VLAAMSE VOSSENWAAN
Vlaamse Waan
29-06-2009 - Marc De Vos - de standaard
Terwijl u deze column leest, onderhandelt politiek Vlaanderen over onze nabije toekomst. Kris Peeters en co. willen terecht 'Actie in Vlaanderen'. Het is opvallend hoeveel spontane consensus de werknota van de Vlaamse formateur onder de grote politieke families heeft losgeweekt, wat obligaat borstgeklop daargelaten. Los van het politieke opportunisme van de dag, moeten we vaststellen hoe breed en vaag het centrum van de Vlaamse politiek wel geworden is dat zowel christendemocraten, Vlaamse regionalisten, liberalen en in mindere mate de socialisten elkaar bijna naadloos vinden.
Die vaststelling is des te opmerkelijk omdat de enorme economische en financiële crisis ons tot existentiële vragen en structurele hervormingen zou moeten dwingen. Van dat besef blijft de Vlaamse politieke klasse blijkbaar nog onvoldoende doordesemd. Zo wordt een consensustekst mogelijk die tegelijkertijd gaat voor budgettaire discipline, investeringsbeleid en Vlaamse sociale zekerheid. In Vlaanderen, zo lijkt het wel, moeten er nog altijd geen fundamentele keuzes worden gemaakt.
Vlaanderen zit nog te veel in de virtuele realiteit van de eigen cocon die ons alleen maar ogenschijnlijk afzondert van de afbrokkelende muren van de Belgische welvaartsstaat. Nochtans was de desintegratie van ons sociaaleconomisch model wel degelijk aanwezig in de verkiezingsstrijd. De N-VA soleerde in Vlaanderen naar de zege met de pertinente slogan dat België 'de hoogste belastingen, de hoogste staatsschuld en de laagste pensioenen' had. Alleen werd daaraan het voorstel van een Vlaamse sociale zekerheid gekoppeld, alsof die los van de verpletterende Belgische realiteit kan worden gezien. Niet dus.
Ik heb niets tegen aandacht voor ouderenzorg, hospitalisatie of kindergeld. Wel integendeel, het gaat om belangrijke sociale noden en beleidsvragen. Alleen moeten die in een totaalperspectief worden geplaatst. De Vlaamse belastingbetaler die aan Vlaamse zorg en aan Vlaamse hospitalisatieverzekering moet bijdragen, is ook een Belgische onderdaan die de Belgische overheidsschuld, de Belgische pensioenen en de Belgische gezondheidszorg torst.
We moeten dus het hele plaatje bekijken. Dat leert ons dat de Belgische exporteconomie - Vlaanderen incluis - systematisch marktaandeel verliest en dat België achteruitboert als investeringsland. Dat België vandaag al 30 procent van zijn jaarlijkse welvaartscreatie spendeert aan sociale bescherming, bijna een vijfde meer dan in 2000 en de top van Europa. Dat ook onze werkgelegenheid steeds meer met belastinggeld wordt gemaakt: een stijging van maar liefst 20 procent tussen 1997 en 2007, met Vlaanderen veruit als koploper. Dit zijn onrustwekkende cijfers, en dan hebben we nog niets gezegd over de kostprijs van de nieuwe staatsschuld door de crisis en de extra lasten van de aanstormende vergrijzing in pensioenen en gezondheidszorg.
Laten we dus wel wezen: als we de sociale zekerheid voor de Vlamingen duurzamer willen maken, dan moeten we in eerste instantie het economische draagvlak verbreden. Dat vergt een kentering in innovatie, ondernemerschap, fiscaliteit en competitiviteit. Dat vergt een andere sociale zekerheid, die efficiënter werkt en de solidariteit gerichter en effectiever maakt. Dat vergt een andere arbeidsmarkt, met meer werk, meer werkers en minder uitkeringstrekkers. Daar liggen de fundamentele uitdagingen, die niet worden opgelost met de vlucht vooruit en de waan dat Vlaanderen voor het eigen volk en met eigen penningen wel het gat in de sociale zekerheid zal dichtrijden.
We moeten ons dus grondig bezinnen eer we beginnen met Vlaamse sociale zekerheid. We gaan de Belgische ziekte echt niet oplossen door meer van hetzelfde in Vlaanderen. Laat Vlaanderen dus het laboratorium zijn voor een andere en betere sociale zekerheid, die model kan staan voor de uiteindelijk onvermijdelijke hervorming op federaal vlak. Maar laten we vooral beseffen dat groei en werk cruciaal zijn en dat we op dat vlak heus niet de limieten van staatsstructuur moeten aftasten om beter te doen.
Vlaanderen kan ambitieuzer zijn in arbeidsmarktbeleid. De formatienota wil vooral het verlies van bestaande jobs inperken. Dat is leuk voor de gelukkigen die een job hebben, maar wel sneu voor jongeren die instromen en anderen die hun baan verliezen. We moeten mobiliseren voor nieuwe jobs, voor begeleide activiteit en voor betere mobiliteit, want er zijn nog altijd duizenden vacatures. Dit is ook het moment om de pest van het brugpensioen te bestrijden bij herstructureringen. De Vlaamse arbeidsmarkt kan beter ondanks de crisis. En zonder betere arbeidsmarkt is elke Vlaamse sociale zekerheid per definitie onzeker.
Marc De Vos is directeur van het Itinera Institute en docent aan de UGent. 'De Visie De Vos' verschijnt tweewekelijks op vrijdag.
Bron Iskander
COMMENTAAR
Nu weet ik weer hoe spreekwoorden ontstaan. Er zal ooi iemand (een pater? Een non?) een echte duvel in een wijwatervat, ergens in een kerk, klassiek achteraan bij de laatste pilaar, gehouden hebben, en deze afgrijselijk hebben zien spartelen . Ofwel om er uit te springen, wat niet kon, gezien de hartige handgreep, ofwel om zich los te wringen en zo langs de mouwpijpen omhoog te kruipen van waar hij even voordien uitkwam, voor hij geknepen werd. U kunt zich voorstellen hoe duivels zijn! Klein, pezig, harig en donker als een zwart verkoold marsmannetje, met bokkepoten, een slingeraap-staart van hier tot ginder, met op zijn kop, boven zijn karbonkelende oogjes, twee enorme horens. Die persoon, pater of nog, moet vliegensvlug in zijn (of haar) ganzenveder gekropen zijn, met de gedachte: daar maak ik een vlug spreekwoord van, dat later als op het lijf van Prof.Devos zal kunnen geschreven staan, want die man/vrouw bezat zienerskwaliteiten. Minstens evenveel als heden ten dage de Prof zelf!
Als de Weledele Heer Professor even wil luisteren?
Ten eerste. Hij zou, teneinde geen argeloze lezer of luisteraar te misleiden, liefst altijd eerst beginnen met een kort Curriculum Vitae te etaleren. Mag in telegramstijl zijn. Waarbij 2-3 woorden volstaan. Desnoods een paar keer herhaald, kwestie van door te dringen. Mag ik een suggestie doen? ‘Hooggeplaatst. Links’ ---‘Hooggeplaatst. Links’ ---‘Hooggeplaatst. Links’
Ten tweede. Worden die links-mensen het dan nooit beur? Altijd die argumentatie van iemand die geen argumenten heeft. Altijd argumenteren naast de kwestie. Van een hooggeleerd man mochten wij anders wel beter verwachten! Is die man wel zijn grote maandwedde waard?
Ten derde. Even samen een ’Vraagstuk’ oplossen uit het Vierde Studiejaar van de Lagere School. Dat moet U toch aankunnen, waarde Heer Professor? Het gaat zeer eenvoudig weer over dat vat met een klein kraantje boven dat water inlaat, en een groot gat onderaan, dat water uitlaat. Oè U heeft al begrepen dat er geen beginnen aan is? U is een goede leerling, Heer Professor.
Ten vierde. Rekenles. Zelfde Studiejaar. Hoe legt U uit dat 3 + 1 groter is dan 6? Die onmogelijkheid is nochtans wat U constant onder de mat veegt. Weet iedere Vlaming, vanaf de eerste dag van zijn geboorte.
Ten vijfde. Auto-rijles. Als een leerling gebuisd is, krijgt hij toch geen rijbewijs? Waarom kaart U dan niet aan dat een gebuisde regering, of gebuisde partijhoofden, toch niet langer aan de macht kunnen blijven?
Ten zesde Les in Vaderlandsliefde. Hoe legt U uit, dat die ene partij die al meer van 60 het bewind ofwel in handen heeft, dan wel er aan deelneemt, niet met pek en veren bekleed, in de woestijn gestuurd mag (kan) worden?
Ten zevende. Les in Beleefdheid. Waarom demoniseert U minstens 1.000.000 landgenoten omdat dat van ‘ergens’ gedecreteerd wordt? Of denkt U zoals Bart DeWever, dat het een bende halve garen zijn? Dan moet U weten dat wij dat van de anderen denken, en zo komen we niet vooruit in een democratie.
Ten achtste (en dan geef ik het op) U weet zeer goed de zere vinger te leggen op zeer vele zere wonden, maar meer dan een paar vrijblijvende algemeenheden reikt U ons niet aan. U zou beter plaats ruimen voor onze Vlaamse ondernemers, die, op eigen risico, en met eigen middelen, proberen er het beste van te maken. Door desnoods de riem een paar gaatjes aan te halen. Maar U helpt ze zeker niet, door hun betrachtingen te deviëren naar oude beddingen, die al lang droog staan. Voor zover ze niet door een dorre woestijn stromen die driekleurig ingevuld, ligt te verwaaien op de puinhoop van straks 200 jaar achteruitstelling…De vos verlies wel zijn pluimen, maar niet zijn streken!
Ben ik blij, Waarde Weledele Heer Professor, bij U niet meer te moeten langs komen om examen af te leggen. Ik zou waarschijnlijk met klank gebuisd zijn. Maar dat, Waarde Weledele Heer Professor, bent U al lang. Door velen, maar in ’t bijzonder, deze keer, door
André Baert
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten