste woorden die hij sprak voor de nazi's hem executeerden. Von Stauffenberg vatte daarmee zijn sentimentele weemoed als oerkatholieke, conservatieve nationalist perfect samen.
Zoals de Duits-Britse socioloog en socialistische politicus Ralf Dahrendorf als eerste wetenschappelijk beschreef, probeerden de nazi's in Duitsland immers grondig komaf te maken met de traditionele samenleving. Het nationaalsocialisme was, zoals de benaming het al doet vermoeden, bijzonder anticonservatief. De nazi's geloofden totaal in de maakbaarheid van mens en samenleving, en vertrokken derhalve van een tabula raza. In die zin was het nationaalsocialisme samen het marxisme allicht de meest progressieve ideologie die de mensheid ooit heeft voortgebracht. Beide ideeënstelsels zijn dan ook in hoge mate verwant: het utopisme van een ideale samenleving na een gewelddadige omwenteling (voor Marx via de klassenstrijd, voor Hitler via de suprematie van de cultuurscheppende Ariër); de internationalistische pretentie (in tegenstelling tot wat algemeen gedacht wordt, wezen de nazi's het nationalisme in wezen af); het verwerpen van het financieel kapitalisme (zowel bij Marx als Hitler met een antisemitisch discours); de historisch-materialistische onderbouw. Het is dan ook geen toeval dat men in de Sovjetunie altijd is blijven verwijzen naar het fascisme om de Duitse tegenstander te duiden en nooit naar het nationaalsocialisme: het fascisme is een ideologische uitwas van rechts, het nazisme net als het communisme van links.
De deportatie van Joden naar de vernietigingskampen begon in fascistisch Italië trouwens pas nadat de Duitsers er in 1943 de macht hadden overgenomen. Geert Mak beschrijft in In Europa zelfs hoezeer de Italiaanse bezettingszone van Frankrijk tot dat moment een veilige haven was voor gevluchte Joden, in tegenstelling tot Vichy-Frankrijk overigens.
De waarschuwing van de goedmoedige en verfijnde professor Torfs voor zijn conservatieve evenknie als zijnde de mogelijke vergoelijker of wegbereider van lieden die de Goelag of de gaskamer een plaats geven in hun denkkader, verdient dus op zijn minst enige nuance. De bloedige twintigste eeuw leert ons dat het lastenboek van progressieve lieden terzake heel wat dikker is dan dat van conservatieve. Torfs heeft echter wel een punt als hij waarschuwt voor het vastklampen aan vormelijkheden uit het verleden ten koste van een hoge morele prijs. Wie het conservatisme herleidt tot het idealiseren en restaureren van een verleden dat nooit heeft bestaan, predikt aan het einde van de rit inderdaad alleen maar hypocrisie en intolerantie. In de betekenis van een voorzichtige houding tegenover de maakbaarheid van de samenleving, van een respectvol omgaan met wat de traditie heeft opgeleverd, van het hooghouden van sociale basiswaarden als bakens voor het streven naar goed gedrag, lijkt het conservatisme mij echter een bijzonder mensvriendelijke manier van denken over de maatschappij. Als Torfs gelijk heeft met zijn stelling dat het conservatisme in Vlaanderen de jongste jaren veel veld wint, dan is dit een evolutie die men in die zin moet trachten te kanaliseren in plaats van ze botweg af te wijzen.
Bart De Wever is voorzitter N-VA.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten