vrijdag 5 maart 2010

DE GRAM VAN EEN HOLLANDER

.








Deel I

Boeken die Guy Mortier leuk zou vinden (als hij las)
'Er rot iets in de republiek der letteren.' Benno Barnard hoorde wie De Gouden Humo-Uil dit jaar zou kunnen krijgen en ziet ze vliegen als hij aan juryvoorzitter Guy Mortier denkt.


Er rot iets in de republiek der letteren: dat heeft mijn geestelijke vaderland gemeen met het Denemarken van prins Hamlet. Er is sprake van een systematische belangenverstrengeling tussen partijen en personen rondom het weekblad Humo, met als inzet de Gouden Uil. Dat beest is een met bladgoud overtrokken stuk boerenbedrog. Ik zal u uitleggen waarom.

Waarvoor staat voornoemd weekblad? Voor de eigentijdse cultuur van niet al te ingewikkelde jonge mensen. Bij die sociologische groep behoort een bepaald stelsel van overtuigingen, ontworpen in de late jaren zestig en in de loop van de jaren negentig van rood naar paars verkleurd. De volgelingen knielen voor het altaar van hun eigen maakbaarheid, waarop de metropoliet van dit bijgeloof, Guy Mortier, de valse lichtjes van de entertainmentindustrie heeft ontstoken. Deze gelovigen, gevormd als ze zijn door de filosofie van hun parochieblad, zullen beslist niet van het voorgeschreven groepsgedrag afwijken; en verblind door de schittering van alle flauwekul die ze wekelijks krijgen opgedist, zullen ze niet inzien dat hun individualiteit uit weinig anders bestaat dan de bevrediging van aangeprate behoeften.

Bij de merkwaardige paradox van een dominante subcultuur behoort, behalve een bepaald soort muziek en een bepaald soort film, ook een bepaald soort literatuur. Dat soort literatuur vinden we jaarlijks terug op de lijst van boeken die voor de Gouden Uil in aanmerking komen. Daar zitten altijd wel een paar goede boeken bij, want hoewel Humo er alles aan doet om zijn lezers precies op dat ontwikkelingspeil te houden waarop de illusie van de autonome smaak en het zelfstandige oordeel niet wordt aangetast, zijn natuurlijk niet alle juryleden uit de redactie van Humo afkomstig. Ik sluit zelfs de mogelijkheid niet uit dat een redactielid - hoewel zelf het product van de voorbije veertig jaar - een goed boek goed vindt.

In de jury van de Gouden Uil zetelen dit jaar behalve Mortier zelf, verrassend genoeg voorzitter, ook Sam De Graeve en Jeroen Maris, redacteurs van Humo. Jeroen Vullings moet de aandacht afleiden van het dogmatische karakter van de samenstelling: hij speelt de rol die een paar christen-democraten eertijds in het Oost-Duitse parlement mochten vervullen.

Dit eminente gezelschap zal de prijs aan een boek geven dat netjes binnen de afgebakende criteria blijft, dat keurig in de grote groef van de voorspelbaarheid schiet, en dat bij voorkeur door een medewerker van Humo is geschreven. En kijk eens, die grappige, o zo correcte Tom Lanoye heeft precies het soort boek geschreven waar ze dol op zijn bij Humo! Feilloos accorderend met de tijdgeest, vol grapjes, maar tegen een fond van menselijk tekort... in de stijl van Lanoye kortom, want de criteria zijn tautologisch. Een boek, met andere woorden, dat precies in het hoofd van Guy Mortier past.

Wat heeft Guy Mortier in godsnaam met literatuur te maken? De enige schrijver die hij ooit oprecht heeft bewonderd, was Godfried Bomans, onvermoeibaar door hem geïmiteerd in de periode waarin hij zelf een pen hanteerde, wat net lang genoeg duurde om een ongeneeslijke vorm van obsessief-compulsieve leukheidsdwang op te doen. Het denken van Mortier laat zich als volgt samenvatten: God is dood en alles is leuk, hoewel misschien een beetje tragisch. Lanoye is leuk . Van Kooten is leuk . Komrij is leuk . Grunberg is leuk , vooral als hij met modder gooit naar Stefan Hertmans of Benno Barnard of zo iemand. Enfin, ik weet niet wie er momenteel allemaal columns in Humo vullen, maar leuk zijn ze ongetwijfeld.

Humo is de met klatergoud, banaliteit en modderkuilen bezaaide omweg die ons van het kapitalisme naar het kapitalisme heeft gevoerd. In de salon waar Humo links zit te wezen, barst het van de miljonairs, Guy Mortier voorop.

Nu zal ik u uitleggen waarom u, in tegenstelling tot vroeger, nooit een boek van mijn hand bij de Gouden Uil zult aantreffen. Ik ben namelijk een afvallige van de in Humo verkondigde heilsleer. Lang geleden drukte ik me, onder invloed van Herman de Coninck, ooit journalist bij Humo, nog correct uit. Ik zei niet zozeer wat ik meende als wel datgene waarvan ik wist dat ze het in onze kringen graag hoorden. Daarvoor beloonde Humo mij met een interview, een nominatie, een uitnodiging voor een feestje, het verzoek om een tekst... Dat laatste wrong natuurlijk. Niets van wat ik schrijf past bij de in Humo gepredikte superstitie.

Op een goeie dag had ik dan ook genoeg van mijn eigen oneerlijkheid, een oneerlijkheid waarin ik overigens bepaald niet alleen stond, want in de literaire wereld was iedereen beducht voor de macht van Mortier. Op die dag vergeleek ik Mortier met een bekend staatshoofd uit de Karpaten, aan wie geniale trekken werden toegedicht. Op dat moment was Mortier al een jaar of wat aan het aftreden als hoofdredacteur, zonder ooit werkelijk op te hoepelen. Zo promoveerde ik mijzelf dus tot persona non grata .

Inmiddels is de longlist van kandidaten voor de jongste Gouden Uil bekendgemaakt. Daarop prijkt, behalve dat boek van Lanoye, een verzameling columns van Arnon Grunberg, die eerder in Humo zijn gepubliceerd. Ik kan u niet zeggen hoe verbaasd ik was dat te vernemen.


Boeketje Digitalis


(spijtig genoeg van vorig seizoen, maar den Benno had echt waar, verse verdiend)

Heb, en U zult akkoord zijn met mij dat zoiets niet veel gebeurt, geen vinger uitgestoken naar het werk van de Meester. Geen jota commentaar. Is ook niet nodig bij een meesterwerk. Vooral niet als dat mesterwerk de eigen diepste gedachte streelt : HUMO is niet alleen déstructief, het is ook krankjorum. Hartstikke gek! Moest verboden worden. Is nog erger dan Mein Kampf en de Koran samen!
Grootmeester Barnard (die ere-titel voor zover hij binnenkort weer geen andere en nieuwe wegen inslaat – met een artiest van zijn kaliber weet men nooit!) en ik zal hem maar geloven als hij lid zal geworden zijn van de partij der Rechtlijnige Onverzettelijken, het Vlaams Blok/Belang dus) deed mij besluiten een doekje open te doen over wat ik, sedert mijn toetreding tot de bloggende burgers, de Oude Media noem.
Het is EEN uittreksel uit Kort Manifest van Adv. Edwin Truyens van de Wies Moens-Stichting, van de hand van ene Steven Janssens, mij verder onbekend. Het artikel heeft zijn waarde, omdat het op een zeer bevattelijke wijze een overzicht geeft van het tot stilstand gekomen meia-landschap. Als U eenmaal beter vertrouwd geraakt met de onderlinge verbanden of tegenstellingen, zal dit U toelaten de ‘nieuwsbronnen’ beter te begrijpen…Of zelfs te raden waar de klepel hangt….
En zeer tussen haakjes: we missen onze Vrij Van Zegel, meer dan we kunnen zeggen…Die is er toch niet stilltjes tussen-uit geknepen, om ons hier als wezen achter te laten? ELVEEBEE, hoe is’t ermee?! U weet: ‘De winter is verganghen, ik zie des Meien schijn’…..
Ja, ik weet het. Het wordt weer een te lang artikel….dat zondigt tegen alle wetten en wetjes van de jschrijverij. Maar ik kan niet in de beerput roeren voor U, terwijl U o horror referens, weer naar Woestijnvis ligt te kijken. Maak hier voor de gelegenheid dus reclame voor S.O.S.- PIET, waarbij vooral, in Uw voordeel, Uw vrouw iets kan bijleren.


Allez, ‘k zal jullie een plezier doen, en het in twee kappen….

Geen opmerkingen: