.
.
HUGO SCHILTZ DEFINITIEVE VISIE
Hugo Schiltz op het Schoonselhof.
In de grond is hij nog niet zo slecht geweest….
Wij hebben, ‘in lang vervlogen dagen, toen we hakkelden ongeriefd van woorden waren’, met velen de lokstem van deze voorvechter van Vlaanderens grootheid gevolgd. Schiltz met de pijp in de mond was het boegbeeld van de Vlaamse Ontvoogdingstrijd. Zelf vereerd zijnde met een congé payé op Staatskosten in de onzalige repressie-tijden in een of ander HK (Hechteniskamp), werd hij aanzien als een der onzen….Zijn partij, de Volks Unie, kon Vlaanderen jarenlang smeden en begeesteren tot er een ogenblik kwam waarop de Held in de huid van een overtuigde belgicist kroop, nadat hij door de slogan ‘Gedaan met geven en toegeven’ aan de macht gebracht, dacht dat hij zich werkelijk alles kon permitteren. Zelfs de uitverkoop van Vlaanderen.
Toen haakten de meesten af, afkerig van al dat politiek gedaas, dat louter op eigenbelang gericht scheen. We lazen interviews van de Held, vriendelijk koutend met Franscouillonse verdrukkers. Hij verscheen in de tuinen en in de salons der elite, deed zaken en zaakjes met hen en keek steeds van hoger neer op de volkse massa die hem groot had gemaakt.
Ondergetekende dacht hem definitief te hebben doorzien, toen hij beroepsmatig ergens in Brussel bij ergens een Departement van Financiën Hugo Schiltz in de gang tegen het lijf liep. Letterlijk omver liep. Hij, verstrooid-weg, lurkend aan zijn pijp de deur uitkomend en bijziend turend naar het papier in zijn hand, ik haastig de hoek omlopend met een zware boekentas. Spontaan groetten we elkaar, en mijn ‘Dag, Mr Schitlz’ moet opgewekter geklonken hebben dan bedoeld, want hij reikte mij joviaal de hand, kwansuis zoekend in zijn geheugen naar mijn naam alsof ik zijn beste vriend was. Hij kwam niet verder dan : Dag Meneer……, want hem helpen wilde ik niet. Toen droop hij af, nog even omkijkend, verwonderd dat er mensen waren die hem, de Grote Schiltz, durfden negligeren…
Toen dacht ik : wat een komediant: die eet van alle walletjes, het is een omnivoor, die vreet wat hem voor de voeten komt. Het is een politieker, en die soort lustik niet. Ik lust ze niet, zeker niet rauw en alleszins al niet als ze badend in zelfvoldaanheid, lopen te blinken in hun eigen vat.
Een Heer-van-Stand, in zijn positie, zou de nobele onbekende die ik toch voor hem was, in die duistere gang, met een hoofdknikje voorbij zijn gelopen. Voor zo iemand had ik respect kunnen opbrengen. Nu was hij voor mij op dat ogenblik gewoon een clown.
Jarenlang heb ik me toen afzijdig gehouden, want al dat geruzie is voor niemand goed. Inzake de politiek had ik voortaan mijn eigen mening : als men iets wil, neme men het als kan. En als het niet kan, zwijge men er over. En gaat men over tot de orde van de dag.
Tot in 2004 het Hof van Beroep in Gent met zijn uitspraak tegen het Vlaams Blok mij ineens terugbracht naar de Krijgshoven van 1945-1950 : de repressie was terug in het land. Even hard als toen en even onverbiddelijk. Nog dezelfde dag schreef ik mij in als strijdend lid van de Nieuwe Partij, omdat ik las dat de rechtbank oordeelde dat elk lid even hard diende gestraft te worden als de mandatarissen. Zij werden gewoon buiten de Wet gesteld, en daar wilde ik bij horen!
Achteraf heeft men die redenering niet meer durven doortrekken : de verkiezingsuitslag was inderdaad niet van aard om de Flaminganten nog verder te treiteren…..
En nu lees ik de latere uitspraken van Hugo Schiltz…Post mortem stijgt hij weer een beetje in mijn achting. Want hij is niet te beroerd geweest om de dwalingen zijns weegs in te zien. Al hebben we er niet veel meer aan….
En het zoontje?
Ach, met het voorbeeld van Thomas Leysen, zoon van die andere ‘Zwarte’ voor ogen, durf ik wedden dat Willem-en-nog-wat zijn kinderen thuis opvoedt in het Frans….
Het verschil tussen Hugo en Willem-Frederik
06-05-2010 - Jan Van de Casteele - de standaard
In Iskander
Siegfried Bracke wil 'in de traditie van Hugo Schiltz' stappen. Willem-Frederik Schiltz (Open VLD) grijpt (DS 5 mei) deze passage aan om te benadrukken dat die traditie zou betekenen 'niet onverzettelijkheid etaleren, maar wel op zoek gaan naar banden van vertrouwen, over partij- en taalgrenzen heen'. Dat is dan toch helemaal niet in overeenstemming met wat Schiltz in een van zijn laatste interviews aan het maandblad Doorbraak (oktober 2005) vertelde. Over 'Vlaamse wil' zei hij toen het volgende: 'De socialisten plakten voor de Eerste Wereldoorlog heel Vlaanderen vol: Heel het raderwerk valt stil, als uw sterke arm het wil... Waar zit die sterke arm van de Vlamingen? Het zijn uiteindelijk de Vlamingen zelf die het zullen moeten doen hé! Als men morgen zegt: “Het heeft nu lang genoeg geduurd, sorry, er komt geen regering meer!,, wat zou er dan gebeuren? Als de Vlaamse regering de macht in handen neemt, wie zou dat kunnen tegenhouden?'
Uit die passage blijkt dat vader Schiltz - in tegenstelling tot wat zijn zoon nu suggereert - alvast in zijn laatste levensjaren al helemaal niet zo'n voorstander was van 'de delicate balans tussen krachtige overtuiging en realistische haalbaarheid', maar vijf jaar voor de politieke crisis van vandaag - behoorlijk helderziend - de weg wees waar zijn zoon hem niet volgt: trek de stop uit het federale niveau. Het Vlaams Parlement moet de autonomie grijpen.
De schrik voor de internationale gemeenschap noemde Hugo Schiltz 'het meest belachelijke argument' tegen Vlaamse autonomie. 'Wat kan de internationale gemeenschap doen als men dat wil, op voorwaarde natuurlijk dat de Vlaamse bevolking aantoont dat ze dat ook wil? Tsjechië en Slowakije waren in een-twee-drie gesplitst... Nationalisme, als het goed opgevat is, leidt tot pacificatie.'
Open VLD deed de regering-Leterme vallen. Schone schijn? Dat was 'a' zeggen, maar geen 'b'. De erfenis van de 'flamingante Belg' Guy Verhofstadt bepaalt nog iets te veel het denkkader van de partij. Aangemoedigd door een vrij gunstige peiling trok Open VLD de stekker uit de regering. Tactisch slim gespeeld, zo denkt men, want CD&V had dit in het najaar liever zelf gedaan. Maar het manoeuvre was wellicht meer geïnspireerd door electorale berekening dan door een plots herwonnen Vlaams-radicale reflex.
Beide traditionele partijen willen zich blijkbaar blijven profileren als gematigd, en op zoek naar 'banden van vertrouwen over de taalgrenzen heen', op het pad van 'de dialoog'. Hugo Schiltz wist in 2005 wel beter. Het is niet denkbeeldig dat zijn inzichten meer kiezers zullen overtuigen dan die van zijn zoon. Open VLD moet nog veel pap eten om mee 'de sterke arm van de Vlamingen' te kunnen zijn. De tijd is kort.
Pleidooien voor samenvallende verkiezingen (Filip Rogiers, DS 5 mei) en een federale kieskring (Pavia-groep, idem), kaderen volledig in dezelfde sfeer van 'dialoog' en 'vertrouwen'. Maar op een gegeven moment is een mens wel eens uitgepraat. Het zijn sporen waarvoor vader Schiltz zonder de minste twijfel zou hebben gepast.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten