.
Kogels Van Links
23-12-2009 - Koenraad Elst - Brussels journal
Koteshwar Rao, politburolid van de Communist Party of India (Maoist), heeft aangekondigd dat de maoïstische guerrilla in de Indiase binnenlanden in het komende jaar “nog bloediger” zal zijn dan in het aflopende jaar. Nu in India de klad zit in het moslimterrorisme (dat zijn focus verlegd heeft naar onderlinge afrekeningen in moederland Pakistan), is de extreemlinkse strijd er veruit de omvangrijkste categorie geweld.
Maar niet alleen daar is het linkse geweld springlevend. Neem nu Nederland. Toen Pim Fortuyn in 2002 door een groenlinkse militant vermoord was, zeiden zijn aanhangers terecht: “De kogel kwam van links.” De moord op Theo van Gogh in 2005 was het werk van iemand die in zijn thuisland misschien niet “links” genoemd zou worden, maar die in Nederland wel tot een door links omhelsde groep behoorde, de politiek bewuste voorhoede van de arme gediscrimineerde moslimgemeenschap.
Ook de moord op de linkse activist Louis Sévèke in 2005 was het gevolg van een onderlinge vete tussen krakers, niet van rechts geweld. Toen een werkloos geworden gemiddelde Nederlander in Deventer in 2009 op de koninklijke stoet inreed, opperden linkse commentatoren meteen hoopvol dat “de auto van rechts kwam”. Een gefrustreerde, allicht zelfs “verzuurde” blanke inboorling, dat móest wel een Wilders-kiezer zijn, niet? Nee dus. Volgens het politierapport waren zijn laatste woorden aan het adres van de geviseerde kroonprins Willem-Alexander: “Racist! Fascist!” De moordenaar van zes omstaanders was warempel een antifascist en antiracist. Ook de auto kwam van links.
Op uiteenlopende plaatsen heeft links geweld recent nog de aandacht getrokken: de geweldgolf van “anarchisten” in Griekenland; de aanvallen door gemaskerden op rechtse studentenleiders in Gent, resulterend in schedelbreuk e.d.; toenemend harde middelen in sabotageacties tegen de uitzetting van illegalen in Nederland maar ook in eigen land; het weerkerende geweldpatroon bij acties van de trotskistische “andersglobalisten”, dit keer in Kopenhagen; en de aanval op de Italiaanse premier Silvio Berlusconi.
In dit laatste geval verzekeren de media ons dat de dader, die een souvenirbeeldje van de Milanese dom in het gezicht van de premier keilde, een psychiatrisch patiënt was. We mogen er vooral geen politieke betekenis aan geven, zeker geen bevestiging van de waarschuwende woorden die Berlusconi net tevoren had uitgesproken over de haat die linkse ordeverstoorders verspreiden. Een dergelijke therapiegeschiedenis gold zoals bekend ook voor Hans Van Themsche, de jongeman die in Antwerpen een peuter en haar Afrikaanse oppas doodschoot. Maar toen wachtte onze premier Guy Verhofstadt zelfs de eerste onderzoeksbevindingen niet af om grimmig te verklaren dat de moorden het gevolg waren van een door extreemrechts geschapen klimaat.
Rechts geweld wordt veel scherper veroordeeld dan geweld van links. Niet alleen door vijandige media en politici maar ook en vooral door de eigen achterban (in Van Themsche’s geval bv. door zijn eigen tante, die haar VB-mandaat erom neerlegde). Salonlinksen distantiëren zich formeel van links geweld maar zonder de verontwaardiging die zij voor de veroordeling van echt of vermeend rechts geweld overhebben. Linkse geweldenaars hoeven zich dus niet pijnlijk gedesavoueerd te voelen, en hun voorbeeld wekt daarom gemakkelijker navolging.
Een goed voorbeeld was, lang geleden in 1980, de aanval op de extreemlinkse boekhandel De Rode Mol te Mechelen. De daders behoorden tot een scoutsgroep van Dinaso-strekking, de Deltascouts, al was de leiding er niet bij betrokken maar integendeel verontwaardigd over deze inbreuk op de discipline. De initiatiefnemer was iemand die niet tot de groep behoorde, en die pas kort tevoren nog in het extreemlinkse Amada actief geweest was. Voor hem was geweld de normale werkwijze, en hij begreep niet dat rechts zo weinig gebruik maakte van een wapen dat in linkse handen zo doeltreffend bleek. Hij wist wel enkele rechtse jongeren te verleiden met de boodschap: “Als links ermee weggeraakt, waarom wij dan niet?” Na de verwoesting van de boekhandel konden de daders ontkomen, maar door verklikking werden ze toch opgepakt. Toen hun schuld algemeen bekend raakte, trokken de meeste ouders hun kinderen terug uit de scoutsgroep, die uiteindelijk opgedoekt werd. Rechtse Vlamingen, zelfs van “extreemrechtse” Dinaso-strekking, keuren geweld immers af.
Ik was toen zelf links en lezer van zowel het maoïstische blad Solidair (van Amada, later PvdA) als het trotskistische blad Rood (van de RAL, later SAP). Dit laatste verkneukelde zich in het Amada-verleden van de hoofddader, altijd leuk om de linkse rivalen in verlegenheid te brengen. Later koos Rood samen met andere geledingen van klein-links voor de complottheorie dat die man eigenlijk nooit links geweest was maar slechts als politie-infiltrant in links actief geworden was. Dat werd al gauw de standaard-uitleg bij links voor het vervelende verschijnsel van afvallige linksen die de militante rechterzijde vervoegden (zoals RAF-advocaat Horst Mahler zou doen). Het is mutatis mutandis alleszins wel een juiste uitleg gebleken voor enkele gevallen van rechts geweld. Bij een groot proces tegen de Duitse extreemrechtse partij NPD bleken de binnen partijvergaderingen felste pleitbezorgers van geweld uiteindelijk politie-infiltranten te zijn.
Is rechts van nature minder gewelddadig dan links? Dat mogen we niet zomaar besluiten. Zo waren de talrijke lynchpartijen op Amerikaanse zwarten door blanken tijdens de tweede bloei van de Ku Klux Klan in de jaren 1920 allicht als “rechts geweld” te klasseren. Zij vonden plaats toen Amerikaanse blanken zich moreel volledig in hun recht voelden om de zwarten met geweld in het gareel te houden. En dat is een belangrijke sleutel om het grijpen naar geweld te verklaren: men moet zich in zijn recht voelen, er moet een hoger doel zijn waardoor men zijn geweld gerechtvaardigd acht.
Links heeft dat gevoel van rechtvaardiging door een hoger goed al decennia lang veel sterker dan rechts. Vroeger was dat de arbeidersstrijd tegen de uitbuiting, de verwezenlijking van de klassenloze maatschappij. Sedert het verlies van een geloofwaardig positief programma profileert links zich liever negatief als enig bolwerk tegen nationalisme, racisme en fascisme, en vindt deze demonen desnoods zelf uit waar ze niet aan de orde zijn. De demonisering van alles wat rechts staat van links, tot en met kreten van “fascist”, dienen niet alleen om de tegenpartij via intimidatie van het neutrale publiek te isoleren, maar brengt vooral bij de linkse militanten zelf een oorlogspsychologie tot stand. Natúúrlijk moest Pim Fortuyn sterven: hij was immers een tweede Hitler, en dan passen geen halve maatregelen. Eren de Duitsers niet officieel de mannen die Hitler poogden te vermoorden? Ziedaar dus een geval waarin niemand twijfelt aan het recht en zelfs de plicht om geweld te gebruiken. Als Berlusconi doorlopend met Mussolini gelijkgesteld wordt, dan is het maar normaal dat ook hij er lijfelijk van langs krijgt.
Geweld is nuttig op twee niveaus. Het feitelijke geweld heeft als heilzaam effect dat het tegenstanders en vooral de veel talrijkere omstaanders schrik aanjaagt. De weinig moedige burgerij zal zich gemakkelijk aan de kant van de agressor scharen zodra die geweld gebruikt, en de schuld geven (door nadien bv. vergaderplaatsen te ontzeggen) aan degenen die het mikpunt zijn van geweld. Degenen die concreet met dat geweld te maken krijgen, nemen de boodschap ter harte, maar degenen die er alleen via de media van horen, krijgen er een andere, vervormende boodschap bij. Op dat niveau geeft geweld een onaangename indruk, en moet men dus de eigen linkse verantwoordelijkheid minimaliseren en ze zoveel mogelijk op rechts afschuiven. Moslimmilitanten zijn minder bekommerd om die dimensie en eisen complexloos de verantwoordelijkheid voor hun gewelddaden op, maar linksen zijn leper en waken meer over het publicitair effect. Daarom zien we nu in de Italiaanse pers pogingen om de aanval op de premier te ontkennen en hem als een enscenering van Berlusconi’s eigen propagandadiensten af te doen. Maar tenzij ze daarvoor verrassend met echte bewijzen aankomen, geldt ook daar: het projectiel kwam van RECHTS
Och Heer Koenraad Elst….Als U enige Bijbelkennis wildet aanwenden, dan zou U dat geweld erkennen sedert Kaïn en Abel, het verhaal waar de ene broer de andere doodsloeg met een ezelskaakbeen. Ja, ik weet het, het is niet ‘cool’ om in onze o zo moderne tijden de Bijbel erbij te halen…Ook al omdat daarin verhaald wordt over Christelijke waarden waaraan men liever niet te veel aan herinnerd wil worden. Over Gouden Kalveren, en zo. Of over de Kuise Suzanna en de Ouderlingen…om maar twee voorbeelden op te sommen die best eens zouden afgestoft worden….In het eerste voorbeeld gaat het over de materialiteit in de samenleving tern koste van de spiritualiteit en in het tweede voorbeeld over de losgeslagen zedelijkheid.
En, Heer Koenraad Elst, weet U waarvoor ik de Bijbel erbij betrek?
Ik zal kort zijn. Omdat, inzake verstandhouding tussen mensen, daar de stelling gehuldigd wordt van ‘Oog om oog, Tand om tand’.
Dat is een theorie waarvoor weinig woorden nodig zijn….Niet om ze toe te passen, maar vooral niet om ze, na toepassing, te begrijpen.
Let U er vooral op dat in de uitdrukking geen aanval steekt, maar slechts verdediging? Want het Christendom huldigt op een ander vlak ook de theorie van het aanbieden van de andere wang, maar dat is de strategie voor vredestijd….
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten