97 – DOORBRAAK
*
HET IS NIET AL GOUD DAT BLINKT OF DREK DATSTINKT
*
*
Dinsdag 11 Februari 2020
Was Pétain een dictator?
*
*
Pétain kun je moeilijk op één lijn zetten met Franco en Mussolini dictator.
10 februari 2020
*
Was Maarschalk Pétain wel een dictator, toen hij aan het hoofd stond van het 'vrije' Vichy-Frankrijk?
**
*
foto: ©wikicommons
Luc
Rasson, hoogleraar emeritus Franse letterkunde aan de Universiteit
Antwerpen is een intellectuele duizendpoot en een bevlogen romanist.
Doorbraak bracht enkele dagen geleden een recensie van zijn recent
gepubliceerde boek Het lijk van de dictator: Franco Mussolini Pétain. De
woorden van lof voor de prestatie van Rasson kan ik alleen maar
bijtreden. Nooit eerder werd zo treffend beschreven hoe het stoffelijk
overschot van een dictator – letterlijk én figuurlijk – na de overgang
tot democratie, de inzet werd van politieke geheugen-conflicten die
vandaag nog steeds niet zijn opgelost.
Een gids die je meeneemt op reis
Een gids die je meeneemt op een reis naar het verleden, zonder je de les te spellen
Met ‘Het Lijk van de Dictator’
toont Luc Rasson dat hij niet alleen een literatuur wetenschapper is,
maar ook een gedreven historicus. Hij gaat het terrein op, reist naar de
plekken waar de geschiedenis die hij beschrijft zich afspeelde,
ondervraagt getuigen en collega-historici, anekdotes kleuren zijn
verhaal. Hij is als een gids die je meeneemt op een reis naar het
verleden, zonder je de les te spellen. En vooral: nergens betrap je hem
op de doodzonde waar zoveel historici zich tegen bezondigen: die van het
anachronisme.
Er
is één punt, in verband met Frankrijk, waarover ik met de auteur van
mening verschil. Luc Rasson weet dat, want ik had het voorrecht om het
manuscript van dit boek te mogen lezen vóór het verscheen. Dat is de
vraag of Pétain wel een dictator was, en bij uitbreiding, of Vichy een
dictatuur was in de klassieke betekenis van het woord. Versta me niet
verkeerd. Deze vraag verandert niets aan de pertinente beschrijving door
Rasson van de na-oorlogse schaduw die ‘het lijk’ van Philippe Pétain op
Frankrijk is blijven werpen. Franse historici noemen dit ‘het syndroom
van Vichy’. Neen, het is een kleine kanttekening. Een bedenking die de
titel spontaan bij mij deed opkomen.
Fascistisch?
Fascistisch was het regime niet
Jean-Pierre
Azéma, hoogleraar emeritus aan het Parijse Instituut voor Politieke
Wetenschappen, heeft in 1940, L’année noire (Fayard, 2010) haarfijn
uitgelegd waarom het Vichy-regime van Maarschalk Pétain geen
fascistische staat was. Drie essentiële ‘ingrediënten’ om Vichy onder de
typologie van de totalitaire staat te doen vallen ontbraken daarvoor.
Eén: de eenheidspartij, zoals die in Duitsland of Italië bestond. Twee:
de systematische omkadering van de samenleving tot in de verste
uithoeken van het land. En drie: de logica van de verovering van
Lebensraum. Je kan Vichy reactionair, bureaucratisch en klerikaal
noemen, fascistisch was het regime niet.
Wil
dat meteen zeggen dat Philippé Pétain geen dictator was, zoals Franco
en Mussolini dat ontegensprekelijk wel waren? Neen, maar er pleiten nog
andere argumenten tegen Pétain als dictator en in de eerste plaats is
dat natuurlijk de hoge leeftijd van het personage. Op het moment dat
Pétain, na een stemming op 10 juli 1940 door de in het casino van Vichy
bijeengeroepen vooroorlogse Kamer en Senaat, tot chef de l’Etat Français
wordt uitgeroepen, is hij 84 jaar oud.
De speelbal van zijn omgeving?
Sommige
lezers kennen misschien de grappige repliek van Charles de Gaulle,
wanneer die in 1958 in volle Algerijecrisis weer aan de macht komt na
wat objectief gezien veel meer op een pronunciamiento lijkt dan de
stemming van 1940 in Vichy. Journalisten vroegen hem tijdens een
persconferentie op de man af of hij de democratie zou respecteren,
waarop de Gaulle gevat antwoordde: ‘Denkt u dat ik op 67 jaar nog aan
een carrière van dictator ga beginnen?’
Was
Pétain niet veel meer de speelbal van zijn omgeving dan een autoritaire
man die met ijzeren hand over zijn onderdanen heerste?
Een
leuke boutade natuurlijk, maar in het geval van Pétain speelt de hoge
leeftijd uiteraard wel een rol. Was Pétain niet veel meer de speelbal
van zijn omgeving dan een autoritaire man die met ijzeren hand over zijn
onderdanen heerste? Ik denk het wel. Pétain was tot op hoge leeftijd
helder van geest, maar kende wel al momenten van verwarring. Zijn
omgeving heeft daar ontegensprekelijk van geprofiteerd. Eerst de
vijanden van eerste minister Pierre Laval, toen die
ervoor zorgden dat deze raspoliticus van de Derde Republiek – de periode
1870-1940 – op 10 december 1940 afgezet en vervangen werd door
Pierre-Etienne Flandin. Nadien Laval zelf, toen deze in april 1942 onder
druk van de Duitsers opnieuw eerste minister werd.
Een ‘constitutionele monarch’
Pétain
noemde zichzelf graag de ‘gids’ van het Franse volk. Enig paternalisme
was hem niet vreemd, maar dat betekent natuurlijk niets. De Amerikaanse
historicus Herbert Lottman, biograaf van Pétain, omschrijft de
maarschalk als een ‘constitutionele monarch’ die ‘de woorden moest
uitspreken die zijn omgeving hem opdroeg uit te spreken’ en die,
alleszins vanaf april 1942, ‘minder macht had dan de presidenten van de
Derde Republiek.’
Tijdens
de zomer van 1943 – de Duitsers hebben dan heel Frankrijk bezet –
werken juristen in zijn omgeving trouwens, samen met Gilbert Gidel,
rector van de Universiteit van Parijs en de katholieke journalist Jean
Le Cour-Grandmaison, aan een constitutioneel ontwerp dat het midden
houdt tussen de Franse Grondwet van 1875 die de Republiek vestigt en het
Amerikaanse presidentieel systeem. Duitsland leek niet meer
onoverwinnelijk sinds Stalingrad. In Vichy dachten sommige kringen al na
over waar naartoe met het land als de oorlog voorbij zou zijn.
Pétain
was eerlijk gezegd nooit een groot voorstander van het universeel
stemrecht, dat door Vichy nooit werd afgeschaft, maar eerder ‘vergeten’
werd. Wel is hij opgetogen over de bevoegdheden die hij in dit ontwerp
krijgt, waarbij het staatshoofd verkozen wordt door een college waarin
alle parlementsleden zitten, alsook 400 afgevaardigden uit de
Provinciale Raden. Denk de Duitse bezetting weg en dat heeft veel meer
weg van de aloude politique politicienne uit het interbellum dan van een
dictatuur.
Het lot van Polen
Velen
hebben Pétain kwalijk genomen dat hij op post gebleven is nadat de
Duitsers in november 1942 heel Frankrijk bezet hadden als reactie op de
geallieerde landing in Noord-Afrika die maand. Waarom heeft hij op dat
moment geen stap teruggezet? Waarom is hij niet met een vliegtuig dat
klaarstond naar Algiers gevlucht? Hij zou als een held de geschiedenis
zijn ingegaan. Maar in Duitsland zaten op dat moment nog bijna twee
miljoen Franse krijgsgevangenen opgesloten in kampen. En in Frankrijk
liet de harde hand van de nazi’s zich steeds meer voelen.
Aan
generaal Héring, de militaire gouverneur van Parijs in 1940, vertrouwde
Pétain toe waarom hij op post bleef. Hij was bang dat Frankrijk, mocht
hij vaandelvlucht plegen, het lot van Polen zou ondergaan. ‘U weet niet
wat het regime in Polen betekent! Frankrijk zou eraan zijn doodgegaan’,
zuchtte Pétain. Ik denk dat de leider van het Vichy-regime daar een punt
had.
Pétain
een dictator? Neen, ik zou mij wat dat betreft eerder willen aansluiten
bij het oordeel van de in 2011 overleden historicus François-Georges
Dreyfus. Deze was vele jaren hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit
van Straatsburg en aan de Parijse Sorbonne en was ook directeur van het
Centre d’études germaniques. Naast zijn academische carrière engageerde
hij zich als joodse intellectueel na de oorlog ook in de partij die De
Gaulle na zijn ontslag als eerste minister in 1947 oprichtte, het
Rassemblement du peuple français.
dictator
Geen echte breuk met het verleden
eerder een voortzetting van de vooroorlogse republikeinse traditie
Over
de figuur van Pétain is François-Georges Dreyfus in zijn in 1990
gepubliceerde Histoire de Vichy heel genuanceerd. Persoonlijk denkt hij
dat hij als Jood de oorlog overleefde, net omdat Pétain op post gebleven
is om zo te verhinderen dat de Duitsers in Frankrijk een ‘Pools regime’
zouden installeren. In het Vichy-regime en zijn leider ziet Dreyfus
eerder een voortzetting van de vooroorlogse republikeinse traditie dan
een echte breuk, net omdat een groot deel van het politiek personeel in
Vichy voor de oorlog tot de linkerzijde behoorde.
Het
is een paradox. Vichy, waarover Gérard Noiriel, professor aan de
befaamde Ecole des hautes études en sciences sociales (EHESS) een boek
schreef met als sprekende titel Les Origines républicaines de Vichy
(Fayard, 2013), was een repressief en autoritair regime, een dictatuur
zo men wil, maar dan door de oorlogsomstandigheden. De leider en omwille
van zijn leeftijd alom gerespecteerde vaderfiguur Philippe Pétain kan
ik moeilijk de kenmerken van een dictator toedichten. Waarmee ik geen
waardeoordeel over de verantwoordelijkheden van Vichy wil uitspreken.
Dat is voer voor een andere discussie.
Dit
meningsverschil neemt echter niet weg dat Luc Rasson met Het lijk van
de dictator een knap stukje, ik zou paradoxaal genoeg zeggen ‘levende’
geschiedenis geschreven heeft vanuit een invalshoek die ons doet
nadenken over hoe het collectieve geheugen in Italië, Frankrijk en
Spanje blijft worstelen met het verleden. A tour de force, zoals ook de
Britten dat zeggen.
Koen Dillen
*
Het boek Het lijk van de dictator is verkrijgbaar in de Doorbraak webwinkel.
Aangeboden door de Vrienden van Doorbraak
*
NASCHRIFT
*
Tussen “…“ even kort herhalen. Zodat het zowel bij de lezer als bij mijzelf goed doordringt… En ‘ad vitam eternam’ opgeslagen blijft in ons persoonlijk archief. Voor late. Tegen dat ooit ‘Meneer Midddernood’ komt….
*
Als
er zelfs na meer dan 2.000 jaar overal ter wereld nog altijd
controversies opduiken over de exacte oorzaken van de Ondergang v/h Het
Romeinse Rijk (de Slavenopstand – het Christendom- langzame algemene
vergiftiging door loden drinkbekers en loden waterleidingen), hoe zou er
dan een exacte wetenschap bestaan over de laatste paar honderd jaar van
deze ‘Moderne Tijden?
Tijdens
onze periode op het Italiaanse platteland in het vroegere Etrusken
Gebied (2002-2019) kunnen wij met de recterhand in de lucht, getuigen
dat er ter plaatse niet altijd verkeerd geoordeeld wordt over Benito
Mussolini. Zie o.a. de Drooglegging van de Pontijnse Moerassen. Hoor bvb
het monkelend gezegde, dat ‘onder de Duce de treinen toch op tijd
reden’…
De
feiten zijn de feiten: tijdens de ‘Dictatuur’ van de Duce was er veeel
goeds voor de gewone Italiaanse man in de straat. Zo was de Maffia
compleet verdwenen uit de samenleving. Die is, trouwens als GIDS, pas mee teruggekomen samen met Yankees…
Maar
het was oorlog. Met of tegen de zin. Er vielen veel doden. Zoals wij
ook persoonlijk meemaaakten dat het gnse dorp intens rouwde om ’n in
Afhanistan gesneuvelde Blauwhelm…
Ook
in West Duitsland, half de jaren ‘60 maaken we kennis met de
oolrogservaringen van de gewone man. Ooit geraakten we, in de wachtrij
voor ’n bankloket in Koblenz, in gesprek met een werkloze ex-Wehrmacht
soldaat. Goed, zei die dat den Krieg vorbei war, anders had die
voor de rest van zijn leven ergens de wacht moeten staan optrekken aan
een of andere bevroren Russische rivier, gewonnen-verloren in de
onmetelijke steppe….
*
Kijk,
dat zijn levens-ervaringen die diepe spopren nalaten. Net zoals dat
vriendelijke (kleine magere) Duits soldaatje, haast ’n Grootvader, die
mij als kleuter te voet aan de hand van zijn Moeder aan de controle-post
in Wijnendale (eond 1943?), aan de grens met het ‘Sperr Gebiet’
soldatenkoekjes uitdeelde. En mijn tot ontsltenis van ons Ma, liet
spelen met zijn geweer….
Al
was dat wel heel wat anders dan die ene keer, dat wij, onderweg naar
school, 2 frisse Feldgrauen tegen kwamen, en achter hun rug tegen elkaar
fezelden over ‘Schwein Hoenden’. De trappen van hun ‘Stieffels’ in ons
achterwerk voelden we nog weken later…
Neen, goud blinkt wel, maar je bijt er je tanden op stuk…
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten