zaterdag 13 juni 2009

OP NAAR 50% VLAAMS NATIONALISME

________________________________________
OP NAAR 50 % VLAAMS NATIONALISME
Het stof is na de verkiezingen, stilaan een beetje aan het optrekken, zodat men eindelijk terug het bos ziet door de bomen….Eindelijk goed nieuws, en dan nog door iemand die het kan weten, en die met vorige gedurfde uitspraken nogal…wat stof heeft doen opwaaien…Denk aan ‘wij vragen niets’ dat in de plaats komt van ‘nous sommes demandeurs de rien’….
Maar omdat dit meesterwerkje eerst in De Stadaerd/le Standaer heeft gestaan, wapen ik mezelf om uit te zoeken waar en hoe de dubbele bodems zouden zitten. Want het is inderdaad ondenkbaar dat deze door en door behoudsgezinde gazet achter de inhoud staat, tenzij zij daar bij de Directie inderdaad ‘de tekenen des tijds’ beginnen te verstaan. We gaan gestaag vooruit in de goede richting, zegt de geleerde Perfesser, maar gemakshalve vergeet hij de ongelimiteerde aanvoer van ‘nieuwe belgen’ die allemaal, bijna zonder uitzondering, links en franstalig stemmen…Zodat we mogen besluiten dat het ‘ooit halen we 50%’, de nadruk komt te liggen op ‘ooit’…..Klinkt zo een beetje als de aanvang van een mooi sprookje: ooit, van uit de tijd dat de dieren spraken…
Hoop doet leven….en in ieder geval is de lectuur va onderstaand artikel gewoon hartverheffend….
Het artikel is ook goed om alle belgicisten de daver op het lijf te jagen. In de hoop dat dezen ondertussen het hoofd in de schoot zullen leggen voor het onafwendbare, een vrij en zelfstandig Vlaanderen?


De onstuitbare opgang van het Vlaams-nationalisme
10-06-2009 - Bart Maddens - de standaard
Volgens BART MADDENS is dé vaststelling van deze verkiezingen de recordscore van de Vlaams-nationale partijen. 'En de grote vraag is op welke maatschappelijke golf N-VA vandaag kan surfen om de dominante Vlaams-nationale formatie te worden.'
Over de verkiezingen is ondertussen al vreselijk veel gezegd en geschreven. Maar om het belangrijkste resultaat loopt men meestal in een wijde boog heen. En dat is natuurlijk de absolute recordscore van de Vlaams-nationale partijen. Vlaams Belang (15,3 procent) en N-VA (13,1 procent) halen samen 28,4 procent. Nog nooit hebben de partijen van de Vlaams-nationale 'familie' zoveel Vlaamse kiezers kunnen bekoren. Het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) haalde op zijn hoogtepunt in 1939 slechts 15 procent. De Volksunie piekte in 1971 met 18,8 procent en in 2004 bereikte het Vlaams Belang 24,1 procent. Als we vandaag ook de stemmen voor SLP (1,1 procent) en LDD (7,6 procent) meetellen, dan komen we zelfs aan een nooit geziene monsterscore van 37,1 procent voor uitgesproken Flamingantische partijen.
Wie de electorale evolutie in Vlaanderen sinds de Eerste Wereldoorlog vanuit een helikopterperspectief overschouwt, ziet één dominante tendens: een gestadige opgang van de Vlaams-nationale partijen. Die opgang wordt wel onderbroken door de Tweede Wereldoorlog en herneemt pas vanaf het begin jaren zestig. Maar als we de jaren veertig en vijftig even tussen haakjes plaatsen, tekent zich een bijna lineaire stijging af: verkiezing na verkiezing halen de Flamingantische partijen meer stemmen. Er is enkel een dipje na de Egmontperiode, toen het Vlaams Blok te marginaal was om het verlies van de Volksunie te compenseren.
Nu weet ik ook wel dat het niet evident is om de stemmen van die Vlaams-nationale partijen zomaar met elkaar op te tellen. Uiteindelijk gaat hier om partijen met een drastisch verschillende maatschappijvisie, zoals ten overvloede en terecht is beklemtoond in de commentaren op de verkiezingsuitslag. Maar paradoxaal genoeg is precies die ideologische diversiteit een van de sleutels tot het Vlaams-nationale succes.
Het Vlaams-nationalisme kun je zien als een ideologische kameleon die zich steeds opnieuw aanpast aan het heersende opinieklimaat. De Frontpartij kon vanaf 1919 voet aan de grond krijgen in het Parlement door met een progressief programma in te spelen op het revolutionaire klimaat na de Eerste Wereldoorlog. Maar vanaf het einde van de jaren twintig vervelt het Vlaams-nationalisme snel tot een Nieuwe Orde-beweging en kan het VNV groeien door te appelleren aan de rechtse en antidemocratische tijdsgeest van de jaren dertig. Als de Volksunie vanaf de tweede helft van de jaren zestig weer kan aanknopen bij de hoge scores van het vooroorlogse VNV, dan komt dat vooral omdat die partij surft op de golf van de contestatiebeweging. Door de Vlaamse eisen te koppelen aan een aantal nieuwe maatschappelijke thema's (milieu, vrouwenrechten, ontzuiling, basisdemocratie...) slaagt de Volksunie erin om veel jongere kiezers weg te lokken van de CVP. Dit progressieve elan dooft geleidelijk uit in de jaren zeventig. De partij bijt zich meer en meer vast in de institutionele problematiek en komt in een neerwaartse electorale spiraal terecht.
De meningsverschillen over de ideologische lijn en de communautaire strategie escaleren in de jaren negentig, tot de Volksunie in 2001 uiteindelijk uit elkaar spat. Maar intussen is de Vlaams-nationale fakkel al overgenomen door het Vlaams Blok dat met zijn radicaal antimigrantendiscours een nieuwe rechtse maatschappelijke onderstroom kan aanboren. De partij slaat daarmee een bres in het electoraat van de socialisten. Die arbeiders stemden niet voor het Vlaams Blok uit Vlaamsgezindheid. Maar anderzijds is het wel zo dat het Vlaams Blok, net zoals het Vlaams Belang nu, altijd is blijven hameren op de Vlaamse onafhankelijkheid. Daardoor heeft de partij een 'vervlaamsend' effect gehad op een groep die traditioneel weinig affiniteit had met de Vlaamse Beweging. Kiezers die aanvankelijk om totaal andere redenen Vlaams Blok stemden, zijn zich gaandeweg gaan vereenzelvigen met het Vlaams-nationale gedachtegoed van die partij. Net zoals een aantal kiezers van de mei 68-generatie Vlaamsgezind geworden zijn door zich met de rebelse Volksunie te identificeren.
Het is vooralsnog onduidelijk hoe het eclatante succes van N-VA en de nederlaag van Vlaams Belang passen in dit plaatje van een zich voortdurend metamorfoserend Vlaams-nationalisme. Misschien herhaalt de geschiedenis zich en zal Vlaams Belang geleidelijk worden verdrongen door N-VA, net zoals de Volksunie destijds werd weggeduwd door het Vlaams Blok, en de Frontpartij door het VNV. In veel commentaren op de verkiezingsuitslag klonk inderdaad de hoop door dat de meer 'humanitaire' variant van het Vlaams-nationalisme opnieuw dominant zal worden.
Toch zijn er ook een aantal redenen om daaraan te twijfelen. Het succes van uiterst-rechtse partijen in het buitenland doet vermoeden dat een hard antimigrantendiscours electoraal rendabel blijft. Tot nader order heeft het Vlaams Belang daarop het monopolie, temeer omdat het momentum van Jean-Marie Dedecker voorbij lijkt. Maar de grote vraag is op welke maatschappelijke golf N-VA vandaag kan surfen om de dominante Vlaams-nationale formatie te worden. Want als de geschiedenis één ding leert, dan is het wel dat een Vlaams-nationale partij enkel min of meer duurzaam kan groeien als ze de Vlaamse eisen inbedt in een sterk (rechts of links) maatschappelijk verhaal, dat goed aansluit bij de heersende tijdsgeest.
N-VA heeft een vrij coherent programma en is zeker niet de ideologische krabbenmand die de Volksunie op het einde was. Maar hoeveel kiezers zouden er daarom voor N-VA hebben gestemd? Het zou wel eens kunnen dat het succes van N-VA eerder het resultaat is van een gelukkige samenloop van omstandigheden, en dus niet de voorbode van een nieuwe structurele verandering binnen het Vlaams-nationalisme. Naast het De Wever-effect speelde vermoedelijk ook een 'regionalistisch' effect, in die zin dat nogal wat kiezers de reflex hebben om bij de Vlaamse verkiezingen voor de meest 'Vlaamse' partij te stemmen. In 2004 heeft het Vlaams Belang die bonus kunnen opstrijken, dit keer was dat wellicht N-VA. Dit zou dan betekenen dat het voor N-VA extra moeilijk zal worden om die hoge score te handhaven bij de federale verkiezingen.
Maar de geschiedenis leert ook dat het Vlaams-nationalisme altijd een bijzonder grillig en onvoorspelbaar parcours heeft afgelegd, en dat zal in de toekomst wel zo blijven. De enige constante is dat die stroming, in een voortdurend wisselende ideologische gedaante, steeds sterker wordt. Het resultaat is dat de drie traditionele partijen vandaag enkel nog om het Vlaams-nationalisme heen kunnen door samen front te vormen in een klassieke tripartite. En daarmee effenen ze meteen ook de weg naar een nieuw Vlaams-nationaal succes bij de volgende verkiezingen. Nog even en de 50 procent komt in zicht.
Bart Maddens is politicoloog aan de KU Leuven.
Bron Iskander

Geen opmerkingen: