*
*
DE EUROPESE INDUSTRIËLE STRATEGIE LIJKT NIET VEEL SOEPS TE WORDEN.
*
**
foto: ©Reporters
*
Nieuwe Europese industriële strategie: veel gebakken lucht
Europese Commissie dreigt industrie molensteen om hals te hangen
2 maart 2020
Leestijd 6 minuten
*
4
maart verschijnt het ontwerp voor de nieuwe Europese industriële
strategie van de Europese Commissie. Rijkelijk laat want de sector en de
Competitiveness Council (COMPET) van de EU vragen het al jaren.
Volgens Ursula von der Leyen, de nieuwe voorzitster van de Europese
Commissie, zullen onderzoek en innovatie de kern vormen van de nieuwe
ambitieuze industriële strategie.
Het
klad dat gedeeltelijk bekend raakte lijst een aantal mogelijke
initiatieven op. De nadruk ligt op wetenschap en technologie om de
Europese industriële basis te versterken. Het is een amalgaam van oude
en nieuwe recepten. De Commissie plaatst haar hoop erg op artificiële
intelligentie (AI), mobiele netwerken van de zesde generatie, betere regels inzake intellectual property (IP) en meer digitale vaardigheden.
Weer een rits fondsen
Kortom,
veel gebakken lucht. Het belang van innovatie om een groener, digitaler
en concurrentiëler Europa te worden is zo vanzelfsprekend dat het de
naam strategie niet waardig is. De vrees is dan niet onterecht dat de
oplossing weer een rits fondsen met belastinggeld wordt.
Zo
wil de Commissie de wapenindustrie koppelen aan de
ruimtevaartindustrie. Anderzijds plant ze acties voor de farmaceutische
industrie en het opzetten van een ‘European common health data space’.
Wat dit laatste wel mag wezen blijft onduidelijk en met industrie lijkt
het weinig uitstaans te hebben. Vooral plant de Commissie heel veel
klimaat maatregelen in het kader van de Green Deal.
vragen bij de toekomstige visie van de Europese Commissie
De lobbyist bij de EU van de Amerikaanse chemische reus Dow,
(Dennis Kredler), heeft vragen bij de toekomstige visie van de Europese
Commissie. Dow heeft verschillende fabrieken in de EU waaronder die van
Terneuzen in Zeeuws-Vlaanderen. Circa 4.000 gedreven medewerkers werken vanuit 7 vestigingen en 21 fabrieken in Nederland en België.
‘Greenwashing’ is geen hoofddoel
Volgens
Kredler drongen de Franse en Duitse ministers van Economische Zaken
vorig jaar aan om nu eindelijk een nieuwe strategie te krijgen van de
Europese Commissie. Minder dan een maand voor de publicatie groeien de
twijfels over die EU Industrial Strategy.
Lobbyisten
allerhande droegen tal van ideeën aan, maar de vrees bestaat dat de
invloed van andere drukkingsgroepen een lege doos zal opleveren.
Vooral
de fameuze Green Deal waarmee de Europese Commissie recent uitpakte
zorgt voor twee veelgehoorde angsten: ten eerste dat er geen geld voor
die strategie zal zijn en ten tweede dat de ambitieuze doelstellingen
van die Green Deal de Europese industrie niet zullen toelaten om een
succesvol transformatie door te maken.
De Green Deal is ideologisch geïnspireerd
Voor
de industrie is die groene transformatie geen hoofddoel. Het hoofddoel
is overleven en competitief te blijven ten opzichte van vooral China. De
Green Deal is ideologisch geïnspireerd, maar de industrie en
tewerkstelling steunen op tastbare economische en
sociale gegevens. De groene transformatie die alle bedrijven verbaal
onderschrijven of zelfs als marketinginstrument uitspelen is een puur
Europees fenomeen. Zonder competitieve producten geen export en zonder
export geen Europese industrie. De wereldmarkt is een keiharde plaats en
daar helpt greenwashing niet.
Steeds meer besparen
De
vraag is hoe de groene transformatie van de Green Deal te betalen.
Zonder extra inkomsten en dus omzet vanuit de Europese uitvoer van
producten blijft het benodigde budget onbestaande. De vicevoorzitter van
de Europese Commissie Frans Timmermans kan wel staan roepen dat de
Green Deal voor groei zal zorgen, maar extra kosten hebben nog nooit
voor een competitief voordeel gezorgd.
De
industriële wereld daarentegen moet steeds meer besparen en
grondstoffen worden steeds duurder omdat wereldwijd gewoon meer
industriële bedrijven dezelfde grondstoffen najagen. Zonder hogere
productiviteit en zonder efficiënter werken moet de Europese industrie
op staatssteun rekenen om te concurreren met lageloonlanden zonder
allerhande groene regelgeving.
Bovendien zal Europa het risico lopen keihard geconfronteerd te worden met de wet van de remmende voorsprong
De
veronderstelling dat de Green Deal een aantrekkelijk
investeringsklimaat zal opleveren is wensdenken. Niets wijst erop dat de
rest van de wereld het Europese voorbeeld zal volgen. Om te beginnen al
zeker het Verenigd Koninkrijk niet. Bovendien zal Europa het risico
lopen keihard geconfronteerd te worden met de wet van de remmende
voorsprong. Indien China, Brazilië en de Verenigde Staten pas veel later
dezelfde ambitieuze groene doelstellingen opleggen, dan zullen ze niet
hetzelfde leergeld betalen als de Europese industrie. Hoe zwaarder en
sneller de investeringen om de Green Deal te realiseren, des te groter
het concurrentievoordeel voor andere industriële staten.
Investeringsklimaat
Bovendien
wijst niks erop dat de Green Deal aantrekkelijk wordt voor
investeerders. Torenhoge investeringen, zware technologische
ontwikkelingen, duurdere energiekosten door klimaatpolitiek en loodzware
implementaties van al die zogenaamde groene shifts schrikken af. Daar
moet niemand flauw over doen. Tel daarbij de omscholing van de arbeiders
en eventuele perverse effecten omdat teveel tegelijk veranderd wordt en
weinigen zullen de beurs opentrekken.
Investeerders en financiers kijken vooral naar hun rendement
Als
de financiële sector niet volgt dan komt die groene transformatie er
nooit. Investeerders en financiers kijken vooral naar hun rendement wat
heel normaal en legitiem is. Pensioenfondsen moeten nu eenmaal rendement
draaien om aan hun verplichtingen te voldoen. Banken zijn ook geen
liefdadigheidsinstellingen. Aandeelhouders zijn niet noodzakelijk
speculanten.
Milieutaksen
Al
zwaait Europa nog zo hard met milieutaksen om de concurrentie
evenwichtiger te maken, dit zal enkel tot handelsoorlogen leiden en
uiteindelijk meer de Europese export schaden dan de binnenlandse
productie beschermen. De Europese Unie wordt misschien klimaat-neutraal,
maar dan vooral omdat de schoorsteen niet meer zal roken. Europese
bedrijven zullen hun marktleiderschap zien wegsmelten voor de zon,
terwijl de concurrentie al die zorgen niet kent.
als koorddansen met een blinddoek
Dit
evenwicht moet in een Europese industriële strategie behouden worden.
Het belang van de Europese industrie dient het hoofddoel te blijven,
anders is het geen industriële strategie. De grootste zorgen die Kredler
heeft zijn de kosten van de regelgeving (regulatory cost) en die zijn
compleet afhankelijk van de beleidsmakers. Die kosten zijn een grote
onbekende. Zonder een idee van de impact op de industrie is de
implementatie van de Green Deal als koorddansen met een blinddoek.
Uiteraard zullen tal van consultants grof verdienen aan die nieuwe
regelgeving, maar uiteindelijk betaalt de industrie en dus de consument
de rekening. Het vermijden van kosten veroorzaakt door regelneverij
levert een win-winsituatie op voor de beleidsmakers en de bedrijven.
Of
de wil aanwezig is om de kosten van de Green Deal vooraf te becijferen
en een industriële strategie te ontwikkelen die geen concurrentienadelen
oplevert valt te betwijfelen. Nochtans hangt het succes van de Green
Deal volkomen af van het succes van de EU Industrial Strategy. Niet
andersom. De samenstelling van de High Level Industrial Roundtable laat
echter het ergste vermoeden.
*
Lode Goukens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten