zondag 15 maart 2009

GEVAARLIJKE INTEGRATIEMYTHES



Gisteren avond op TV ….. de Koninklijke Prinses Mathilde d’Udekem d’Acoz, toekomstige Koningin der Franse Belgen, aangetrouwd lid van de regerende usurperende Coburger-stam en meteen lid van de Bende der Stelende Eksters
bezig gehoord (volgens haar accent vreemdelinge in eigen land, en bekende vreemdelinge tussen vele onbekende vreemdelingen),
en bezig gezien tussen meestal gesluierde, gekopdoekte of in tentzeil gehulde vrouwpersonen (? Of waren het vermomde haatbaarden).
Dat stuk vlees geworden pretentie had de bedoeling om ons, Vlamingen, de les te lezen dat …O simpelen van geest….de jonge meisjes van vandaag de vrouwen van morgen zullen worden….Vrouwen van morgen, Mattil? Beter gezegd zou zijn de broedmachines die weer ontelbaar veel nieuwe kleine extremisten zullen op de wereld zetten. Op onze wereld, die nu al overbevolkt is, en waar ze onze sociale kassen zullen leegplunderen…Net zo lang als het kan…en dat de Vlaming ze kan bijvullen….
Gevolg van die Koninklijke Stunt? Meteen zijn de Muzelmannen en Muzelvrouwen weer een trapje hoger getild op de ladder der verwachtingen! Ze staan niet alleen in de gunst van Laeken (wat in hun ogen en in de ogen van de herkomstlanden bijna gelijk staat aan verheffing in de adel), ze worden zelfs geklasseerd als Eerste Rangsburgers, naar wiens gunsten openlijk gehengeld wordt.
Het zij dan zo, dat Laeken de koning/koningin worde van wie ze zelf gekozen hebben!
Afspraak op 7 Juni, ze hebben er om gevraagd!
Want het verder verloop der dingen is schrikbarend. Andere landen zenden duidelijke signalen. Denemarken, bijvoorbeeld…De vraag is alleen: als het stort vol meeuwen zit, hoe zei Lewie Toebak het alweer, om ze kwijt te geraken? Een of andere socialistische, maar toch geen nationaal-socialistische oplossing zeker!



E.J. Bron 14 maart 2009

De Deense psycholoog Nicolai Sennels begeleidde islamitische immigranten in Kopenhagen. Zijn onverbiddelijke en open omgang met de problemen, die juist deze immigranten met zich meebrengen, dwong hem er uiteindelijk toe zijn functie op te geven.


De vele integratiemythes zijn een serieus probleem voor het maatschappelijk werk. Integratieproblemen zijn een tikkende tijdbom voor onze welvaartsmaatschappij.

Een deel van de oplossing is om meer te weten: goed maatschappelijk werk hangt af van voldoende informatie, schrijft Nicolai Sennels.

In mijn beroep als psycholoog in de gemeente Kopenhagen had ik meer dan 150 immigranten, vluchtelingen en andere nazaten met een islamitische achtergrond in behandeling. Hieronder geef ik een overzicht van integratieproblemen, hoe ze eruit zien wanneer men met immigranten spreekt in plaats van over hen.

Terwijl immigrantencriminaliteit, islamitische parallelsamenlevingen en islamitisch extremisme een steeds groter wordende negatieve invloed op onze samenleving hebben, zitten de stedelijke pogingen op dit gebied in een net van mythes over immigrantencriminaliteit, extremisme en maatschappelijke inzet vast.

De eerste mythe is dat er geen verschillen tussen immigranten bestaan. Vanzelfsprekend bestaan die: mensen uit verschillende culturen hebben verschillende manieren van ondersteuning nodig als ze problemen hebben. Er is een wereld van verschil tussen wat bijvoorbeeld een Japanner, een Somaliër of een Amerikaan nodig heeft als hij problemen heeft of maakt. We moeten ingaan op de culturele verschillen die onze immigranten met zich meebrengen.

Mijn eigen therapeutische ervaring met jonge moslims is, dat het hen ontzettend zwaar valt om traditionele Deense pedagogiek en therapie te begrijpen. Deense jongeren zijn er voor een veel groter deel mee opgevoed om ”over de dingen te praten” en te reflecteren hoe ze over iets voelen. Moslims daarentegen groeien in een cultuur op met duidelijke uiterlijke autoriteiten (vooral de vader, de traditie en de islam), waarin de consequenties snel en direct zijn wanneer de verwachtingen van de familie niet worden vervuld. Ze zijn binnen een vast kader opgegroeid en met pedagogentaal bereik je niet veel bij deze groep.

De tweede mythe is dat immigrantencriminaliteit veroorzaakt wordt door maatschappelijke problemen en dat de culturele achtergrond in dit verband geen rol speelt. Ook hier komt het vooroordeel niet overeen met de realiteit: mijn ervaring na honderden psychologische gesprekken met islamitische immigranten is dat de islamitische cultuur een grote acceptatie met betrekking tot agressie heeft.

Terwijl een ongecontroleerde woede-uitbarsting in de Deense cultuur de snelste manier is om je gezicht te verliezen, is dat bij de moslims precies omgekeerd. De bereidheid om jezelf te wreken wordt in de islamitische cultuur als een uitdrukking van kracht gezien en woede wordt in islamitische kringen veel meer maatschappelijk geaccepteerd. Agressief gedrag wordt gezien als een sociaal middel om ”respect” te krijgen (niet alleen angst) en ook status.

De dramatische en destructieve manier waarop Palestijnen hun woede over de situatie in Gaza tot uitdrukking brengen, de oproepen van de imams tot ”heilige woede”, familie-executies (ook wel ”eermoorden” genoemd) en gewelddadige demonstraties als reactie op de Mohammed-karikaturen zijn allemaal voorbeelden hoe agressief gedrag in islamitische culturen als sociaal acceptabele uitdrukkingsvorm wordt beschouwd.

Het feit, dat islamitische immigranten en hun nakomelingen twee tot driemaal zoveel gewelddadige misdaden plegen als etnische Denen wordt hierdoor ook ten dele veroorzaakt. Dus, ja: de cultuur van immigranten is een belangrijk bestanddeel van immigrantencriminaliteit.

De derde mythe is dat religieus extremisme slechts in kleine kring bestaat. Dat is een enorme vergissing. Bijna iedere individuele moslim die ik onder behandeling had, nam zijn of haar religieuze traditie heel serieus. Ondanks het feit dat de meesten niet de woorden van de Koran volgen, is hun islamitische identiteit buitengewoon sterk. De Mohammed-karikaturen, de pogingen om de democratie in de islamitische wereld te vestigen en de druk van de instanties om te integreren in de Deense samenleving hebben gezorgd voor een sterke afkeer tegenover westerse waarden.

Vooral jonge moslims ”zonder wortels” voelen zich aangetrokken tot extremistische kringen, omdat zij daar een gevoel van zin en betekenis krijgen, in het leven en ook in de dood, waar geen ”sociaal project” tegenop kan. Bovendien is religiositeit een bron van status in islamitische kringen – een sterke religiositeit betekent een hoge status. Een religieuze praktijk vol toewijding en het vermogen om samenzweringstheorieën over de schuld van het westen aan de vreselijke toestanden in hun islamitische geboortelanden te produceren, zijn effectieve bronnen van sociale erkenning in de islamitische delen van onze samenleving.

Deze ervaringen uit mijn werk in de islamitische delen van onze samenleving komen helemaal overeen met vergelijkbare onderzoeken buiten Denemarken: 32% van de islamitische universiteitsstudenten in Engeland beschouwen het doden in naam van de religie als gerechtvaardigd en 54% van de Franse moslims gelooft dat de sharia (islamitisch recht) wereldwijd zou moeten worden gebruikt.

In Duitsland beschouwt slechts 12% van de moslims zichzelf als ”Duitser” en 6% wordt als ”extreem radicaal” omschreven, die ”als verwant met geweld in de zin van een acceptatie van massieve vormen van politiek-religieus gemotiveerd geweld te omschrijven zijn.” Wellicht klinkt 6% niet veel, maar als we het aantal op de geschatte 220.000 moslims in Denemarken overbrengen, komt dat overeen met ongeveer 13.600 islamitische extremisten (met naar schatting 3 miljoen moslims in Duitsland zijn dat 180.000 extremisten).

De vierde mythe is dat culturele en religieuze factoren voor de vaak slechte maatschappelijke en economische situatie van immigranten geen rol spelen. Die theorie luidt gewoonlijk dat immigranten arm zijn om redenen die buiten hun invloed liggen en dat deze armoede de oorzaak voor hun disfunctionele gedrag is.

Het verband tussen armoede en maatschappelijke problemen is duidelijk, maar de dingen zijn bij lange na niet zo zwart-wit zoals dat bijvoorbeeld wordt beweerd door de sociale burgemeester van Kopenhagen Mikkel Warming (Eenheidslijst, de Deense antikapitalistische linkse partij). Want wat was er het eerst, de kip of het ei? Worden sociale problemen door armoede veroorzaakt of zijn sociale problemen de oorzaak voor armoede?

Zoals de krant Jyllands Posten op 19 december 2008 berichtte, bezetten immigranten uit islamitische landen en hun nakomelingen de eerste acht plaatsen in de lijst van landen van oorspronkelijke landen van herkomst van criminelen – nadat leeftijd en sociale omstandigheden werden uitgesloten. Voor zulke statistieken zouden Warming en zijn gelijken zich moeten schamen.

Maar wat precies aan de islamitische cultuur is er de oorzaak voor dat het mensen met deze achtergrond economisch zo slecht gaat? Na honderden psychologische gesprekken met moslims over hun gezinsleven hier in Denemarken is het duidelijk dat de belangrijkste oorzaak van armoede in deze kringen het gemis aan waardering voor ontwikkeling is.

Immigranten zouden hun kinderen op school en op de universiteit duidelijk meer kunnen ondersteunen. Bovendien is mijn ervaring en die van vele collega’s, dat kinderen van islamitische immigranten het begrip voor de Deense pedagogiek in scholen en andere opleidingsinstellingen missen en dat dit nog een extra hindernis voor hun verdere carrière vormt.

Het treurige resultaat is dat 64% van de kinderen met een Arabische afstamming onvoldoende kunnen lezen en schrijven als ze na 9 jaar de school verlaten en dat een derde deel van hen geen verder onderwijs krijgt. In een kennismaatschappij zoals in Denemarken, waarin onderwijs en opleiding voorwaarden voor een goed loon zijn, wordt de economische situatie van een gezin benauwd als men geen waarde hecht aan onderwijs.

Het feit dat tot een van de vier moslims tussen 20 en 29 jaar alleen al in het jaar 2008 strafrechtelijk werd veroordeeld, draagt niet bij aan de geschiktheid voor de arbeidsmarkt. Wie sociale problemen veroorzaakt en weigert om zich aan de sociale eisen van een samenleving aan te passen, wordt arm. Niet omgekeerd.

De vele integratiemythes zijn helaas een zware hindernis in het maatschappelijk werk op dit gebied. Wanneer 70% van de gevangenen in de veiligheidsinrichting Sønderbro een islamitische achtergrond heeft, wanneer de vakbond LO waarschuwt voor de uitbreiding van getto’s en wanneer de nationale bank schat dat immigranten uit niet-westerse landen de Deense samenleving jaarlijks 23 miljard Deense Kronen (3 miljard Euro) kosten, dan is het niet overdreven om de integratieproblemen een tikkende tijdbom onder onze welvaartsmaatschappij te noemen.

Een deel van de oplossing is om meer kennis op dit gebied te vergaren: goed maatschappelijk werk hangt af van voldoende informatie. We hebben concrete onderzoeken nodig naar de houdingen van verschillende immigrantengroepen tegenover extremisme, democratie, integratie, onderwijs en deelname aan de arbeidsmarkt.

Mijn eigen ervaring door honderden therapeutische gesprekken is helaas dat we een grote groep immigranten hebben die niet willen integreren en overtuigde tegenstanders van democratische en humanistische idealen zijn.

De strijd over de oorzaken van de mislukte integratie vindt al plaats. De beweringen dat de staat hiervoor onvoldoende geld beschikbaar zou stellen en dat de gemeenten het geld niet goed zouden gebruiken zijn precies dat – beweringen.

Nadat ik jarenlang voor de grootste openbare sociale instelling van Denemarken heb gewerkt, ben ik er vast van overtuigd: het zijn onze locale politici die de verantwoording dragen om de praktische integratiepogingen in het land vorm te geven.

De politiek in veel Deense gemeenten heeft ondersteuning en nieuwe gelegenheden aangeboden, terwijl de politie en het rechtssysteem slechts hun grenzen hebben en de gevolgen van slecht gedrag hebben laten zien. Deze werkverdeling zou duidelijk beter kunnen zijn.


Nicolai Sennels is de auteur van het boek ”Onder criminele moslims. Ervaringen van een psycholoog in Kopenhagen” (Blandt kriminelle muslimer. En psykologs erfaringer fra Københavns Kommune).
Zijn openlijke omgang met dit thema dwong hem uiteindelijk zijn positie op te geven.

Bron: www.europenews.dk


E.J. Bron in Het Vrije Volk

Geen opmerkingen: