.
ZONDAG 27
NOVEMBER 2016*
1STE ZONDAG VAN DE ADVENT
3864 DE BIJBEL IS
EEN EVEN WAAR GEBEURD VERHAAL ALS ROODKAPJE EN DE WOLF
Kemels onderweg naar het Winterfeest
*
Ik moet dringend ‘ns opnieuw dat Boek Genesis ter hand nemen.
Datzelfde Boek uit de lessen ‘Apologetica’ van Eerw. Heer Stragier van een
halve eeuw geleden. In ons jeugdig enthousiasme plaagden we hem toen met Darwin
die heel dat bijbelverhaal, volgens ons, op losse schroeven zette. Heel vaag
herinner ik mij dat toen ook de naam van die Waalse Perfesser Eerw. Heer
Georges Lemaître gevallen is, maar die man was toen eerder een symbool van
Franstalige arrogantie.
Ja ja, mensen, het verstand komt maar met de jaren. En komt
het vroeger, het is er maar naar.
Hoe kon ik al die tijd weten, dat diens theorieën ook als
vanzelf in mijn kop zaten! U kon het hier al vele jaren lezen: dat kind
Roodkapje zelf is alleen de bevattelijke voorstelling van het gevaar. Net zoals
Genesis verhaalt van de Schepping van het Heelal, in 6 dagen en al die dingen
meer. Want hoe het er werkelijk is aan toegegaan? Dat gaat het menselijk
bevattingsvermogen te boven.
Kom mensen: het uitspansel moet ooit een begin hebben gehad,
anders zou het er niet zijn. En verder zeg ik daarover niets meer. Wan blij
genoeg dat ik leef. Dat wij allemaal leven.
*
Den TeeVee
Maak kennis met de Belg die de oerknal-theorie bedacht: Georges Lemaître
*
Er zijn een paar dingen die bijna iedereen weet over het
heelal: de maan draait rond de aarde, de aarde draait rond de zon, en het is
allemaal begonnen met een grote knal: de oerknal. De "Big Bang" is
nog altijd wereldwijd een standaardbegrip, het is studiestof voor elke middelbare
scholier. Minder bekend is dat een bescheiden Belg, Georges Lemaître, in de
jaren dertig van de vorige eeuw de grondlegger was van dat inzicht.
Leven
Georges Lemaître is geboren in 1894, in Charleroi, als oudste
van vier zonen. De jonge Lemaître studeert vanaf 1911 voor mijningenieur aan de
KU Leuven. Tegelijk volgt hij een opleiding Thomistische wijsbegeerte. Het is
toen al tekenend voor zijn dubbele interesse: geloof en wetenschap.
Maar het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog maakt tijdelijk
een kruis over zijn studies. Lemaître meldt zich aan, en belandt in 1915 als
infanterist aan het IJzerfront. Hij blijft er tot het einde van de oorlog, en
wordt er zelfs gedecoreerd. Na de oorlog herbegint hij zijn studies, maar hij
kiest nu voor natuur- en wiskunde. Tegelijk treedt hij in, in het seminarie van
Mechelen.
Daarna begint hij een internationale carrière als
wetenschapper. Hij vertrekt als onderzoeker naar Cambridge, daarna naar Canada,
en hij schrijft uiteindelijk zijn doctoraat aan het beroemde MIT in de Verenigde
Staten.
Geloof en wetenschap
Lemaître overleed vijftig jaar geleden, en dat wordt nu
uitgebreid herdacht in het Vaticaan in Rome. Want, Lemaître was ook priester.
Een op het eerste gezicht merkwaardige combinatie. Zeker in die tijd, toen veel
mensen pakweg het bijbelse scheppingsverhaal nog letterlijk namen.
Hijzelf zag daar geen probleem in, en heeft daarover in 1933
een nog altijd erg helder en lezenswaardig interview gegeven aan de New York
Times (zie foto). Het zegt ook iets over zijn aanzien toen, dat hij
geïnterviewd werd door de New York Times. De tekst is trouwens geïllustreerd
met een prachtige foto van Lemaître en Einstein in gesprek, met als bijschrift:
“Einstein en Lemaître. Ze hebben een diep respect en bewondering voor elkaar”.
In dat interview zegt Lemaître dat hij “twee wegen naar de
waarheid bewandelt”: wetenschap en geloof. Wetenschap geeft zekerheid. Geloof
geeft verlossing. En die twee wegen hebben elkaar nooit in de weg gestaan, zegt
Lemaître. Over het scheppingsverhaal zegt hij bijvoorbeeld: “Er is geen enkele
reden om de Bijbel af te zweren, omdat we nu weten dat de schepping tien
miljard jaar heeft geduurd, in plaats van zes dagen. Genesis leert ons enkel
dat we elke zevende dag moeten besteden aan rust en aan gebed, op weg naar
verlossing.”
De oerknal
Tot de jaren twintig van vorige eeuw dachten wetenschappers
dat de kosmos vrij statisch was. Maar daar brengt om te beginnen Einstein
verandering in. In zijn relativiteitstheorie verbindt hij tijd en ruimte met
materie en energie. Wat later ontdekte Edwin Hubble dat het heelal bestaat uit
veel meer sterrenstelsels dan alleen maar onze Melkweg. Hubble stelde ook iets
merkwaardig vast: die sterrenstelsels bewegen zich weg van elkaar.
Lemaître kon in 1927 die twee bevindingen koppelen: de
uitdijing van het heelal en de relativiteitstheorie van Einstein. En nog
belangrijker: hij dacht daar op voort. Want wat uitdijt, moet ooit kleiner
geweest zijn. Terugrekenend kon Lemaître dus van de huidige toestand de weg
naar het begin van het heelal reconstrueren. Volgens Lemaître was dat een
“atome primitif” dat, via extreem snelle expansie, het heelal zou worden. De
oerknal (foto). Een theorie die hij ontwikkelt in een kort artikel in Nature,
in 1931.
ESA
Einstein twijfelt eerst
De theorie wordt eerst op scepsis onthaald. De term “Big
Bang” is trouwens van een van de tegenstanders van Lemaître, en was spottend
bedoeld. Ook Albert Einstein (foto) twijfelt eerst, maar draait volledig bij na
een lezing van Lemaître, en zegt "Dit is de mooiste en meest bevredigende
uitleg over het ontstaan van het heelal, die ik ooit heb gehoord." Het
duurde tot 1964, vlak voor Lemaîtres dood, met de ontdekking van de kosmische
achtergrondstraling, dat de theorie helemaal bewezen was.
Lemaître was bescheiden, en heeft misschien daarom nooit de
Nobelprijs fysica gekregen, al is hij wel een aantal keer genomineerd. Een
vergissing die het Nobelprijscomité zelf lijkt recht te zetten bij de
bekendmaking van de Nobelprijs fysica in 2011, aan twee fysici die ontdekt
hebben dat het heelal sneller en sneller uitzet, en dus voort werkten op het
inzicht van Lemaître. “Het dient opgemerkt dat Lemaître in zijn artikel uit
1927 correct de vergelijkingen afleidde voor een expanderend heelal”, zegt het
Nobelprijscomité in 2011“. Als postuum eerherstel.
*
Toch curieus dat de mens altijd tegen zijn eigen
herkomst botst, hoezeer die altijd probeert er onderuit te geraken.
Per Astrum ad Astra: dat was vroeger alleen de
prozaïsche manier om uit te drukken dat de gezonde menselijke geest altijd meer
wil. Maar nu vliegen de raketten en de ruimte-schotels ons rond de oren. Mars
en Pluto liggen zo voor het grijpen en ze rekenen tot op de seconde na, hoeveel
lichtjaren ons van de Zon scheiden. Het Heelal is al lang niet meer het einde,
maar het Grote Begin. Waar er meer dan één miljoen zielen in één speldenkop
gaan. Weet U nog? Zò klein is de mens.
Allez, ik wil maar zeggen: wie dan leeft dan zal zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten