maandag 19 januari 2009

ZOON VAN DOMINEE KIJKT SCHEF

ZOON VAN DOMINEE KIJKT SCHEEF

De Markiezen

Ze spreken van de dood zoals jij van een fles
Ze staren naar de zee zoals jij naar een bres

De vrouw is hier wellustig in zonlicht dat ze ducht
Terwijl het winter is onder een zomerlucht

Het regent hemelsbreed het slaat me waar ik ben
Er is een oud wit paard en dat neuriet Gauguin

En de ben de precieze tijd aan het verliezen
O Markiezen

De vuren laaien op en nog hoger de stilte
Die aldoor stiller wordt en de maan brengt de kilte

En de zee wordt verscheurd en weer tenietgedaan
Door rotspartijen met een radeloze naam

En verder weg een hond en liederen vol weemoed
Er horen dansen bij waar iedereen aan meedoet

En er blazen exquise winden die eeuwig bliezen
O Markiezen

De lach is in het lijf het woord is in de blik
Het lijf heeft geen verblijf de toekomst heeft geen ik

Soms komt er een kokospalm en schrijft een liefdeslied
De zusters luisteren niet maar het is als een psalm

En de prauwen gaan heen en de prauwen gaan weer
Ik vertel meer en meer het verhaal van iedereen

Denk je dat ik kan kiezen om nooit iets te verliezen
O Markiezen





Dit was het lied/gedicht (Jacques Brel Ne me quitte pas), vrij vertaald trouwens uit het Frans, waarop gefocust wordt…..
Quotering mijnerzijds: (voor de tekst), van zang heb ik geen benul en had liever gehad dat die knul zweeg: 4/10. Inspiratie reikt maar 6 strofen ver. Na 6-7 whisky’s en een half pak sigaretten zou het kunnen dat mijn oordeel vanzelf wijzigt. Al naar gelang het gezelschap….
Dat Bennootje, tot zijn grote spijt, ook Neerlands bloed in d’adeen heeft, helpt ons, Vlamingen, geen moer vooruit.
Met dergelijk talent uit de hoogte neerkijken op zijn volksgenoten, de Vlamingen, kan allen door een verwende Brusselse Ket en een geborneerd kleinzielig klote keeskopie. Het zal hem wel niet kunnen schelen, maar mijn vriend zal hij nooit zijn. Wat niet belt dat ik hem gaarne lees. Ja, ook in de ‘Nack’, als die via Iskander in mijn E-postbus komt. En ik heb graag dat U dat ook weet: Benno Barnard is een groot (en zwaar) schrijver.
Dan denk ik telkens aan ene Gerard Reve, wiens laat-literaire prestaties gerust naast die van L.P. Boon met zijn vulgaire Fenomenale Feminateek mogen gelegd worden. Die Reve moest uiteindelijk ook uitwijken naar Vlaanderen (Machelen a/d Leie) waar hij buurman werd van de schilder Roger Raveel. Benno Barnard leeft in Amerika…
Wat is dat toch met die grote kunstenaars, die elders dan thuis willen leven? Hun blikken, hun belangstelling of hun verlangen richten zich als magneten naar Vlaanderen…..Scheef kijken, zegt men in Holland….Jaloers zijn, zeggen wij in Vlaanderen……

De Markiezen
15-01-2009 - Benno Barnard - knack
In zijn essay Was Jacques Brel een Vlaming? stelt Geert van Istendael dat Jacques Brel een Franstalige Belg uit Schaarbeek was, en geen Vlaming. Maar Franstalige Belgen uit Schaarbeek en de rest van Brussel willen weleens van Vlaamse afkomst zijn, kinderen van het ras dat Emile Verhaeren in 1902 als 'tenace' omschreef, wat taai betekent (ik vertaal het maar ten behoeve van jongeren die als slachtoffers van de kapitalistische taalopvatting het Frans irrelevant vinden, zoals iedere taal die de euvele moed heeft geen Engels te zijn).
In de taxonomie van het Belgendom zijn de Franstalige Vlamingen heden ten dage een met uitsterven bedreigde soort, waarvoor bescherming door het Wereldnatuurfonds gerechtvaardigd is. En dan bedoel ik niet de producten van het ancien régime die rondom Brussel de lokale negerstammen met een adembenemende koloniale minachting tegemoettreden - nee, ik heb het over de zachtaardige restanten van het oude, polyglotte Europa, mensen die leven in een voortdurende spanning tussen verschillende talen, zoals dat in Bialystok, Czernowitz, Praag, Boedapest, Transsylvanië, Vilnius en nog honderden andere steden en landstreken het geval was. Die grote gonzende realiteit was vaak onrechtvaardig, maar de voortdurende wrijving tussen talen, tradities en sociale lagen heeft wel veel interessante literatuur opgeleverd. Bij ons hebben Vlaamse schrijvers in het Frans hun aparte, nog altijd niet geheel verdwenen wereld vastgelegd. En het is niet onzinnig te beweren dat Brel tot die schrijvers behoorde, ook al was hij dan een Brusselaar van Vlaamse afkomst, wat niet volledig hetzelfde is als een Franstalige Vlaming (ik wring mij in velerlei kronkels om mijn vriend Van Istendael niet te erg tegen te spreken).
In de tijd van Verhaeren ontstond er een beeld van Vlaanderen dat vooral diende om de Franstaligen te onderscheiden van de inwoners van de Franse republiek. Zij waren anders, want zij hadden (of waren) Vlamingen. Dat mythische volkje was ooit rijk geweest, in de Bourgondische tijd, en had toen grote schilders, musici en schrijvers voortgebracht, de gebroeders Van Eyck, de polyfonisten, Jan van Ruusbroec... Deze laatste - in Frankrijk bekend door de vertalingen van weer een andere Franstalige Vlaming, Maurice Maeterlinck - was weliswaar een Brabander, maar met Vlamingen werden ook Brabanders en de overige 'Vlaams' schrapende Belgen bedoeld. Het is in flamingantische kring geen populair verhaal, maar 'Vlaanderen' in de moderne zin van het woord, als cultuurhistorische eenheid, is een schepping van de Franstalige bourgeoisie.
Ach, dat goeie ouwe Bourgondië! Maar zo omstreeks 1900 waren de meeste niet-Franstalige Vlamingen straatarm - gebukt raapten ze patatten van het veld, in een treffende gelijkenis met het werk van vader Brueghel; voor het schilderen van madonna's hadden ze geen tijd en zelden hoorde men ze nog een polyfoon lied aanheffen. Maar tegenover deze armoede stond ook schoonheid, vreugde, ja, wellust. In de lucht van hun in de tijd versteende, klein gebleven steden, waar boven middeleeuwse kanalen guirlandes van mist dreven, tinkelde de beiaard; hun maagden voerden rustieke reidansen bij de oogst uit, en de meer ondeugende exemplaren lokten bleke Franstalige jongelingen het rijpe koren in (het laatste beeld komt van Van Istendael, die er nog steeds spijt van heeft dat dit hem nooit is overkomen).
Sinds Verhaeren - die zich overigens zeer wel bewust was van zoiets hinderlijks als Vlaams fabrieksproletariaat - is dit beeld, terwijl het steeds anachronistischer werd, voor zover het al ooit aan enige realiteit heeft beantwoord, door de Franstalige bourgeoisie hardnekkig in stand gehouden. Tot op vandaag bestaat het. In 2003 vroeg het serieuze tijdschrift Marginales aan een aantal Franstalige Belgische intellectuelen hoe Vlaanderen er voor hen uitzag - haast allemaal schetsten ze een landstreek bevolkt door toegewijde beiaardiers, schalkse boerendochters en nurkse landbouwers van de pruimtabak wegspuwende soort. Zelfs het moderne racisme bevestigt dat beeld, want in de grote stad veranderen die achterdochtige boeren met hun modderige wereldbeeld als vanzelf in racisten, onontvankelijk voor de Franse Verlichting. Het is werkelijk haast even karikaturaal als ik het hier weergeef, en van een jaloers makende blindheid voor de lelijkheid van het huidige, van welvaart walmende Vlaanderen. Alles bij elkaar drukt het waarschijnlijk het sentiment uit dat we iets zijn kwijtgeraakt, zelfs als we het in deze vorm nooit bezeten hebben.
De grootste vertolker van dat sentiment was en is Jacques Brel, in klassiekers als 'Marieke' en 'Le plat pays'. Hij is zelfs dermate groot en invloedrijk dat veel Vlamingen in de wekere lagen van hun bewustzijn een soortgelijk beeld van Vlaanderen zijn gaan koesteren, terwijl je minstens vijftig moet zijn om je nog vaag iets te herinneren van de kwetsbare schoonheid die het vlakke land inderdaad bezeten heeft.
*********
Psssst Laat het duidelijk zijn; Benno Barnard is in Knack een pure 100 karaats broodschrijver. Wat in het geval van de ‘Nack’ alles uitlegt. Privé zal hij wel een andere en lievere jongen zijn….

Geen opmerkingen: