*
Begrafenis: Laudatio of Requiem?
*
Mark Geleyn
1 november 2018
*
Sinds
een halve eeuw zien we grote verschuivingen in het ritueel om afscheid
te nemen van de doden. De uitvaarten zijn uit het straatbeeld verdwenen.
De zwarte katafalk in de kerk en de gedrapeerde paarden die de
lijkkoets naar het kerkhof trokken, met de fanfare die een treurmars
speelde, het zijn beelden uit een ver verleden. Met de ontkerkelijking
is de religieuze zangcultuur verschrompeld, er zijn bijna geen
organisten meer, en het gebrek aan priesters maakt dat naar andere
uitvaartformules gezocht wordt. Niet-kerkelijke uitvaartcentra zien een
gat in de markt om die dienst naar zich te trekken.
Maar dat alles zijn slechts symptomen van iets fundamentelers.
De
manier waarop de mens de doden begraaft, zegt veel over hoe hij nadenkt
over een hiernamaals, en dus ook over de mens zelf. En hier is een
grote verschuiving aan de gang, een verschuiving in het denken over de
mens zelf en over het transcendente. Dat merk je bij kerkelijke en niet
kerkelijke uitvaarten.
Sfeervolle afscheidsdienst
De filmclips en de muziek doen denken aan de New Age stijl die populair was in de jaren tachtig van de vorige eeuw
Niet-kerkelijke
uitvaarten leggen het accent op de sfeervorming. Uitvaartcentra prijzen
hun diensten aan met ‘sfeervol, ambiance, kleurrijke omgeving,
parkachtige ambiance, prettige ambiance, ruime catering’. Sfeervorming
ook aan de hand van filmpjes met dolfijnen, herten in de herfst,
majestueuze bergpartijen. Of muziek: zacht, romantisch, bewust niet
dramatisch. De filmclips en de muziek doen denken aan de New Age stijl
die populair was in de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Spreekbeurten
domineren zulke uitvaarten. Die spreekbeurten zijn altijd een terugblik
op leven van de overledene. Zij loven wie hij was en wat hij deed: een
goed mens, sociaal actief, sportief, een toffe collega, een bezielend
lid van de yoga- of wandelclub (met filmclipjes), een volhardende
fietser (met foto’s), een enthousiaste gids van onze stad.
Er
wordt uiteraard geen vermelding gemaakt van een hiernamaals. Logisch,
want er is niets. Dus ook geen tot weerziens. Enkel een terugblik. Eén
uitvaartfirma vat in haar folder de filosofie van deze rituelen als
volgt samen: ‘Achter de tranen van verdriet schuilt de glimlach van de
herinnering’. Na zo’n uitvaart bevangt me telkens een gevoel van leegte.
Kerkelijk begraven
Bij
de kerkelijke uitvaarten zijn de accenten de laatste decennia grondig
verlegd. Soms bevatten zij nog elementen van de vroegere requiemmis pro
defunctis, met kyrie en communie, maar elke uitvaart is nu verschillend.
Vaste uitvaartrituelen zijn weg. Het is een zoeken naar nieuwe
structuren. Maar wat opvalt is dat ook hier, precies zoals bij de
niet-kerkelijke uitvaarten, de overledene centraal is komen te staan.
Zijn verdiensten worden geprezen, zijn culturele bagage, zijn sociaal
engagement, hoe sportief hij was. Er wordt muziek afgespeeld die hij
graag hoorde. Vrienden brengen poëzie of zingen zelf.
de focus van de uitvaart gaat ook hier naar de overledene en op wat voorbij is
Dit
alles is vaak mooi, aangrijpend. Die persoonlijke accenten bieden
ongetwijfeld troost aan de nabestaanden. Maar de focus van de uitvaart
gaat ook hier naar de overledene en op wat voorbij is. In de geest van:
’t is zonde dat hij moest gaan. Wat dan veel zegt over de verschuiving
van het concept zonde.
Erbarmen en zonde
smeken, erbarmen, zondaar. Alleen al het vermelden van die termen maakt ongemakkelijk.
Hoe
ver staan die uitvaartrituelen van vandaag van de denkwereld van onze
ouders! De uitvaart heette vroeger requiemmis. Rust, eeuwige rust. De
hele requiemliturgie was een smeken bij God om erbarmen voor de arme
zondaar. Daarmee zijn drie concepten genoemd die vandaag bevreemden:
smeken, erbarmen, zondaar. Alleen al het vermelden van die termen maakt
ongemakkelijk. Een teken hoe ver wij de ijkpunten van het religieus
denken, dat onze cultuur eeuwenlang doordrong, hebben verlaten.
De
kern van de requiemmis was het Dies Irae: weinig teksten verwoorden
pakkender de Vreze Gods, de schrik voor het Oordeel, de schroom voor de
Rechter, de hoop op eeuwige rust. In vertaling van Guido Gezelle:
Kwade dag, die al de dagen
eens lijk asse weg zult vagen.
Welk een gruwel zal’t niet wezen,
als de rechter opgerezen,
‘t goe zal uit het kwade lezen.
Dies irae, dies illa:
Dag van weedom en van boeten,
als gij zult verrijzen moeten
en gerecht zijn om uw zonden.
Mens, God spare u in die stonden!
Het
Dies Irae is één van de indrukwekkendste smeekbeden in de christelijke
liturgie. Met woorden die eeuwenlang centraal waren in het denken over
God en het Hiernamaals, en die nu verdwenen zijn uit onze cynische
leefwereld. De emoties die in die smeekbede tot uiting komen – angst,
loutering, boete, hoop, smeken – voelen wij nu enkel nog bij het
beluisteren van klassieke oratoria. Maar dan zijn ze kunst, weliswaar
schitterende uitingen van onze christelijke cultuur, maar lichtjaren
verwijderd van de gemoedstoestand van de berouwvolle zondaar.
Soms
slagen die oratoria erin om, gedragen door de vervoering van muziek en
zang, uitdrukking te geven aan de diepe dramatiek van het menselijk
bestaan ten aanzien van het eeuwige, het ongrijpbare, het heilige. Ik
denk aan het Requiem van Verdi, met het ontzagwekkend bazuingeschal bij
het Tuba Mirunt, de huivering bij het Rex Tremendae Majestatis, het
gespannen wachten in het Liber Scriptur Proferetur. Ik denk aan het
plechtige Requiem van Mozart, met de dreun van het Confutatis
Maledictis. En het ijle smeken bij het Pie Jesu in het Requiem van
Fauré. En ik denk aan de aangrijpende koorzang in het Deutsche Requiem
van Brahms:
Denn alles Fleisch, es ist wie Gras.
Das Gras ist verdorret / und die Blume abgefallen.
*
AAN DE VRUCHTEN
KENT MEN DEN BOOM
**
Deze
analytische sfeerschepping hoeft inderdaad geen commentaar. Hoogstens
een persoonlijke bedenking. Nog niet zo lang geleden overleed een
geliefd familielid. De kerkelijke dienst was één en al toegespitst op,
inderdaad, de laudatio van de overledene, door een bonte bende
kleinkinderen. Wat alles wat rond de eigenlijke uitvaart draaide, was
daarbij als een haastig bijeen geschoffeld gedrum naar het familiaal
onderonsje rond de lijkkist, achteraan de kerk. Dan droegen de
lijkbidders de nat besprenkelde kist naar buiten. Iedereen stapte in de
wagen en reed mee.
Op
het kerkhof was er vooraan plaats gemaakt voor het platliggend
gedachtenis-steentje, 30 x 30, rij na rij. Goed overzichtelijk. Tot aan
het bos van verweerde rechtstaande zerken in alle vormen en formaten met
allemaal stenen kruisen. Tussen de nieuwe ‘zinkputten’ voor urnen,
model ‘Nieuwe Tijd’, vooraan en de verder afgelegen warboel van nog uit
te breken graven en hun opbouw, was erf een zee van ruimte. Met goed
afgebakende ‘strooiweide’ waarop lang gras welig tierde. De grond waar
allemaal, met ver vooruitziende blik, graven al ‘gruimd’ waren. Want de
tijd staat niet stil.
Er was zelfs, een eind verwijderd van waar wij bijeen gedrumd stonden (want het was ijzig koud e het regende)
en dus ver van de voorlopig laatste rustplaats van believers en
non-believers door elkaar, het Eigen Volk, broeder- of zusterlijk naast
elkaar, een aparte strook voorzien voor ‘mensen met buitenlandse roots’
en een andere God.. Goed herkenbaar door al die opstaande haardstenen
kunstwerken vol ingebeitelde spaghetti-slierten.
Doe
daar nog eens 50 jaar bij, en de muren rond de begraafplaats zullen,
net als de begraafplaatsen zelf, - natuurvriendelijk - verdwenen zijn.
Om, in volle stadcentrum, plaats te maken voor een ruime ondergrondse
parking. Met op het pleinje daarboven, knusse (vastgeboute en
brandvrije) zitbanken. Met hier en daar ’n plantsoentje voor de
gezelligheid. Voor de veiligheid, na donkeren, afgesloten.
De
gestorvenen? Allemaal ver-ast. De asse als stro samengeperst in balen
met afbreekbare folie, ten zeerste geschikt om verder aan de natuur
teruggegeen te worden, liggend op de bodem van de zee.
Wat anders zit er op, denkt U, als de wereldbevolking straks verdrie- of verviervoudigd is?
*
Vraag. Ziet en hoort God alles?
Antwoord. God ziet en hoort alles, zelfs onze geheimste gedachten.
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten