Donderdag
28 December 2017
4379 - PORTVIJ OPEN BRIEF AAN EEN (gewezen) GROOT
MAN
*
INHOUD: NIEUWJAAR – VLAANDEREN REBUILT: heb biets tegen Limburg, ook zeker niet tegen Het
Belang ervan. Was half de jaen ’50 (gedwongen) te gast in Beverlo op kosten van
‘Landsverdediging’. Maar kwal er ongeschonden uit. U leest hieronder over een
talentvolle ‘columnist’ wiens afgetakeld voorkomen helemaal niet in overeenstemming
is is met de inhoud van zijn schrijfsels: afgeleefd en rijp voor de
schroothoop.
En nog zo
jong!
En neen,
ik noemmet benge verwachtingen voor de toekomst, geen namen….
O U V E R T U R E
OPUs B A R D O L
LI N O
(A N DANTE)
*
OPEN BRIEF
Goede morgen, Meneer wiens naam ik uit respect, niet uit m’n klavier getikt
krijg. U begrijpt me wel.
Er is namelijk zoveel in Uw schrijfsel van vandaag in de De Morgen, dat
U wel de indruk geeft met volle teugen het kind van de rekening te willen zijnn.
Had U zich tenminste geschoren, voor U aan de slag ging!
**
*
U doet me denken aan het gedicht van wilen Grootmeester Willem Elsschot
die dichtte over
Het Huwelijk
Toen
hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in
d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar
wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen
wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij
vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en
mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij
zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en
hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
**
*
Eerst haalt U onze tradities onderuit. Ja, dat is Uw volle recht. Maar
wat is de bedoeling? Toch niet, of soms wel, onder de indruk van de verloedering?
Als alles verandert, wat U hieronder niet kunt laten impliciet toe te
juichen, waar moet dat dan eindigen, anders dan in een puinhoop?
Het siert U dat U naar het einde toe bich Oud en Nieuw, noch Uw vrouw, verkettert
of die behandelt als ’n versleten dweil.
Tenslotte als mijn besluit de
vraag: is U nu voor of tegen Kerstmis en Nieuwjaar?
*
Na jaren huwelijk is er niets meer te
bedenken dat nog voor vervoering zorgt op kerstavond
*
Hugo Camps over de cadeautjes-dwang met de
feestdagen
**
*
Volgens sociologen worden mensen
steeds meer afkerig van tradities. Ze willen af van de ouwe hap. Je ziet het in
veranderend stemgedrag, in
gastronomie en mode, in haarsnit
en make-up. Alleen de traditie van oud en nieuw lijkt onuitroeibaar. De
cadeautjes, de vrome wensen, de feestjes, de rituelen zijn als door eeuwen
geslepen gesteente van de overgang blijven liggen. Iedereen even oud.
En er is de weerkerende
vrijpostigheid: je mag met oud en nieuw weer even aanraakbaar zijn, je lieve
oogarts zoenen, een glaasje heffen in het midden van de dag. De stijfste harken
worden vloeibaar.
Het uitwisselen van
nieuwjaarswensen suggereert een nieuw begin, maar eigenlijk is het een
poëtische vorm van bedelen. Meestal ligt het envelopje voor de postbode, de
vuilnisman, de straatveger dagen van tevoren klaar. Het lucht op,
vrijgevigheid. Tezelfdertijd koop je bij mannen en vrouwen die in weer en wind
je rotzooi opruimen weer een jaar dienstbaarheid af. Ik krijg altijd een goed
gevoel bij deze triviale vorm van dankzegging. De sociale impact van envelopjes
is overweldigend. Daar kunnen woorden en gezangen niet tegenop. Je mag het
minderwaardig vinden op de schaal van geluk, maar geld socialiseert meer dan
eender welke hooggestemde riedel.
Nee dat is niet erg: de mens
heeft niet meer te bieden dan de mens.
Ontreddering
Kerst en Nieuwjaar zijn
dwingelanden van de traditie en daar komt soms ontreddering van. Er moet hoe dan
ook een pakje onder de kerstboom. Wat, hoe, waarom doet er niet toe. De belofte
van een reisje naar de zon of een weekendje Firenze activeert de kerstemoties
niet. Het gaat om hier en nu, om dat pakje met strik binnen handbereik.
En dus struinde ik door de stad
op zoek naar cadeautjes voor vrouw en kinderen. Een foltering, want het moet
ook nog origineel zijn. Met zakdoekjes en parfum red je het aureool van de
liefde niet meer. Schoeisel is precair als je niet zeker bent van de
schoenmaat. Een bezoekje aan de juwelier is zelfs verdacht, als man alleen. Op
gevorderde leeftijd kun je niet meer om een armbandje met hartjes vragen zonder
dat de juwelenboer denkt: haha, meneer zit achter een jong ding aan.
Met satijnen zakdoekjes durf je
niet meer thuis te komen – te ouderwets. Met een mooi boek ook niet – boeken
kopen we al het hele jaar. Een reisje naar Oman is niet alledaags, maar dan
word je verondersteld te golfen en dat doe ik niet. Na jaren huwelijk is er
niets meer te bedenken dat nog voor vervoering zorgt op kerstavond. Eten en
drinken deden we eerder ook al.
De kinderen hebben het mij
makkelijker gemaakt. Zij willen het liefst een envelopje zodat ze zelf de
spullen kunnen kopen naar believen. Ik heb het geprobeerd, maar bij mijn vrouw
lukt dat niet. Zij wil me zien lijden in inspiratienood.
Mijn vader heeft nooit een
kledingwinkel vanbinnen gezien. Zelf schoenen kopen deed hij ook niet. Zijn
cadeau was een liedje zingen in de nachtmis. Mijn moeder kocht voor hem ieder
jaar sokken en ondergoed voor onder de kerstboom. Heerlijke tijd.
Na mijn cadeaujacht door
winkelstraten kwam ik verward en uitgeput thuis. Mijn vrouw zat naar een film
van Charlie Chaplin te kijken. Ik inhaleerde de zegeningen van het
lompenproletariaat, zij het dat de vrouwen toen ook al hoedjes droegen.
Triomfantelijk gooide ik de aankoopbon voor een paar laarsjes van A.F.
Vandevorst op tafel. Passen moest ze zelf maar doen in de winkel. Dat wou ze
graag, maar noem het dan geen kerstcadeau, zei ze. “De Kerstman is als
Sinterklaas: hij is er of hij is er niet.”
*
(Hemelreiker)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten