*
SPAANSE FRAMING: CATALAANSE INDEPES ZIJN SUPREMACISTEN
**
*
**
Quim Torra, supremacist? De Spaanse framing draait op volle toeren, ook in de Belgische media
*
foto: © Reporters / DPA
19 februari 2020
Christophe Bostyn - Leestijd 8 minuten
*
Om de zoveel tijd is het opnieuw van dat: in Spanje ontstaat een
mediarel omwille van een uitspraak van een Catalaans
pro-onafhankelijkheidspoliticus. Dikwijls gaat het over de Catalaanse
taal en nieuwgekomen Catalanen of migranten die uit de rest van Spanje
komen. De rode lijn: verwachten dat die nieuwkomers Catalaans spreken is
racisme, Catalaans supremacisme en dergelijk fraais.
Nochtans
is de realiteit keihard: amper een derde van de Catalanen gebruikt het
geminoriseerde Catalaans als dagdagelijkse taal, de rest het Spaans. In
Spanje is één taal officieel: het Spaans of Castiliaans. Catalaans,
Baskisch of Galicisch (Portugees zoals gesproken in Galicië) zijn
co-officieel op regionaal niveau, een status die weinig meer om het lijf
heeft dan dat de talen door de Spaanse staat getolereerd worden in die
regio’s. Madrid vaardigt constant wetten uit in het nadeel van de
minderheidstalen.
‘Verander niet van taal!’
De
rel van het moment draait rond het project ‘No em canviïs la llengua!’
(Verander niet van taal!). De burgemeester van Vic, Anna Erra (Junts per
Catalunya), wou in het Catalaans parlement de aandacht vestigen op het
project en verdedigde er ‘de bewustmaking van de autochtone Catalanen
dat voor wie buiten Catalonië geboren is en Catalaans wil en moet
spreken, een einde moet gemaakt worden aan de alomtegenwoordige
praktijk, in bepaalde regio’s van Catalonië, om steeds naar het Spaans
om te schakelen omwille van het uiterlijk of de naam van een persoon die
ogenschijnlijk niet Catalaans lijkt.’
Ze wijst op het minderwaardigheidscomplex van de Catalanen.
Ze
wijst op het minderwaardigheidscomplex van de Catalanen. Die gebruiken
als eerste taal Spaans bij personen die ze niet kennen en al zeker
indien die een buitenlands uiterlijk hebben. Elke Noord-Europeaan of
‘guiri’, elke Zuid-Amerikaan met een autochtoon uiterlijk, elk Aziaat
weet het. Zelfs al spreek je vloeiend Catalaans, het is een continu
gevecht om Catalaans te spreken met Catalaanstaligen. Vooral in het
hoofdstedelijk gebied van Barcelona en de zones met Spaanstalige
meerderheid, veranderen de Catalaanstaligen voortdurend van taal. Ze
willen vooral niet tot last zijn met hun Catalaans.
Ook Torra afgebrand als supremacist
Van
deze klinkklare evidentie brouwde El Mundo een politieke en mediarel,
gretig overgenomen door de Spaanse politiek en pers. ‘No em canviïs la
llengua!’, geleid door een Peruaanse en andere nieuwe Catalanen, wordt
zo voorgesteld als een racistisch instrument van Catalaanse
supremacisten. Deze tactiek wordt constant toegepast in de Spaanse
politiek en media: beschuldig de andere van wat je zelf doet.
Minister-president Quim Torra moest het zelf ook ondervinden. Hij werd
met pek en veren overladen door binnen- en buitenlandse pers — deze
laatste neemt meestal klakkeloos over wat er in de Madrileense pers
verschijnt — omwille van een artikel dat hij in 2012 schreef.
Torra
deed toen nog niet aan politiek en werkte in Zürich. Toen hij op een
dag een vlucht nam naar Barcelona, was er een Spaanse passagier die
hysterisch werd omwille van het feit dat vluchtinformatie ook in het
Catalaans werd gebracht. De passagier deed zelfs zijn beklag in een
Zwitserse krant, argumenterend dat zijn rechten geschonden waren
aangezien het Spaans ‘de eerste officiële taal van Spanje’ is. Torra,
schrijver en uitgever, greep dit incident aan om deze haatvolle houding,
algemeen verspreid in Spaans-nationalistische kringen, aan te klagen.
In een artikel vergeleek hij de passagier of de Spaanse nationalist met
een hyena, schuimbekkend van haat ‘bij elke uitdrukking van de
Catalaanse taal of cultuur’. De vergelijking mag dan al straf zijn, hij
drukte er inderdaad op een etterbuil: de irrationele en ‘ziekelijke
fobie’ die behoorlijk wat Spanjaarden hebben voor alles wat Catalaans
is.
Flarden werden uit de context getrokken
Toen
Torra minister-president werd, ging de Spaanse pers aan het graven en
vond het algauw het artikel. Flarden werden uit de context getrokken en
het besluit was even duidelijk als unisono: Torra beschouwt de
Spanjaarden als schuimbekkende hyena’s en beesten en is een Catalaanse
supremacist. De buitenlandse pers nam de ‘framing’ gretig over. Wat te
denken over de titel en inleiding van dit artikel van De Standaard? ‘De
vuilgebekte marionet van Carles Puigdemont.’
‘Quim
Torra wordt gezien als de loyale dienaar van Carles Puigdemont. Toch
mag je zijn politieke engagement niet onderschatten: in oude teksten en
tweets ventileerde hij zijn virulente haat tegen de Spanjaarden.’
Castiliaanse suprematie
Nochtans
is Spanje als vanouds een staat die gedragen wordt door de Castiliaanse
elite. Toen Castilië de Confederatie van de Kroon van Aragon annexeerde
na de Spaanse Successieoorlog, werden de eigen (grond-)wetten van de
Kroon van Aragon afgeschaft. Ook het Catalaans werd verboden als
administratieve taal. Sindsdien werd de Catalaanse taal actief en via de
wet bestreden vanuit de Spaanse overheid. Ook nu nog is het idee dat
geheel Spanje Spaans of Castiliaans moet spreken, een dominant idee in
de Spaanse politiek en samenleving. Nog in 2012 verzekerde de Spaanse
minister van Onderwijs, José Ignacio Wert, expliciet dat zijn
departement en nieuwe wet ‘het verspaansen van de Catalaanse kinderen’
tot doel had.
elke geboren Spanjaard heeft de grondwettelijke plicht Spaans te kennen
Sterker
nog: elke geboren Spanjaard heeft de grondwettelijke plicht Spaans te
kennen. Dat komt zo tot uiting in een Catalaans proces, waar geen enkele
van de beschuldigden het recht had om te getuigen in hun eigen taal.
Ook in Catalonië zelf is dat de gangbare praktijk: slechts 7,7% (2018)
van de gerechtelijke procedures wordt er in het Catalaans gevoerd, een
historisch dieptepunt sinds de democratie. In 2004 was dat nog 20,6%,
wat wijst op een significante — en doelbewuste — verslechtering van de
positie van het Catalaans. Catalanen hebben meestal schrik om te eisen
dat hun zaak in hun taal behandeld wordt. Rechters worden centraal
vanuit Madrid benoemd en naar eender waar gezonden. Taalvereisten zijn
daarbij onbestaand. Spaanse rechters die in Catalonië recht spreken
zonder een letter Catalaans te begrijpen, het is een dagdagelijkse
realiteit.
Wit is zwart en zwart is wit
Denk
echter niet dat het vragen in eigen taal bediend te worden door de
overheid, of les te kunnen volgen in het Catalaans, als een recht gezien
wordt in Spanje. Dat wordt steevast weggezet als discriminatie van de
Spaanstalige. Wanneer op de Catalaanstalige Balearen bij regionale
overheidsexamens gevraagd wordt dat medisch personeel het Catalaans
machtig moet zijn, werd dat door enkele eentalige Spaanstaligen weggezet
als discriminatie, een relaas dat opnieuw gretig overgenomen werd door
de Spaanse pers. Het is een Goebbeliaanse tactiek: herhaal constant dat
zij die institutioneel gediscrimineerd worden omwille van het feit dat
ze een minderheidstaal spreken, de echte supremacisten zijn.
Catalonië,
een van Spanjes meest linkse regio’s, historisch verdraagzaam tegenover
immigratie (ooit waren ze zelf vluchtelingen), wordt zo weggezet als
supremacistisch en racistisch. Kenmerken die dan weer typerend zijn voor
grote delen van het Spaanse unionisme.
Aangeboden door de Vrienden van Doorbraak
steun doorbraak
Dit artikel wordt u aangeboden door de Vrienden van Doorbraak
Door
een jaarlijkse of maandelijkse bijdragen financieren de Vrienden van
Doorbraak de publicatie van de gratis toegankelijke artikels op
doorbraak.be. Onze vrienden krijgen ook korting in de Doorbraak winkel
en exclusieve uitnodigingen.
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten