maandag 17 mei 2010

ECCE HOMO

.





















.

ECCE HOMO

Vechten tot de laatste druppel
van andermans bloed…



Tijl Uilenspiegel of Lamme Goedzak?
15-05-2010 - Julien Borremans & Johan Sanctorum - knack
Bron Iskander
“In haar streven naar een beter bestuur en meer democratie, kiest de Nieuw-Vlaamse Alliantie logischerwijs voor een onafhankelijk Vlaanderen, lidstaat van een democratisch Europa.”
Dit staat te lezen in de beginselverklaring van de N-VA van 13 oktober 2001. In een interview in een aantal interviews van de afgelopen dagen maakt Bart De Wever daar komaf mee.
Separatisme heeft volgens De Wever een groot nadeel, het heeft een zeer revolutionaire bijklank. Vlamingen en revolutie gaan niet samen. Zo zitten wij niet in elkaar. Volgens de N-VA-voorzitter zijn wij meer Lamme Goedzak, dan Tijl Uilenspiegel. Onlangs verklaarde hij nog dat separatisme beelden oproept van Joegoslavië, miserie, ellende en burgeroorlog.
Daarmee maakt de voorzitter duidelijk dat hij de N-VA in het politieke landschap wil herpositioneren. Hij wil af van het ‘rauwe’ onafhankelijkheidsdiscours.
In 2006 dacht hij daar nog anders over. Onder de veelzeggende titel ‘Waarom Montenegro Vlaanderen kan inspireren’ hield hij toen een vurig pleidooi voor een maximale soevereiniteit binnen een supranationale samenwerking.
Dat lijkt toch op een beduidende koerswijziging. We gaan niet kleinzerig doen en Bart De Wever verdenken van plat politiek opportunisme. We gaan ook niet zeuren over een aantal ferme standpunten die de N-VA overboord heeft gekieperd inzake houding naar de media toe (Enkele jaren geleden pleitte Geert Bourgeois nog voor een verbod om als politicus deel te nemen aan spelprogramma’s...).
Wel verontrustend lijkt ons dat Bart De Wever zijn partij wil omturnen naar een uitgesproken Vlaamse CD&V-versie. De komst van Siegfried Bracke is daarom een geschenk van de goden. De gewezen journalist pleit voor een confederalisme en zegt daarmee wat de N-VA niet openlijk kan proclameren.
De nieuwe Belgische structuur zal een confederaal model worden, dat het licht zal zien via lange, nachtelijke onderhandelingen en ingenieuze, “surrealistische” deals, zoals we ze altijd al hebben gekend in dit land. De eigenlijke drijfveer daarvan is machtsbehoud en streven naar status-quo. De N-VA heeft ‘la grande boucle’ ingezet en zal na de verkiezingen de grote staatsraison van de CD&V overnemen.
Net als zijn leermeester Hugo Schiltz beseft Bart De Wever dat een eventuele doorbraak in de machtsdeelname ligt. Hij bereidt zijn partij daarop voor en iedere vorm van separatistisch elan moet worden weg gemasseerd. De defenestraties zijn al bezig, ook persoonlijke “zuiveringen” horen bij die bocht.
Machtsdeelname vraagt immers een reiniging van de partij van haar pioniersretoriek. Speciaal in de Belgische context van het eeuwige compromis zijn partijen met een duidelijke missie stoorzenders. Dus staat men voor de keuze: het spel weigeren en verder radicaliseren, of verwateren.
Zoals de Volksunie koos de N-VA voor het tweede. Maar de tragedie is, dat de mislukking zich nu al aankondigt. Het Belgisch compromis is namelijk de wortel van het kwaad, waardoor dit land niet meer functioneert.
Om zijn ideeën te realiseren koos Hugo Schiltz voor een deelname aan de macht en was hij bereid om compromissen te sluiten en toegevingen te doen. Net als zijn leermeester is de N-VA voorzitter uit op een historisch vergelijk, een “pact”. Hij heeft lessen getrokken uit het ‘conventio ad excludendum’, waardoor de Italiaanse communisten decennia verstoken bleven van iedere vorm van machtsdeelname en uiteindelijk ten onder gingen.
Bart De Wever trekt parallellen met de Belgische context en ziet ook hoe het Vlaams Belang, als anti-establishmentpartij, door dat politieke establishment deskundig wordt geïsoleerd, met behulp overigens van de cultuursector en de media. De strategie is vervolgens om dat cordon mee in stand te houden en er tegelijk zorgvuldig buiten te blijven. Hij maakt zich bij de traditionele partijen aanvaardbaar door zijn communautaire verhaal wat te milderen maar ook door het cordon in stand te houden. Alles wat maar enigszins radicaler klinkt dan zijn retoriek, wordt als ‘onhaalbaar’, ‘onverantwoordelijk’ en ‘compleet misplaatst beschouwd’. Zo neemt hij stilaan het discours van de gevestigde partijen over. Opdracht geslaagd? Of...terug naar af?
Maar even terug naar het Italiaanse verhaal. Door de onafgebroken regeringsdeelname van de centrumpartijen kon de corruptie welig tieren, terwijl een daadkrachtig economisch herstel uitbleef. Toen de Milanese onderzoeksrechter Antonio di Pietro in 1992 een aantal corruptiezaken begon uit te spitten, barstte de etterbuil open. In een mum van tijd bracht de operatie Schone Handen vrijwel het volledige politieke establishment in diskrediet.
Dit leidde, samen met de kieshervormingen van 1993, tot de implosie van de gevestigde partijen en het einde van de Eerste Republiek.
Bart De Wever, die zich opwerpt als leider van de Lamme Goedzakken, is verwittigd wanneer hij de manoeuvres van zijn leermeester volgt. De gelijkenissen zijn frappant. Net voor zijn ‘fatale’ botsing met de onhaalbaarheid van een stapsgewijze hervorming van de federale structuren genoot Hugo Schiltz een enorme populariteit. Hij was erudiet en scherp van tong. Hij dwong ontzag af.
Enkele jaren later was het sprookje uit en was diezelfde Hugo Schiltz, dé zondebok van de Vlaamse Beweging, die zich opnieuw radicaliseerde. De N-VA kan maar beter twee keer nadenken voor ze zich waagt aan de zoveelste Copernicaanse revolutie om creatief bezig te zijn van wat er van België overblijft.
En misschien moet toch eens opnieuw overwogen worden hoever de macht reikt van een radicaal Vlaams onafhankelijkheidsfront, gemaakt door de drie V-partijen. Hun antwoord op de Belgische chaos zou wel eens veel verreikender én realistischer kunnen zijn.
Julien Borremans (sociaal-flamingant) Johan Sanctorum

Geen opmerkingen: