UIT DE OMGEVING WILDERS
Links wijzigt strategie om Wilders te demoniseren
ENCINA NAVAN
Logica is de kunst van het geldig redeneren. Mensen die Wilders aanvallen, moeten zelf zuiver kunnen redeneren en argumenteren, zou je denken. Hun redenaties moeten trefzeker naar de conclusie leiden en geen gebreken hebben. Dat zou je denken – maar niets is minder waar. In dit artikel zal ik een aanval op Wilders analyseren en aantonen waarom deze aanval geen stand houdt.
Jevers schreef op 06-07-2009 12:12 (bron: artikel “Daarom stem ik PVV, Ronald Lermer, Volkskrant, 6 juli 2009, J. schreef een reactie om 12:12).
Jevers antwoordt:
Definities van Racisme en xenofobie zoals oa de Anne Frankstichting hanteert:
Racisme:
Racisme is een ideologie waarbij uitgegaan wordt van de superioriteit van de ene etnische groep ten opzichte van andere groepen. Dit kan zowel op basis van biologische verschillen als het tegenover elkaar plaatsen van culturen. Racisten vinden dat je culturen niet met elkaar moet mengen en dat er alles gedaan moet worden om de eigen cultuur te beschermen.
Xenofobie
Xenofobie is een ongegronde angst voor vreemdelingen, en wordt in het Nederlands ook wel vreemdelingenangst genoemd. Haatspraak (ook wel: hatespeech) wordt als een belangrijke uiting van xenofobie beschouwd.
Slechts enkele van de vele uitspraken van Wilders/PVV: [nummering door mij toegevoegd, E.N.]
(1) "Ik geloof niet dat Culturen gelijkwaardig zijn. Onze cultuur is veel beter dan de achterlijke islamitische cultuur"
Geert Wilders, Fox News channel, 25 januari 2008
(2) "Een op de vijf Marokkaanse jongeren staat als verdachte bij de politie geregistreerd. Hun gedrag vloeit voort uit hun religie en cultuur. (…) De paus had laatst volkomen gelijk: de islam is een gewelddadige religie. (…) Het zit in die gemeenschap zelf.”
Geert Wilders, Volkskrant 7 oktober 2006
(3) "De Nederlandse samenleving is gewoon beter dan die van de niet-westerse allochtonen."
Geert Wilders, Radio 1 ochtendjournaal 21 -03- 2006 en Nova 21-03-06
(4) "De kern van het probleem is de fascistische islam, de zieke ideologie van Allah en Mohammed zoals neergelegd in de islamitische Mein Kampf: de Koran."
Geert Wilders, Volkskrant, 8 augustus 2007
(5) “Veel fundamentele problemen in Nederland, zoals infrastructuur, files, huisvestingsproblemen en de verzorgingsstaat, kun je rechtstreeks toeschrijven aan migranten.”
Geert Wilders in interview met DPA, 3 januari 2008
(6) “Waarom durven wij niet te zeggen dat moslims zich aan ons moeten aanpassen, omdat onze normen en waarden nu eenmaal van een hoger, beter, prettiger en humaner beschavingsniveau zijn? Niks integratie, assimilatie! En laat daarna de hoofddoekjes maar wapperen op het Malieveld. Ik lust ze rauw.”
Geert Wilders, HP/De Tijd, 6 februari 2004
(7) “Iedere niet-westerse allochtoon moet een assimilatiecontract tekenen. Daarin staat precies wat je wel en niet mag doen. Als je daar niet aan voldoet, moet je het land verlaten.”
Geert Wilders, Volkskrant 7 oktober 2006
(8) “Ik ontzeg niemand een gezinsleven. Ook niet-westerse allochtonen niet. Ze mogen trouwen, ze mogen samenwonen. Alleen niet in Nederland.”
Geert Wilders, Volkskrant 7 oktober 2006
(9) "Ik wil een nieuw artikel 1, waarin de Leitkultur van het Westen wordt verwoord. Er mogen van mij in Nederland best joodse en christelijke scholen bestaan, maar geen islamitische scholen."
Geert Wilders, HP/De Tijd 12 december 2007
(10) “Mocht het ooit tot rassenrellen komen, wat ik dus echt niet wil, dan hoeft daarvan niet bij voorbaat een negatieve werking uit te gaan.”
Geert Wilders, HP/De Tijd, 6 februari 2004
(11) "De omgang met de islam en moslims in ons land moet dus minder vrijblijvend worden. (…)De analyse is helder, we hebben een groot probleem met de islam, ook in Nederland. (..) Immigratie uit islamitische landen moet worden verboden. We moeten leren intolerant te zijn tegen de intoleranten, op straat, in de moskee en in de rechtbank. We moeten haat en geweld van terroristen beantwoorden met uitsluiting en intolerantie en laten zien wie de baas is in Nederland."
Geert Wilders, opiniestuk NRC Handelsblad, 22 juli 2005
(12) "We moeten de tsunami van de islamisering stoppen.” En: “Van die tsunami van een ons wezensvreemde cultuur die hier steeds dominanter wordt. Daar moet een halt aan worden toegeroepen.”
Geert Wilders Interview in de Volkskrant, 7 oktober 2006
Hoezo geen racisme en geen xenofobie?
(einde citaat)
Het is de moeite waard om de retoriek van J. te bestuderen omdat deze vaak wordt aangetroffen bij linksmensen en inzicht geeft in hun manier van denken en hoe deze te bestrijden.
De schrijver (J.) gaat hier voorbij aan het WAAROM Wilders de islam afwijst. Hij neemt stilzwijgend aan dat Wilders geen inhoudelijke motivatie heeft, maar alleen een bewering doet. Er is een groot verschil tussen de volgende twee beweringen:
(13) De westerse cultuur is superieur aan de islam.
(14) De westerse cultuur is beter dan islam, omdat in het westen vrouwen en homo’s in alle opzichten dezelfde rechten genieten als alle burgers, terwijl dat in de islamitische wereld duidelijk veel minder goed geregeld is.
(15) De westerse cultuur is superieur aan alle andere culturen.
(16) De westerse cultuur is superieur aan het kannibalisme.
Bewering (13) geeft geen argumentatie, bewering (14) wel. Juist (14) is het standpunt van Wilders in beknopte vorm. Wat J. hier doet is het werkelijke standpunt van Wilders vervangen door een standpunt dat makkelijk aangevallen kan worden door J. omdat het zonder argumenten wordt gegeven en daardoor een blind afwijzen van suggereert. Het is dus een stroman drogreden.
Vervolgens verruimt J. de strekking van de vervangen bewering van Wilders tot (15). En dan is J. waar hij eigenlijk heen wilde: bewering (15) is een bewering die we snel in verband zouden brengen met rassenwaan. J. bedient zich dus van twee taalkundige ingrepen, eerst van vervanging, deze bewerking speelt zich af op het niveau van de logische constructie, en vervolgens van verruiming, een bewerking die betrekking heeft op de semantiek. Hoe fout deze bewerking is in logische zin, blijkt als we de voorgaande zinnen vergelijken met (16): er zijn weinig mensen die deze bewering zouden willen bestrijden.
J. had zich kunnen beschermen tegen deze misstap door te controleren of Wilders zich wel eens negatief had uitgelaten over mensen uit andere culturen, zoals Hindoe’s, Afrikanen, boeddhisten, joden, enzovoort. Hieruit zou snel gebleken zijn dat Wilders zich beperkt tot de relatie tussen westerlingen en moslims. Deze nalatigheid verzwakt het betoog van J. op fatale wijze en maakt de conclusie ongeldig.
Bij de weergave van de meeste beweringen van Wilders bedient J. zich van vervanging: de bewering van Wilders wordt uit de context van diens beweringen gehaald en binnen een algemene context geplaatst waardoor de betekenis ervan verandert. Deze neutrale context wordt door J. zelf aangereikt in de inleiding, namelijk de definitie van racisme en xenofobie. De uitingen van Wilders lijken dan gericht tegen culturen omwille van hun ‘anders zijn’. Hier treedt een structurele fout in de benadering van J. aan het licht: hij geeft eerst een definitie, zoekt dan citaten uit die er op het eerste gezicht bij lijken te passen en trekt dan meteen de conclusie. Dat is inlegkunde en geen wetenschap. De methode is uitgekozen met het oog op het gewenste effect. Een wetenschappelijke benadering analyseert de beweringen van Wilders eerst binnen hun eigen context om alle betekenissen op te sporen. Dan worden die gevonden betekenissen vergeleken met definities van buiten, en niet omgekeerd.
J. laat het daar niet bij. De stelling van Wilders dat islam niet gelijkwaardig is aan de westerse cultuur, duidt hij aan als racistisch, omdat racisme volgens de AFstichting gebaseerd zou zijn op de superioriteit van de eigen cultuur. In een aantal beweringen (1,3,6) zegt Wilders letterlijk dat de westerse cultuur beter is. Maar daar heeft hij argumenten voor: in de westerse cultuur hebben zelfs moslims vaak meer ontplooiingsmogelijkheden dan in de islamitische cultuur. J. stelt de uitdrukking ‘beter dan’ zonder meer gelijk aan ‘superieur zijn’, terwijl deze tweede uitdrukking een andere betekenis is, hoewel ze oppervlakkig op elkaar lijken. Als iets ‘beter’ is dan iets anders berust dat op een vergelijking van eigenschappen in de werkelijkheid. De uitdrukking ‘superieur zijn aan’ wordt uitsluitend in een bepaalde morele context gebruikt. De uitdrukking ‘wasmiddel A is beter dan B’ is volkomen normaal, terwijl de uitdrukking ‘wasmiddel A is superieur aan B’ vreemd gevonden wordt vanwege de beperkte morele context waarbinnen de uitdrukking ‘superieur zijn aan’ wordt gebruikt. Hier bedient J. zich van verdraaiing. Hij maakt misbruik van het feit dat ‘beter’ in algemene zin in betekenis overeenkomt met ‘superieur’, stelt beide betekenissen stilzwijgend aan elkaar gelijk en gebruikt vervolgens het woord met de negatieve bijbetekenis, terwijl Wilders het woord met de neutrale bijbetekenis heeft gebruikt. Deze bewerking ligt weer op het vlak van de semantiek.
Niet alle culturen bestaan in dezelfde omstandigheden. Wat goed is in de ene situatie, kan fataal zijn in de andere situatie. De cultuur van de aboriginals en andere woestijnbewoners zal ongetwijfeld beter zijn om te overleven in de woestijn.
Wilders stelt terecht vast dat er grote verschillen tussen culturen onderling bestaan. In de westerse cultuur zijn man en vrouw per definitie zonder meer voor het recht gelijk, terwijl in de moslim cultuur de vrouw in erfrecht en strafrecht ‘minder’ waard is, omdat de vrouw minder erft en de getuigenis van een vrouw in het strafrecht maar de helft waard is van een getuigenis van een man. Het is dus alleen al op grond van de inhoud van culturen onmogelijk te zeggen dat ze gelijkwaardig zijn. Islam bereidt een moslim onvoldoende voor op het leven in een moderne samenleving, omdat islam waarden inprent die onaanvaardbaar zijn in een moderne samenleving, zoals het gescheiden deelnemen aan bepaalde activiteiten van mannen en vrouwen.
Een andere bewerking is de overhaaste generalisatie. In dit geval bestaat de generalisatie uit het gelijk stellen van culturen aan elkaar zonder zich ervan te overtuigen of de inhoud van die culturen wel overeenstemt. De ‘gelijkheid’ die aldus ontstaat is een verbale gelijkheid, geen inhoudelijke gelijkheid. Deze blinde gelijkheid stelt wit-zwart evenzeer gelijk aan elkaar als leugen-waarheid en kat-hond. Omdat ze een bepaalde eigenschap gemeen hebben – resp. een kleur, een bewering, een huisdier – stelt J. ze voor als op alle overige terreinen gelijk.
J. kan zich van overhaaste generalisatie bedienen doordat het woord cultuur op twee zeer verschillende manieren gebruikt wordt: ten eerste, het geheel van geestelijke en materiële verworvenheden waarmee een groep zich door historische ontwikkeling onderscheidt van andere groepen, ten tweede: cultuur als vrijetijdsbesteding, zoals het lezen van een boek of het bezoeken van een museum. In de tweede situatie zijn alle culturen inderdaad gelijk, omdat cultuur in die betekenis een strikt persoonlijke betekenis heeft, die weinig participatie veronderstelt. Wilders gaat het echter om cultuur in de eerste betekenis, dat wil zeggen de cultuur die groepen mensen onderling verbindt.
Overhaaste generalisatie speelt een bijzondere rol in bewering (2). J. verwijt Wilders dat deze hier gedrag van een deel van de Marokkanen toeschrijft aan de hele populatie en daarmee generaliseert op een ontoelaatbare manier. De andere Marokkanen zijn immers brave burgers en lijken de generalisatie tegen te spreken. Deze generalisatie zou echter alleen overhaast zijn, indien nadrukkelijk betoogd werd dat het de enige en voldoende voorwaarde zou zijn die leidt tot criminaliteit. Er is echter beweerd dat islam een van de factoren is.
Het is dus J. die hier een omgekeerde generalisatie toepast: het aanduiden van een juiste generalisatie als een overhaaste. Een omgekeerde generalisatie is bedoeld om groepskenmerken te ontkennen, ook als daar duidelijke aanwijzingen voor bestaan. Overigens bleek uit wetenschappelijk onderzoek dat ook Turkse jongeren makkelijk tot geweld overgaan (bron).
De systematiek in de benadering van J. leidt tot de conclusie dat J. zich niet laat leiden door de inhoud van Wilders’ beweringen, maar door zijn eigen bedoelingen.
De bedoeling is het conditioneren van de houding van de lezer tegenover Wilders door diens beweringen te plaatsen in een negatieve context, die J. vooraf zelf gekozen heeft. De lezer maakt eigenlijk kennis met Wilders zoals J. hem ziet en zoals J. graag zou willen dat de lezer hem ook ziet.
J. spreekt de lezer allereerst emotioneel aan door uitersten in beweringen (definitie van racisme versus een verkorte uiting van Wilders) naast elkaar te plaatsen zodat de lezer zijn houding moet bepalen op basis van weinig materiaal en in weinig tijd. De lezer moet dan afgaan op algemeenheden, zoals de sociale context waarin racisme wordt afgewezen en zijn eigen voorkennis, in plaats van een grondige analyse van de tekst en de context.
Het eindresultaat van J. is dat de lezer geneigd zal zijn standpunten van Wilders voortaan in verband te brengen met de gebrekkige weergave die J. ervan geeft. Als dit punt is bereikt, zal de lezer geneigd zijn om Wilders af te wijzen om de persoon, omdat er een diffuus totaalbeeld is opgebouwd dat negatief uitwerkt. De lezer zal geneigd zijn om de ideeën van Wilders niet meer op zich te beschouwen, maar ze zonder meer afwijzen.
De afwijzing van de persoon is veel krachtiger indoctrinatiemiddel dan het afwijzen van beweringen op zich, omdat met het afwijzen van de persoon bereikt kan worden dat alle toekomstige beweringen van die persoon ook afgewezen zullen worden, zonder dat het nodig is om deze beweringen één voor één te weerleggen.
Dit lijkt op een wijziging van strategie, na het doodzwijgen en het meer eenvoudige zwartmaken met korte dooddoeners als ‘geen oplossingen hebben’. Deze strategie richt zich namelijk actief op de inhoud van de PVV.
Dezelfde strategie zagen we in het artikel van Ton Zwaan, waarin deze wetenschapper van de KNAW behendig de directe vergelijking uit de weg gaat (‘vergelijking tussen PVV en fascisme is weinig overtuigend’), maar in de rest van zijn artikel een aantal vergelijkingen trekt tussen de PVV als organisatie (‘ondemocratisch’) en de inhoud van beweringen van de PVV:
Die overeenkomsten hebben vooral betrekking op de organisatorische en ideologische aard van de beweging, op de politieke stijl, de politieke doelen en de electorale aantrekkingskracht. Treffend zijn onder meer het steeds oproepen en voeden van vage gevoelens van wantrouwen, angst en haat, het in toenemende mate flirten met politiek geweld en het systematisch opbouwen van collectieve haatfantasieën.
Ton Zwaan doet hier hetzelfde als de eerdergenoemde J.: hij beschrijft de PVV zodanig dat de gebruikte woorden nauw aansluiten bij wat de lezer al weet van fascisme, hij laat de argumenten van Wilders weg en constateert alleen de beweringen van Wilders en doet alsof deze geheel losstaan van een bepaalde werkelijkheid. Dit is pseudo-wetenschap, die bedreven wordt met als doel het ontmenselijken van de tegenstander.
Bron Het Vrije Volk
Digitaliaanse Commentaar.
Wat is me dat nu allemaal! Ik ben de eerste om te aanvaarden dat, in een ruwe onherbergzame woestijn, de moslim-cultuur boven de Westerse staat, omdat ze aangepaster is. Daar is de man, sinds de oertijden, de sterke jager en is de vrouw het zwakkere geslacht, dat leeft onder de bescherming van de man. Dat, naarmate de beschaving evolueert, er daar bepaalde kantjes aan bij-gebreid worden, is normaal: haar getuigenis is maar de helft van de zijne…omdat zij met haar neus boven de kookpotten hangt, en hij zich veel meer in het openbaar beweegt. Neem de homo-haat. Deze is gewoon de reflex van een groep mensen, waar de voortplanting van de soort prioritair gesteld wordt.Wreedheid en openbare terechtstellingen: een ruwe vorm van communicatie. Tussen haakjes: die zijn in de Westerse wereld ook toch nog zo lang niet afgeschaft? Denk aan Dr Guillotin en de Franse Revolutie (1789) :op een beschaafde manier (!) iemand publiekelijk onthoofden!
AF-Stichting: ‘…omdat de Westerse Cultuur superieur zou zijn’….Ik, Digitalia, zou daar willen aan toevoegen ‘…superieur zou zijn in Westerse omstandigheden…’en dan mag het voorwaardelijke ‘zou zijn’ vervangen worden door IS. Want in Nederland is de Nederlandse cultuur, in Vlaanderen de Vlaamse, in Frankrijk de Franse, enz.. superieur aan alle andere culturen. Alhoewel die andere culturen in eigen ‘land’ nochtans hun eigen waarde hebben. In die landen is aldus onze cultuur, even wezensvreemd als de import-culturen het zijn bij ons. Van het menselijk ras één grote smelkroes willen maken, is een zonde van hoogmoed. En hoogmoed komt voor de val. Cfr de Bijbel en het verhaal van de toren van Babel….Toen, in die Bijbelse tijden, wilde men een toren bouwen die reikte tot in de hemel. Maar het verhaal geraakte niet voltooid, omdat de bouwers elkaans taal niet meer verstonden….
Zou aldus het Verdrag van Lissabon over de eenmaking van Europa; niet beter aanvangen met de integrale Bijbeltekst? Opdat men niet nogmaals dezelfde fouten zou maken, in de zin van Babelse verwarring, aanbidden van het gouden kalf en het kruisigen van de Zachtmoedige?
En dan die definities van ‘racisme’ en ‘xenofobie’ volgens ‘het handboek’ van de Anne Frankstichting…..Dat noem ik ‘hineinterpretieren’, het achteraf toevoegen van wat men vroeger oirbaar zou moeten geacht hebben….Door het ophemelen van het onnoemelijk leed van een enkel individu, het leed en de ondergang van de miljoenen weggevoerde leden van het Joodse Volk wegmoffelen… Lezen we daar niet een tikkeltje ‘witter dan wit’ in als een soort over-compensatie voor het nooit verdrongen verleden? Ja, kijk, wij, Nederlanders hebben heel wat te verbergen over de bezettingsjaren en daarvoor overbelichten wij de slachtofferrol van een Joods meisje, met de bedoeling op die manier onze medeplichtigheid te verdoezelen. Als een soort schaamlapje dat de aandacht moet afleiden…
Kort en goed: racisme is afkeer voor een ander, onafgezien de huidskleur, zelfs voor een volksgenoot, omdat hij, spijts al zijn goede eigenschappen, toch altijd ‘ander’s blijft volgens mijn subjectief gevoel. Voorbeeld: ik veracht een neger omdat hij zwart is, zelfs al is het een minzaam intellectueel. Is puur racisme. Geen verschil met een Totenkopf-kampbewaker die massa’s Joden naar de gaskamers joeg. Een minzame Noord-Afrikaan sportman kan daarentegen, als ik zijn achtergrond ken, mijn beste vriend zijn, spijts hij moslim is. Een bruine, gele, groene of zwarte brutale vlerk, van de soort dat messen trekt of bommen legt kan nooit mijn vriend zijn, noch bij deductie, gastjes van zijn soort. Een zwarte universitair die rondloopt met de idee dat de Islam de wereld moet beheersen, is nooit mijn vriend. Ook niet de Roemeen, de Turk of de Pool. Moeten die, bij manier van spreken, dan naar de gaskamers worden gestuurd? Op die vraag kan alleen de Goede God antwoorden….
Xenofobie, of vrees voor vreemdelingen! Ja, zeg! Dat is nu eens een geweldige dooddoener! Gezonde vreemdelingenvrees is eigen aan de natuur, en bij definitie aan de menselijke natuur en de kuddegeest. Zelfs individuele vreemdelingenvrees die blijft duren, louter op basis van het vreemd zijn, is begrijpelijk. Ik vertrouw mijn kind, mijn buurman, maar die buurman uit de straat, die stadsgenoot? Die gekleurde stadsgenoot! Dat bevallig snoetje onder die hoofdkap dat zedig naar de grond blikkend, mijn geen blik waardig acht?! Die baardmannen in hun lange nachtgewaden die de ganse dag lanterfantend in hun deurgat hangen? Het hangt dus van ‘de vreemdeling’ af, hoelang hij vreemdeling blijft, of zich als vreemdeling gedraagt….Zich opsluiten in de eigen cultuur, zich ongewoon kleden, in ghetto’s samenleven, werkschuw tuig zijn, de sociale vangnetten misbruiken, is niet bevorderlijk om deze vrees ongegrond te doen lijken. De Overheid vervult daarin een cruciale rol. En die rol is niet de dingen op hun beloop laten, of de vreemdeling ‘positief discrimineren’. Dosering van de aanvoer had al een goed begin kunnen zijn….
Hypocrsie
Is hypocrisie van de bovenste plank de criteria die het Spionnencentrum hanteert. Zij maken een onderscheid vanaf waar en wanneer racisme begint, louter en alleen om de eigen positie niet te bemoeilijken. Op die manier duidelijk inzicht gevend op hun ware bedoeling: het promoten van ‘vreemd volk eerst’….Volgens hen begint racisme maar buiten de staatsgrenzen, ttz buiten de eigen bevolking, die uit 2 totaal verschillende etnische componenten bestaat. Wat puur racisme is dus! Volgens hen is het nooit racisme als een Waal de gehele Vlaamse gemeenschap als groep beledigt, of dreigt bepaalde Vlaamse leiders in open zee te verdrinken. Als op een voetbalveld spelers en toeschouwers in elkaar geslagen worden door kut-Marokkaantjese : geen racisme. Als een ploeg supporters bepaalde zwarte spelers uitjouwt en scheldwoorden scandeert: racisme. Als ik op een terrasje in Brussel uitgemaakt wordt voor ‘Sale Flamin’ : geen racisme. Maar als ik zeg tegen de zwarte kelner: ‘Sale Congolais’, ben ik een racist…
Als ik een ‘allochtoon’ als monteur voor mijn centrale verwarming weiger, omdat er (statistisch) veel kans bestaat dat ik dan een .crimineel over de vloer krijg: racisme. Moest de criminaliteit van Noord Afrikanen niet hoger liggen dan normaal (!), dan zou ik mijn voorkeur laten uitgaan naar een goed technieken….zelfs al is hij zwart….Omdat mijn controleur belastingen een Noord Afrikaans uitzicht heeft..O Ironie, want het blijkt een beschaafde jongeman te zijn met een vlot en vriendelijk voorkomen…Daarenboven hoogst beroepsbekwaam. Ja, dan lrijgt die, zelfs als belastingscontroleur, mijn sympathie….Want ik ontmoet hem bij herhaling en hij is een man van principes. Andere principes dan de mijne, wat ik respecteer, want hij respecteert de mijne. Zijn werk is ‘impécable’ (!) ….en hij draagt de Vlaamse naam van zijn pleegouders met ere Maar als dat zwart jongetje in Vlaanderen gelukkiger is dan in zijn Congolese brousse? Hij denkt van wel. Maar wéten doet hij het niet!....
zaterdag 18 juli 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten