213 - DOORBRAAK
*
Zaterdag 11 april 2020
HARDE WOORDEN VOOR PRESIDENT MACRON.
*
Mélany Le Barz-Ceretta (l) en Michel Onfray
foto: ©Reporters / Abaca / Mélany Le Barz-Ceretta (composiet: Doorbraak)
‘SOLDATEN HEBBEN WAPENS, WIJ HEBBEN VUILNISZAKKEN’
*
Open brief aan Macron
11/04/2020 Alexander van der Meer - Leestijd 3 minuten
*
Op
28 maart plaatste Mélany Le Barz-Ceretta onderstaande open brief op
Facebook. Hieronder vindt u een vertaling van deze schrijnende
getuigenis.
Meneer de president,
Het
is 28 maart 2020, ik schrijf u dit uit het appartement van mevrouw T.,
die volgende week haar 104de verjaardag zal vieren, als het coronavirus
haar niet voor die tijd te pakken krijgt.
Zij woont in een bejaardentehuis, waar ik en mijn collega freelance-verpleegsters al een aantal jaren werken.
Staat u mij toe dat ik u laat zien hoe wij eraan toe zijn, op deze mooie dag in maart.
Kijk
goed naar de foto alstublieft. Ik heb twee patiënten die mogelijk
besmet zijn met het virus — testen zijn er niet, en ik heb zojuist het
toilet gedaan van een dame van 104. Ik had een douchekapje op en een
simpel mondkapje voor — eentje waarvan u heel goed weet dat het niet
deugt, want toen u laatst in Mulhouse op straat was, had u gelukkig een
echt FFP2-masker op, dat al heel lang nergens meer te vinden is, niet in
de gewone apotheek en niet in de speciaalzaak voor gezondheidswerkers.
Bovendien hebben ze u vast wel uit de buurt van zieken gehouden. Verder
had ik plastic hoesjes over mijn schoenen en droeg ik een VUILNISZAK,
die mij alleraardigst ter beschikking was gesteld door het
bejaardentehuis, omdat de beroepskleding die daarvoor bestemd is niet
meer op voorraad is.
Ik
heb enorme zin om te huilen vandaag, omdat ik zoals veel van mijn
collega’s me er bij neer moet leggen dat mijn kinderen bij mijn ex-man
blijven, zodat ik ze niet kan besmetten. Ik heb ze nu al 15 dagen niet
meer gezien…
Ik
kan ook wel huilen omdat ik mijn badkamer heb moeten ombouwen tot een
ontsmettingsruimte, en ondanks dat toch nog in angst moet leven dat ik
mijn partner zal aansteken. En omdat ik iedere dag mijn patiënten moet
bezoeken met de vrees dat ik de zwaksten onder hen zal besmetten met het
virus.
Meneer
de President, hou eens op met al die toespraken om mensen te bedanken,
dat is echt onbehoorlijk. U moet wel een hoge pet van uzelf ophebben,
als u ook maar één seconde denkt dat een simpel bedankje van u genoeg is
om ons al onze tekorten en angsten te laten vergeten, net als dat
traangas waar u ons pas nog mee onder liet spuiten.
Hou op met ons materiaal te beloven dat nooit komt.
Hou
op met ons helden te noemen. Een held offert zich op voor een goede
zaak. Ik wil me helemaal niet opofferen: u bent het die mij opoffert.
Hou op met over verzorgers te praten als ‘de dappere kleine soldaten’.
Soldaten hebben wapens. Wij hebben vuilniszakken.
Wat
valt hier nog aan toe te voegen? Wel moest ik denken aan een recent
interview in opinietijdschrift Marianne met mijn favoriete Franse
filosoof, Michel Onfray. Twee citaten daaruit:
‘Het
coronavirus is de eerste serieuze tegenstander van de “Maastrichtse
Staat” (bedoeld wordt de EU na het verdrag van Maastricht uit 1992,
nvda). En wat blijkt? Dat die staat een papieren tijger is. Het ging er
om een economische supermacht te creëren, welnu, er komt een virus en
het economische monster blijkt niet eens in staat te zijn medisch
personeel van mondkapjes te voorzien, of genoeg testen beschikbaar te
maken om het volk te beschermen. In het Maastrichtse Rijk is de toestand
van de publieke gezondheidszorg in Frankrijk zo beroerd, dat artsen
bejaarden aan de deur van het ziekenhuis moeten tegenhouden, zodat ze
zich met de meer rendabelen bezig kunnen houden. Wie had kunnen denken
dat de liberale ideologie zo zijn grootste nederlaag zou lijden?
Iedereen zal eindelijk in de gaten krijgen dat deze ideologie in
werkelijkheid funest is, en voor het volk als geheel zelfs dodelijk…’
‘In
deze tijd kun je maar beter niet armlastig zijn. Wie een gevuld
adresboek, geld en een netwerk heeft, zal aan het langste eind trekken.
Je kunt nu ook maar beter niet in de provincie wonen, en een bejaarde
weduwe zijn met weinig mensen om je heen, zonder spaargeld. Want mocht
je dan naar de dokter gaan omdat je bang bent besmet te zijn, komt er
echt geen test. Hij zal tegen je moeten zeggen dat je tijd voorbij is…
En dat de Maastrichtse Staat bij gebrek aan middelen heeft besloten je
te laten sterven.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten