.
1569 - DE PS (PARTI
SCANDALE) GAAT VECHTEND TEN ONDER
°°°
Over de
erosie, in overdrachtelijke zin
De wetmatigheid
van elke kunstmatige ideologie
°°°
Het is geen prettig
schouwspel, om uitgeleefde reuzen te zien wankelen op hun benen. Maar de Goden
op de Olympus wisten het reeds : zij die ze wensen te verdelgen, slaan ze eerst
met verdwazing. De PS/SP volharden in de boosheid en rollen vechtend op straat
de dieperik in.
Arme
knappe Paul Magnette, ‘encore si jeune et déjà si corrompu’… Maar
ja, met wie men verkeert, wordt men vereerd!
Ik mocht van ons Ma niet
vloeken, en heb me dus altijd beperkt tot het tweetalig woord ‘Merde’, zodat mijn Franssprekende
vrienden mij ook konden begrijpen. ‘Shit’
in modern taalgebruik, een woord dat het Vlaamse ‘kak’ is komen te vervangen. Ik beperk mij dus tot het overnemen
van een knap stukje vakwerk van de grote meneer Rik Van Cauwelaert uit De
Tijd. Die mensen komen er recht voor uit, zwaar geïnvesteerd te hebben, om zo
maar iedereen gratis toegang te geven tot hun druksels. Kan ik inkomen. Ik weet
hoe zwaar het leven van een ondernemer kan zijn. Maar U ziet (heb ik nu ook al die
Tsjeven-manieren?) dat elk enerzijds
ook een anderzijds heeft. Het artikel
hieronder komt niet uit De Tijd, maar uit Iskander ® en Iskander ® heeft het
uit De Tijd via ‘Doorbraak’. Als modale Vlaming moet men toch ergens kunnen door breken om aan zijn trekken te
komen.
*
Heeft U een beetje de stijl
van Dhr. Koen Geens ontdekt in bovenstaande volzinnen? De man is, naast
huisvader, ook advocaat en Minister in één en dezelfde Drievuldigheid, dus zal
zijn stijl wel de juiste zijn om in authentieke Tsjeven-stijl zaken aan de man
te brengen die de facto niet kunnen…..
Eigenlijk, Meneer de
Jugepee, wil ik door dit clandestien overtappen de belangen van de werkgever
van de Heer Van Cauwelaert helemaal niet schaden. Bewijs : ik dien alleen
opgewarmde kost op, dagen na de actualiteit van 1 Mei. Integendeel, Meneer de
Jugepee, in plaats van (enerzijds) die belangen te schaden, kunt U (anderzijds)
vaststellen dat ik ze verdedig, door te stoefen op de prestaties van de Heer
Van Cauwelaert voornoemd. Zelden of nooit hebben we de kans om dergelijke
kwaliteit onder onze neus te krijgen. Besluit (Cfr het ACW) centen kwijt voor
De Tijd, maar het Algemeen Belang van mijn lezers heeft er baat bij.
PS. Zouden de Heren
Franscouillons voldoende de taal van de meerderheid van hun onderdanen
beheersen, om Rik Van Cauwelaert te genieten, of zullen ze een beëdigde
vertaling in de taal van Marianne eisen, op kosten van de Belastingbetaler?
°°°
Ter zake :
De
slechte kameraden van Magnette
27-04-2013 - Rik Van Cauwelaert - De Tijd
Via Iskander ®, uit de denktank van Prof. Mathias
Storme.
*
De toespraak van PS-voorzitter Paul Magnette voor
het jongste congres van zijn partij had iets van het praatje van een
tapijtverkoper. Duidelijk geïnspireerd door de Franse kame raden beloofde
Magnette zijn mili tanten een linkse sixpack, daarbij even ver getend dat zijn
partij deel uitmaakte van de federale regeringen die al die drastische Europese
begrotingsmaat regelen mee goedkeurden.
Tegenstanders van het nietsontziende Europese
saneringsbeleid lijken hun gram te halen. Want het ziet ernaar uit dat Europees
commissaris voor Monetaire Zaken Olli Rehn België tot begrotingsfatsoen dwingt
op basis van een rekenfout van twee Harvard-economen. Carmen M. Reinhart en
Kenneth S. Rogoff, de auteurs van de wereldwijde bestseller ‘This Time is
Different’, berekenden in hun studie ‘Growth in Time of Debt’ dat een
staatsschuld als die van België van meer dan 90 procent van het bruto
binnenlands product (bbp) de groei wegdrukt. Drie jonge academici, die wezen op
fouten in hun berekeningen, dwongen Reinhart en Rogoff tot academische
boetedoening. Het is bijzonder vermakelijk te zien hoe vooraanstaande analisten
dezer dagen laten verstaan dat ze altijd al weinig fiducie hadden in het werk
van Reinhart en Rogoff. Een van hen is Martin Wolf die ‘This time is Different’
in zijn krant Financial Times aanprees als ‘a masterpiece’. Reinhart en Rogoff
zijn niet de eerste economen en marktspecialisten die verstrikt geraken in hun
eigen modellen. Wie herinnert zich nog Robert C. Merton, topeconoom en
Nobelprijswinnaar? Hij kreeg de onderscheiding in 1997 voor de methode die hij
uitdokterde om de waarde van aandelenopties te bepalen. De methode was zo
onfeilbaar dat Merton, een goede vriend van ECB-voorzitter Mario Draghi, in het
hefboomfonds Long-Term Capital Management stapte. Tot het in 1998 fout ging.
LTCM verloor in amper vier maanden ruim 4,5 miljard dollar als gevolg van de
financiële crisis in Rusland. Zo’n crisis paste niet in het model van Merton,
die naderhand deemoedig toegaf dat het ‘onvolledig’ was. De Federal Reserve
moest tussenbeide komen om Wall Street voor een uitslaande financiële brand te
behoeden. In 2000 werd LTCM opgedoekt. Misschien zegt de naam David X. Li u
iets. Ooit werd Li door Financial Times gezalfd tot meest invloedrijke actuaris
op wereldschaal. De Chinese wiskundige ontwierp een methode die banken en
andere beurstijgers toeliet hun CDO’s met rommelhypotheken met de grootst
mogelijke nauwkeurigheid te prijzen. Li’s methode was zoiets als een licentie
om zelf geld te drukken. Intussen kennen we het resultaat. In 2008 bleek het
model ‘niet perfect’, om de woorden van Li te gebruiken. Dat is nu net het
probleem met de meeste economische en politieke theorieën. Pogingen om ze in de
praktijk te brengen draaien, vaak door externe onberekenbare factoren,
faliekant uit. Sommigen lijken nu te denken dat het torpederen van de theorieën
van Reinhart en Rogoff ook de voorzitter van de Europese Commissie Manuel
Barroso op betere gedachten bracht. Want die liet zich onlangs ontvallen dat
het Europese besparingsbeleid - ‘in de grond het juiste’, zei hij er snel bij -
op veel vlakken zijn grenzen heeft bereikt. Maar het windhaangedrag van Barroso
heeft niets te maken met het falen van Reinhart en Rogoff, wel met de angst
voor het aanrollende anti-Europese sentiment dat breder wordt gedragen dan
alleen door partijen die door Barroso in populistische en nationalistische hoek
worden gezet. De euro drijft gelukkig niet op de theorieën van Reinhart en
Rogoff, wel op de veronderstelling dat tussen de lidstaten sprake is van een
vergelijkbare economische orde en beleidsdoelstellingen, gemeenschappelijke
monetaire besluitvormingsprocedure en instellingen. Vandaar de
verdragsrechtelijke vastlegging van de verhouding tussen het overheidstekort
van de eurolanden en hun overheidsschuld op respectievelijk 3 procent en 60
procent van het bbp. Sixpack, twopack en fiscal compact zijn maatregelen,
goedgekeurd door de lidstaten en het Europese parlement om overheidstekorten en
overheidsschulden binnen de vastgestelde perken te houden. Tijdens het jongste
PS-congres spiegelde voorzitter Paul Magnette zijn achterban andere
vooruitzichten voor: die van een links sixpack. Magnettes toespraak had iets
van het praatje van een tapijtverkoper. Want de invulling van zijn beloftes kan
pas na de verkiezingen van 2014. En tegen dan zullen weinigen zich die belofte
nog herinneren. Wie de dagboeken leest van de Nederlander Max Kohnstamm, een
naaste medewerker van Jean Monnet, weet dat men in de Europese cenakels al heel
vroeg besefte wat de gevolgen waren van de invoering van een muntunie voor de
systemen van sociale zekerheid in de lidstaten. De PS deelt al sinds 1988 in de
federale macht. Bijgevolg waren de politieke, economische en sociale
consequenties van een muntunie de partijbonzen niet onbekend. Maar vandaag
schuilen federaal premier Elio Di Rupo en PS-voorzitter Magnette achter de rug
van de Franse kameraden die de Europese begrotingsdiscipline verwerpen. De
Fransen hebben daarvoor zo hun eigen redenen. Sinds 1974 heeft geen enkele
Franse regering een begroting in evenwicht afgeleverd. Ook president François
Hollande zal daar de eerstkomende jaren niet in slagen. Of hij zou al zijn
prijzige verkiezingsbeloftes moeten inslikken. Frankrijk, opgezadeld met een
zwaar overheidsbeslag, zit dan ook tussen hamer en aambeeld. In een recente toespraak
in Londen trok ECB-directeur Jörg Assmussen de aandacht op het acute probleem
waar Frankrijk mee kampt: de tanende competitiviteit. Een probleem waar
Frankrijk in 1992-1993 al mee worstelde onder president François Mitterrand en
dat het einde betekende van het oude Europese Monetair Stelsel (EMS), de
voorloper van de Europese Monetaire Unie. Frankrijk had toen al alle moeite van
de wereld om Duitsland, dat nochtans net de hereniging had verstouwd,
concurrentieel bij te houden. De Franse frank kwam onder druk. Waarop de Franse
regering eiste dat Duitsland, omdat de Bundesbank weigerde de rente te
verlagen, uit het EMS zou stappen. Nadat de Beneluxlanden hadden laten verstaan
dat zij in dat geval samen met Duitsland het systeem zouden verlaten, werd naar
goede Europese gewoonte een krakkemikkig compromis uitgedokterd. De
fluctuatiemarge voor de EMS-valuta werd opgerekt tot maar liefst 15 procent aan
weerskanten van de spilkoers. Zo ontstond finaal een feitelijk mark-blok, met
landen als België die hun munt aan de Duitse mark gekoppeld hielden. Wat
overigens een belangrijke factor was in het succes van het Globaal Plan van
premier Jean-Luc Dehaene, dat België in de eurozone bracht. Ook België kampt
met een concurrentieprobleem. Eurostat-tabellen tonen dat de loonkosten in
België tussen 2008 en 2012 met ruim 13 procent stegen. De loonkosten per uur in
de Belgische industrie zijn gemiddeld 24 procent hoger dan in de drie
buurlanden. Vooral Vlaanderen, met z’n open economie, kampt met de gevolgen van
de tanende looncompetitiviteit. In die mate dat zelfs federaal vice-premier
Johan Vande Lanotte (sp.a) zich opeens zorgen maakt over het behoud van Volvo
in Gent. Alleen heeft de Vlaamse Gemeenschap, tot dagelijkse ergernis van
minister-president Kris Peeters, geen enkele bevoegdheid om daar wat aan te
doen. De linkse sixpack van Paul Magnette zet geen zoden aan de dijk. Om het
Europees sociaal model te handhaven, waarschuwde bondskanselier Angela Merkel,
moet de Europese competitiviteit gevoelig worden opgevoerd, want de
welvaarts-staat is op groei gebouwd. De Duitse en Nederlandse socialisten
wachten zich wel haar tegen te spreken. Het zou het federale koninkrijk tot
voordeel strekken mochten Di Rupo en Magnette hun kameraden wat beter kiezen.
°°°
U
vergeeft mij natuurlijk de vergelijking, maar Rik Van Cauwelaert bezit de
kunst, om beter dan Jeroen Meus, een uitgeteerde droge haring op te dienen, en
hem te doen lijken op een malse sappige Noordzee-tong in botersaus. Wat niet
wegneemt, dat op Uw bord een mager sprotbeestje ligt, dat blij is uit zijn
lijden te zijn verlost. Of moet ik, in het geval van Paul Magnete, eerder
spreken van een Noordzee-duivel (lottte) ipv een Noordzee-tong….
Wat
ik wil zeggen (als ik Van Cauwelaert goed begrijp) dat het erg is, als
voormannen hun ideaal verloren hebben,
en alleen nog vechten uit lijfsbehoud. De werkende mens verdient beter. Anders
is het nutteloos dat iedereen tot 18 jaar en langer heeft kunnen studeren. Wie
zich nu nog proletariër-oude-stijl voelt, kan beter uitwijken naar de Zuidpool,
tussen de pinguïns. Daar vindt hij misschien die andere pinguïn (dixit Carla
Bruni, Mecr. Sarkozy), Mr. Hollande terug om met hun twee ploeg te vormen.
Of
deze generatie Di Jeanetto het verder zal uithouden? Ik denk aan het socialisme
van die François Hollande in Frankrijk, opvolgers van Le Roi Soleil, met het
maantje van de PS/SP rond die zon. Het kan lang duren, maar de erosie slijt
zelfs de hoogste bergen tot molshopen. Als het maar lang genoeg duurt. En agge
mô leut êt!
°°°
°°°
Geen opmerkingen:
Een reactie posten