woensdag 12 mei 2010

MARC GRAMMENS IN DE VUURLIJN

.





















.
MARC GRAMMENS IN DE VUURLINIE



Waterloo : is dit wel de juiste locatie?

Hieronder volgt een analyse met historische waarde, door een man die klaar ziet in de Vaderlandsche Mallemolen.
Vergeet ondertussen niet dat reeds twee van de belangrijkste hefbomen van de Vlaamse welvaart naar Parijs zijn overgeheveld : de energiemarkt en de slagkracht der banken. Vlaanderen betaalt de hoogste energieprijs ter wereld (de miljarden stromen naar Parijs) en de banken zijn voor een habbekrats verkocht aan Frankrijk (Fortis), de “verdienste” van de Geitenboer, in samenspraak met Reynders…
Verre van de Heer Nevil Fargare de term ‘nattte dweil’ kwalijk te nemen, zou Vlaanderen deze man als ereburger moeten binnenhalen. Hij was de eerste buitenlander die voor een internationaal forum de harde waarheid over een ‘no country’ durfde uit te spreken.

De "oplossing"
Vlaanderen bevindt zich op een van de meest penibele momenten van zijn geschiedenis. Hoe dit komt, de langetermijnvisie op dit verrassende gegeven, zullen we aangeven aan het einde van dit stuk, maar men kan er toch niet naast zien: tegenover de zeer handige strategie van de verenigde Franstalige partijen om zoveel mogelijk eigen voordeel binnen te halen in ruil voor een onvermijdelijk geworden splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (B-H-V), stond aan Vlaamse zijde ... niets. Vrijwel zonder weerstand werd een Belgische regering geïnstalleerd die niet over een parlementaire meerderheid in Vlaanderen beschikt, - een kapitulatie zonder voorgaande. Vervolgens besliste deze regeling, tezamen met de twee partijen die haar steunen, om de Vlaamse eis tot splitsing van B-H- V om te buigen tot het zoeken van een "onderhandelde oplossing", een "kompromis".

Wat is dat nu? Sinds wanneer aanvaarden mensen met zelfs maar een zeer beperkt zelfvertrouwen en zelfrespekt te "onderhandelen" over de korrekte toepassing van de kieswet, zoals vereist door de bindende interpretatie ervan door het Grondwettelijk Hof? Ofwel past men de wet toe en luistert men naar de uitleg ervan door het daartoe bevoegde rechtscollege, ofwel bevindt men zich niet (meer) in een rechtsstaat. Hoe komt het dan dat in Vlaanderen politici, partijen en koninklijke opdrachthouders gevonden worden om de rechtsstaat te verloochenen, en niet eens in eigen voordeel? Wat is dat voor een politieke klasse?

Dat is dus het eerste probleem: Vlaanderen beschikt niet over valabele politici en dus krijgen sjacheraars en foefelaars het recht en de macht om namens Vlaanderen te spreken - en aan onderling opbod te doen in het geven en toegeven aan de Franstalige eisen. Er hoefde geen "oplossing" voor B-H- V te worden nagestreefd, want de wet is duidelijk en de interpretatie ervan gekend. En dus was er ook geen behoefte aan een "onderhandelde" oplossing. Zodra daartoe werd beslist, is het fout gegaan, en had een politieke elite die Vlaams was, in plaats van kortzichtige Belgische carrièreplannen uit te broeden, de diskussie stopgezet en B- H - V onvoorwaardelijk gesplitst, ofwel de zaak laten rotten tot ze België tot internationale spot en schande had gemaakt. Elke andere "oplossing" was fout.

Deze fout is het werk geweest van een Belgische regering met steun van een Vlaamse politieke minderheid, d. w.z. zonder Vlaamse demokratische legitimiteit. Op die voor Vlaanderen heilloze weg (want "das es so weiter geht, das ist die Katastrophe", wist reeds Walter Benjamin) werd door het anti-Vlaamse bewind dat eind 2007 aan de macht is gekomen, verdergegaan door te voorzien dat de "onderhandelingen" over B-H-V gevoerd zouden worden door enerzijds de vertegenwoordigers van alle Franstalige partijen (letterlijk allemaal: PS, MR, CDH, Ecolo, FDF), en anderzijds een Vlaamse vertegenwoordiging die hooguit namens de helft van de Vlamingen mag spreken, want dat is het wat CD& V, VLD en ... Groenen samen vandaag halen in de opiniepeilingen: misschien wat meer, maar misschien ook wat minder dan samen vijftig procent.

Ziet u wat er gebeurd is? Eerst vormt men een redelijke, normale Vlaamse eis voor een korrekte toepassing van de Belgische wet zoals geïnterpreteerd door het Grondwettelijk Hof, om tot een streven naar het vinden van een "onderhandelde oplossing", wat zowat het tegenovergestelde is van een korrekte toepassing van de beginselen van een rechtsstaat, en vervolgens zoekt men de "oplossing" in een "kompromis", niét tussen Vlaanderen en francofonië, maar tussen het belgicistische gedeelte van Vlaanderen, ongeveer de helft van de Vlamingen dus, steeds bereid tot kollaboratie met de machthebbers van et moment, en de voltallige politieke vertegenwoordiging van de Belgisch-francofone heerschappij.

Deze laatste dolksteek in het hart van Vlaanderen wordt door CD& V, VLD en ... Groenen, zonder schroom, zonder aarzelen ook, toegediend. Men vaardigt wetten uit tegen diskriminatie, tegen racisme, tegen etnische uitsluiting, en wat nog allemaal, maar men bouwt Belgische instellingen op de uitsluiting van de helft van de Vlamingen, op racistische taal tegenover de uitgestotenen, op de meest flagrante diskriminatie ooit. En dat laat Vlaanderen allemaal gebeuren. Heb ik dan geen gelijk als ik dit een dieptepunt noem in de geschIedenis van Vlaanderen, slechts te vergelijken met een bezetting door een vreemde mogendheid, die ook op ongeveer de helft van de Vlamingen kan rekenen?

Het onderwerp is niet langer de splitsing van het kiesarrondissement B-H-V maar de nieuwe geografische en/of machtspolitieke veroveringen die België als draagster en behoedster van de francofone heerschappij, op Vlaanderen zal behalen, en die vervolgens, precies zoals het destijds ingevoerde faciliteitenstelsel, als springplank en uitvalsbasis zullen dienen voor nieuwe veroveringen, want het is een illusie te denken dat er ooit een einde komt aan de mede vanuit Frankrijk gedirigeerde francofone ambitie om Vlaanderen te onderwerpen. Volgens een bericht in De Standaard (14.4.10) koncentreert de aanval zich in de eerste plaats op de faciliteitengemeenten die, als ze al niet aan het valselijk "tweetalig" genoemde Brusel e gewest worden aangehecht, in ieder geval een statuut moeten krijgen dat hen zodanig van Vlaanderen vervreemdt dat ze bij een volgende gelegenheid als een rijpe vrucht in handen vallen van Brussel. Het zou daarbij thans gaan om "een pakket aan maatregelen" ten nadele van het Vlaamse gewest. De destijds overeengekomen zogenaamd "definitieve" Vlaamse voogdij over de faciliteitengemeenten zou overgeheveld worden naar de Belgische regering, die vervolgens in bedoelde gemeenten kriminelen tot burgemeester zou benoemen (want het overtreden van de taalwet, waaraan ze zich routinematig
schuldig maken, is een misdrijf). De Belgische regering kan vervolgens ook de zogenoemde "rondzendbrieven", waarin het Vlaamse gewest de toepassing van de faciliteitenwetgeving regelt, intrekken en vervangen door wat in de praktijk zal neerkomen op een zo goed als volledige tweetaligheid, die - zoals in Brussel - binnen de kortste keren zal worden omgezet in eentaligheid (Frans). "Dat zou een belangrijke overwinning zijn voor de Franstaligen. Federale voogdij zou de klok zeventien jaar terugdraaien" (prof. Van Orshoven, in Knack, 14.4.10). Zou het niet passend zijn dat Vlaanderen, om het met de termen van de Franstaligen te zeggen, "kompensatie" eist voor deze bevoegdheidsvermindering, overigens leidend tot feitelijke gebiedsafstand? Want "waarom gaat men er altijd vanuit dat de splitsing van B-H-V gepaard gaat met zulke Vlaamse toegevigen?", aldus nog prof. Van Orshoven (id.).
Daarmee is de kous niet af. Men komt weer op de proppen met de nalatenschap van het onzalige Egmontpakt (1977), en denkt dus aan een "inschrijvingsrecht" voor Franstaligen uit de randgemeenten (welke? bijna heel Vlaams-Brabant?) die zich in Brussel zouden mogen laten "inschrijven" op de kieslijsten. (Slechts heel terloops want vermoedelijk irrelvant kan worden opgemerkt dat Jean-Luc Dehaene destijds een tegenstander was van het Egmont-pakt, - of was hij alleen een tegenstander van Leo Tindemans, zoals toen reeds werd vermoed?). Men mag de betekenis van dit "inschrijvingsrecht" niet onderschatten. Zoals in 1977 ten overvloede werd geargumenteerd, is een inschrijvingsrecht een eerste stap naar het opbouwen van een nieuw pakket "verworven rechten", die in de praktijk de voordelen die Vlaanderen zou kunnen halen uit de splitsing van het kiesarrondissement B-H- V volledig teniet doen, want de aanwezigheid van de Brussels-Franstalige politieke klasse in Vlaams-Brabant zal onverminderd doorgaan. Deze Brusselaars moeten toch hun kiezers in Vlaams-Brabant ontmoeten en dus ook propaganda maken om de stemmen van de in Brussel ingeschreven kiezers uit Vlaams-Brabant te winnen? "Je kunt je ook afvragen of je in dit geval nog van een splitsing kunt spreken, want het territorialiteitsbeginsel, de voornaamste reden om B-H-V te splitsen, blijft in dat geval dode letter" (Van Orshagen, gecit.). Zowel de versterking van de faciliteiten als het invoeren van een inschrijvingsrecht zijn middelen om op termijn voor Franstaligen verworven rechten te veroveren. die hun territoriaal offensief ondersteunen. Bovenal - en denk vooral niet dat dit bij de Franstalige strategen niet meespeelt - zullen internationale instanties bij een eventuele splitsing van heel België geneigd zijn om in alle gemeenten waar een inschrijvingsrecht geldt een referendum te organiseren over hun toebehoren tot Vlaanderen of Brussel- Wallonië. Vergeet dit niet. Het invoeren van rechten voor Franstaligen in Vlaams-Brabant betekent dat Vlaanderen zijn eventuele onafhankelijkheid niet alleen zal betalen met het verlies van Brussel, maar ook van een groot stuk van Vlaams-Brabant, en zal moeten toezien hoe internationale instanties de "brug" tussen Wallonië en Brussel tot stand brengen.

De bedoeling van de oefening is dus Vlaanderen te beroven van een gedeelte van zijn grondgebied, op korte termijn wat bevoegdheden betreft, en op langere termijn definitief. Heel deze operatie staat haaks op de beleidsverklaring van de Vlaamse regering, die de verfransing van Vlaams-Brabant zegt te willen tegengaan. Zij moet voortaan niet slechts de verfransing. maar simpelweg het verlies van grote gedeelten van laams-Brabant onder ogen nemen. Wil zij dat niet, dan moet zij nu ongenuanceerd alle plannen in die richting verijdelen.
Ook Brussel-Frans wil dat Vlaanderen een "prijs" betaalt voor een splitsing van het kiesarrondissement B-H- V die allang niet meer over de splitsing gaat maar over het binnenhalen van Franstalige voordelen op korte en gebiedsuitbreiding op langere termijn. Minister-president Picqué eist 500 miljoen euro bijkomend jaargeld voor Brussel. Volgens La Libre Belgique (17.4.10) zou BrusselFrans al tevreden zijn met 300 miljoen. Nu moet eens iemand die een beetje logika kent, uitleggen wat deze eis te maken heeft met de splitsing van het kiesarrondissement B-H- V. Wat komt de financiering van Brussel daarbij doen? Heeft Brussel geld nodig? Misschien, maar dat is een vraagstuk dat op zichzelf staat en dat trouwens pas zal kunnen worden opgelost nadat Brussel zijn zaken op orde heeft gebracht, en de mateloze geldverspilling als gevolg van de opdeling in negentien baronieën (gemeenten) stopzet. Vergeet niet dat de fmanciële problemen van het Brusselse gewest voor een deel toe te schrijven zijn aan de enorme toelagen die het gewest verstrekt aan de dorpen die het bevat, en waarvan de burgemeesters en schepenen tot de politieke machthebbers van het gewest behoren. Op de uitgaven van de Gemeenten staat geen maat.

Maar let wel op: Brussel-Frans vraagt niet alleen geld, maar eist ook een versoepeling" van de taalwet, die het nooit heeft toegepast. Dit zou betekenen dat Vlamingen in Brussel hoegenaamd niet meer kunnen genieten van de voordelen van een tweetalige hoofdstad, mochten er die al niet zijn, maar er nog uitsluitend in het Frans hun weg kunnen vinden. Kortom, zelfs de formele tweetaligheid wordt afgeschaft. De na-oorlogse repressie was, in Vlaanderen, het festival van de Vlarningenhaat, ter ondersteuning van een Belgisch-nationalistische staatsgreep. Honderden Vlamingen werden terechtgesteld of gemarteld tot later de dood erop volgde. Duizenden Vlaamse vrouwen werden verkracht. Honderdduizenden werden van hun rechten en hun bezittingen beroofd, en in de ellende gestort. Een onbekend aantal kinderen werd door een staat die later wereldvermaard werd wegens zijn onvermogen om zijn kinderen in bescherming te nemen (Dutroux), aan hun lot overgeleverd en voor het leven getekend. Dat is vandaag niet anders. Een vastgoedmakelaar uit Vilvoorde getuigt (in De Standaard, 17.4.10) dat de vele Franstalige kooplustigen die hij ontmoet ... "het is jammer om te zeggen, maar velen van hen zijn Vlarningen-haters".

Er is niets veranderd. Ook niet de Vlaamse lijdzaamheid, noch het Vlaamse geven en toegeven, noch de Vlaamse kollaboratie met de Franstalige macht. Noch de haat.

18.4.10.

Addendum door Digitalia :

Suggestie voor de Leeuw van Waterloo, die van hoog op zijn heuvel met dreigende muil naar de Franse erfvijand uithaalt : schuif een beetje op, en draai U een kwartslag. Want U staat thans volledig in geroofd gebied. U staat daar niet meer op Uw plaats! Hebt U trouwens nooit gedaan : U waart meer de waakhond die op wacht werd gezet om de Meesters uit het Zuiden zo spoedig mogelijk weer welkom te heten….

Geen opmerkingen: