zaterdag 29 februari 2020

IN GESPREK MET BART VAN CRAEYNEST, HOOFDECONOOM BIJ VOKA

**

IN GESPREK MET BART VAN CRAEYNEST, HOOFDECONOOM BIJ VOKA
**
*
**

*


foto: ©Reporters
Hoofdeconoom Voka: ‘Tijd om afscheid te nemen van de automatische loonindexering’
Interview - 23 februari 2020 Kevin Verdegem - Leestijd 13 minuten


David Geens sprak voor Doorbraak Radio met Bart Van Craeynest, hoofdeconoom bij Voka. We stelden ondermeer vast dat het uitblijven van een regering an sich niet de oorzaak is waarom het financieel slecht gaat met België. We hadden het ook over de armoede in ons land en wat er moet veranderen om de welvaartsstaat te waarborgen.

Ik las in een interview dat u zegt dat een begroting in evenwicht geen fetisj mag zijn. Wat bedoelt u daarmee?

‘Een begrotingsevenwicht wordt al een tijdje naar voor gebracht als een absolute doelstelling waar het beleid naar moet streven. Daar ben ik het niet mee eens, want het zegt niet veel over de gezondheid van onze openbare financiën. In België hebben we al 50 jaar geen begroting in evenwicht, behalve onder de paarse regering. Dat was toen met allerlei constructies zoals de sale-and-lease-back operaties die ons nog steeds veel geld kosten.

Ook de vorige regering heeft zo een opsmukmaatregel gebruikt, door te sleutelen aan de voorafbetalingen van de vennootschapsbelasting. Dat had enkel gevolgen op korte termijn. Zowat alle Belgische regeringen de voorbije decennia hebben van dat soort trucs gebruikt gemaakt om de begrotingscijfers wat beter te kunnen voorstellen, zonder een begroting in evenwicht te hebben.’

Belangrijker is wat het beleid effectief probeert te doen.

Een begroting is veel meer dan enkel het saldo op het einde. Belangrijker is wat het beleid effectief probeert te doen. De grote financiële uitdagingen voor ons land op lange termijn zijn de vergrijzing en alle kosten die daarmee gepaard gaan. Daar een oplossing voor vinden is veel belangrijker dan op korte termijn die begroting al dan niet in evenwicht te krijgen.’

Is die vergrijzing dan de grootste uitdaging?

‘Toch zeker een van de grootste. We spreken al jaren over de vergrijzing en de kosten daarvan vallen makkelijk te berekenen. Dat kostenplaatje kennen we dan ook al een hele tijd. In tegenstelling tot de ons omringende landen, slagen we er in België niet in om ons daar op voor te bereiden. Daardoor is er steeds minder geld om nieuwe dingen te doen. Dat is een trend die zich de komende 20-30-40 jaar zal voortzetten.

We moeten ons voorbereiden op die vergrijzing door de structuur van de overheidsfinanciën en het beleid rekening te laten houden met de toekomstige uitdagingen.’

Wat zou de volgende regering, of beter gezegd de volgende regeringen, daar dan aan moeten doen?

‘Een van de meest voorgestelde maatregelen zijn verhoogde belastingen, of toch een belasting op de rijken en multinationals. We hebben echter al de tweede zwaarste belastingdruk van Europa. Er is niet veel ruimte meer om die belastingdruk te verhogen.

De tweede piste is besparen, efficiënter omgaan met de middelen die we al hebben. Daar is in België nog zeer veel ruimte voor. Onze overheidsuitgaven kunnen veel efficiënter. Dat blijkt echter ook zeer moeilijk. Telkens het geprobeerd werd, botsten besparingen al gauw op protest. We gaan het toch moeten blijven proberen.

dringend meer mensen aan het werk krijgen

De derde mogelijkheid is meer mensen aan het werk te krijgen. Alle acties, genomen door de vorige regering, ten spijt, blijft het zo dat we minder mensen aan het werk hebben in vergelijking met andere landen. Willen we de welvaartstaat op lange termijn betaalbaar houden, moeten we dringend meer mensen aan het werk krijgen.’

Dan gaat het echt om meer jobs te creëren en niet zo zeer een herverdeling van het werk? In Finland wordt er gepleit voor een vierdaagse werkweek van 24u. U zegt dat dit niet haalbaar is zonder economische schade toe te brengen.

‘Dat is helemaal niet de goede weg, echt de verkeerde richting, complete onzin. Arbeid is geen koek die je kunt verdelen onder meer mensen. De geschiedenis heeft herhaaldelijk bevestigd dat dat niet werkt. We kunnen de koek wel groter maken, waarna we de vruchten wel kunnen herverdelen. Naar de pensioenen bijvoorbeeld.

Er is momenteel ook voldoende werkgelegenheid, maar veel werkgevers krijgen de jobs niet ingevuld.’

Gaat het dan over het vinden van mensen, of het vinden van de juiste mensen? Werklozen zijn er anders genoeg.

‘Dat is het bizarre aan onze situatie. In Vlaanderen hebben we relatief weinig werklozen, maar we hebben wel een grote groep niet-werkenden, die zich ook niet aanbieden als werkzoekende.

Kwalificaties zijn inderdaad heel belangrijk. Ondernemingen vinden niet het geschikte personeel. Er zijn anderzijds ook veel knelpuntberoepen waar bijna geen diplomavereisten voor bestaan.

Het financieel verschil tussen niet en wel werken is gewoonweg te klein.

Het gaat erom de niet-actieven op de arbeidsmarkt te krijgen. Ons huidig systeem van belastingen en uitkeringen ontmoedigt velen om te werken. Het financieel verschil tussen niet en wel werken is gewoonweg te klein. Wel werken moet meer gaan opleveren.’

Uit data van de FOD Economie blijkt dat de rijkste 10% van de Belgen 47% van de belastingopbrengsten betaalt en dat de rijkste 30% zelfs 3/4 daarvan betaalt. Het geroep van velen dat de rijken niet betalen klopt dus niet. Meer belastingen lijken dan echt geen oplossing.

‘We hebben de tweede zwaarste belastingdruk van Europa en we behoren bij de top van de wereld voor belasting op arbeid, waarbij je nog eens heel snel in de hoogste belastingschijf komt op je arbeidsinkomen. Ook onze belastingen op vermogen en kapitaal zijn bij de hoogste van de wereld.

Het lijkt in sommige milieus het antwoord op al onze problemen. “Pensioenen en uitkeringen moeten omhoog”, het antwoord lijkt voor hen steevast meer belastingen. “Laat de rijken, de bedrijven, de multinationals, de vermogens maar betalen.” Bedrijfswagens worden dan ook vaak in het vizier genomen.

Het komt op hetzelfde neer. Belastingen verhogen in een land waar de belastingdruk al zo hoog ligt is kan je niet doen zonder belangrijke economische schade.’

Dit jaar wordt de index 100. Daarmee bedoel ik niet dat we hem terug resetten, maar dat hij 100 jaar is. U noemt dat geen reden om hem te vieren. Schaffen we de index dan beter af?

‘Mijn insteek is, laat er ons een afscheidsfeestje voor organiseren. De index is zeker niet het grootste probleem voor onze economie, maar hij levert onze economie veel minder op dan de voorstanders ervan denken. We zijn, samen met Luxemburg, een van de laatste landen die op zo’n grote schaal de lonen indexeren.

De index is helemaal niet de “grootste bescherming voor de koopkracht”. In andere landen, waar er geen indexering is, evolueert de koopkracht min of meer hetzelfde als bij ons. Bij ons gebeurt de indexering automatisch, in andere landen wordt er over onderhandeld in functie van de omstandigheden. Wanneer de economie hapert kunnen beide partijen aan de onderhandelingstafel daar rekening mee houden. Bij ons kan dat nu niet. De indexering komt vaak op een moment dat de economie zwaar aan het vertragen is. Voor de concurrentiepositie van de bedrijven is dat nefast.

heeft een negatieve impact op het aantal jobs

Het systeem is zijn tijd al lang voorbij. Dat het de koopkracht zou beschermen is een illusie. Het feit dat de bedrijven de indexering automatisch moeten toepassen heeft een negatieve impact op het aantal jobs.”

U was niet mals voor de ABVV-betoging einde januari en haar eisen. Zijn die echt onhaalbaar?

‘Haalbaar of niet, het zijn keuzes van het beleid. De betoging ging over de toekomstige financiering van de sociale zekerheid en alle eisen gingen over meer uitgaven. Minimum pensioen van 1500 euro netto per maand, hogere uitkeringen, de pensioenleeftijd terug naar 65, brugpensioen terug invoeren, … Als je de rekening even maakt, kom je op een extra jaarlijkse overheidsuitgave van 10 miljard euro.

Je mag daar allemaal voor zijn, maar het moet uiteindelijk wel allemaal betaald worden. Dat dan bovenop de vergrijzingsfactuur die wel al hebben en die op termijn oploopt tot 20 miljard euro, en bovenop het begrotingstekort van 10 miljard euro dat we vandaag al hebben. Tel dat allemaal op en er wordt met ongelofelijk veel miljarden gegoocheld.

Blijft voor mij de vraag hoe we dat allemaal gaan betalen? En dan blijft het antwoord komen: “Hogere belastingen, de rijken, de vermogens, de multinationals, …” En wij zijn terug bij mijn punt van daarjuist. Pak het op die manier aan en onze economie zal een serieuze klap krijgen.

Veel delen van de sociale zekerheid kunnen beter georganiseerd worden. Aan de ene kant geven we geld aan mensen die niet werken en aan de andere kant geven we te weinig aan de mensen die het echt nodig hebben. Je moet dus meer mensen aan het werk krijgen.’

Demograaf Patrick Deboosere stelde in De Morgen dat het een mythe is dat we langer moeten werken. Op zijn zachtst gezegd bent u het helemaal niet eens met hem.

‘Dat gedachtegoed komt al een tijdje uit een bepaalde hoek. Alsof de vergrijzingsfactuur zo geen probleem zou zijn. Vergrijzing an sich is goed, mensen leven langer. Maar straks gaat een hele grote groep mensen op pensioen, die allemaal recht hebben op een betaald pensioen en iemand gaat dat moeten betalen.

rechtvaardiger als we met zijn allen meer en langer gaan bijdragen

Meneer Deboosere stelt opnieuw voor dat op te lossen met meer belastingen. Het is volgens mij rechtvaardiger als we met zijn allen meer en langer gaan bijdragen. We zijn daar geen uitzondering mee, overal ter wereld wordt langer gewerkt dan in België.

Als je kijkt naar de leeftijd waarop mensen effectief stoppen met te werken, dan is dat in België nog altijd maar 61 jaar, hoewel de pensioenleeftijd op 65 jaar ligt. Die 61 jaar is bij de laagste ter wereld. Er is geen reden waarom langer werken fysisch wel mogelijk is in andere landen, maar niet bij ons.

Het komt opnieuw neer op beleidskeuzes. Het is ofwel financieel niet meer interessant om te blijven werken, of ouderen zijn niet meer interessant voor bedrijven omdat ze door de automatische loonindexering te duur worden. Als beide kanten er beter van worden om vroeger te stoppen, gebeurt dat gewoon natuurlijk. Je kan het beleid wel aanpassen. De eerste stappen zijn gezet, maar de stijging van de pensioenleeftijd is iets wat andere landen al veel langer gedaan hebben.’

Als we even de focus verleggen naar armoede in ons land: hoe staat het daarmee? Moeten we recepten gebruiken zoals een hoger minimumloon en een minimumpensioen van 1500 euro voor iedereen?

‘De armoedecijfers in België vallen niet mee. Voor een welvarend land liggen die veel te hoog. Bekijk je de cijfers in detail, zie je wel dat de armoedecijfers in Vlaanderen heel laag liggen. Het is ook vooral een probleem voor mensen die niet werken. Werkende armen hebben we in België nagenoeg niet, en in Vlaanderen al helemaal niet.

Een hoger minimumloon of hoger minimumpensioen is niet de oplossing. Laaggeschoolden raken bij ons moeilijk aan de slag, omdat de loonkost relatief hoog ligt. Iedereen die wil werken moet wel een bepaald niveau van rendement opbrengen voordat de job er is. Mochten we de minimumlonen nog verhogen, zal het nog moeilijker worden voor laaggeschoolden op de arbeidsmarkt.

Ons armoedeprobleem situeert zich niet zozeer bij de gepensioneerden

Hetzelfde voor hogere minimumpensioenen. Ons armoedeprobleem situeert zich niet zozeer bij de gepensioneerden, daar zijn de armoedecijfers de laatste jaren spectaculair gedaald. Het situeert zich eerder bij de niet-werkenden.

We moeten er vooral voor zorgen dat meer mensen aan het werk kunnen geraken. We geven nu teveel geld uit aan de verkeerde mensen, waardoor diegenen die het echt nodig hebben te weinig krijgen.’

Kost het uitblijven van een volwaardige regering ons echt handen vol geld?

‘Neen. Onze economie draait vooral op hoe het met de landen rondom ons gaat. Onze overheid heeft daar op korte termijn heel weinig impact op. Dat wil echter niet zeggen dat we niet toch dringend een overheid nodig hebben.

Maar dan wel een regering die antwoorden biedt voor onze grote uitdagingen op lange termijn, zoals die vergrijzing, onze overheidsfinanciën, de onvoldoende functionerende arbeidsmarkt en de klimaatuitdagingen waar we ook maatregelen voor zullen moeten nemen van Europa. Daarvoor hebben we inderdaad wel een regering nodig. Anders maken we op die vlakken geen vooruitgang.’

Samengevat: meer belastingen zijn niet de oplossing, we moeten kijken naar een efficiënter overheidsapparaat, besparingen moeten gebeuren en er moeten slimmere keuzes gemaakt worden.

‘Dat klopt helemaal. Door de laatste staatshervorming zijn er echter verschillende bevoegdheden versnipperd geraakt, waardoor het moeilijker geworden is een slim en efficiënt beleid te voeren.

De staatsstructuur die we nu hebben functioneert zeker niet optimaal. Als we die gaan hervormen zou ik de klemtoon leggen op “Hoe hervormen we de staatsstructuur in die mate dat de hele boel beter werkt om de toekomstige uitdagingen aan te gaan?”. Je mag daarbij van mening verschillen, maar dat zou toch het uitgangspunt moeten zijn.’
*



Geen opmerkingen: